Ministerie van Financien

Titel: TEGEMOETKOMING BIJ TE HOGE VOORLOPIGE AANSLAGEN



Persberichtnr.


01/068


Den Haag

7 maart 2001

Tegemoetkoming BIJ Te HOGE VOORLOPIGE AANSLAGEN

Staatssecretaris Bos heeft de Tweede Kamer geïnformeerd over hoe de Belastingdienst zal omgaan met voorlopige aanslagen met dagtekening 31 januari 2001, die te hoog zijn vastgesteld als gevolg van een onjuiste behandeling van belastbaar inkomen in box 1 en box 3. De staatssecretaris geeft in zijn brief aan de Tweede Kamer aan hoe belastingplichtigen tegemoet worden gekomen in de nadelige gevolgen. Het betreft een vergoeding van gemaakte kosten in de bezwaarfase en een regeling voor de betalingskorting.

Zoals eerder in de brief van 19 januari 2001 aan de kamer is gemeld, heeft de Belastingdienst bij de voorlopige aanslagen 2001 het gehele historische belastbare inkomen, (dat wil zeggen inclusief de inkomsten uit vermogen die sinds 1 januari 2001 in box 3 worden belast) toegerekend aan box 1, inkomen uit werk en eigen woning. Voor belastingplichtigen die in het verleden een aanslag voor de vermogensbelasting hebben ontvangen, is bovendien een inkomen uit box 3, sparen en beleggen, bepaald. Dit inkomen is in de voorlopige aanslag 2001 zowel in box 1 als in box 3 opgenomen. Belastingplichtigen die hiermee zijn geconfronteerd, hebben als gevolg daarvan in een aantal gevallen een te hoge voorlopige aanslag ontvangen. Bij het aanslagbiljet voor de voorlopige aanslag IB 2001 is daarom een concept-bezwaarschrift gevoegd. Tot nu toe hebben ca. 125.000 belastingplichtigen bezwaar gemaakt.

Betalingskorting

Belastingplichtigen hebben op grond van de huidige regelgeving recht op de betalingskorting indien zij uiterlijk op de eerste vervaldag van de voorlopige aanslag het bedrag van de aanslag, verminderd met de betalingskorting, geheel hebben betaald. De belastingplichtigen die bezwaar hebben gemaakt zullen dit bedrag in de praktijk niet uiterlijk op de eerste vervaldag hebben betaald en zullen daardoor de betalingskorting mislopen. Daarom heeft de staatssecretaris een coulanceregeling getroffen voor de belastingplichtigen die bezwaar hebben gemaakt vóór 15 maart 2001; zij komen toch in aanmerking voor een betalingskorting als zij het bijgestelde bedrag in één maal voldoen.

Vergoeding bezwaarkosten

Belastingplichtigen die kosten gemaakt hebben door het inschakelen van een adviseur bij het indienen van bezwaar tegen bovengenoemde voorlopige aanslag IB 2001, komen in aanmerking voor een vergoeding van de redelijke kosten van rechtsbijstand die in deze bezwaarfase zijn gemaakt.

De brief van de staatssecretaris en de betrokken besluiten staan op de internetsite van het ministerie van Financiën: www.minfin.nl