Trans-European transport networks / Agreement Press Release: Brussels (01-03-2001) - Press: 75 - Nr: 6679/01
Brussel,
1 maart 2001
6679/01 (Presse 75)
(OR. en)
PERSMEDEDELING
Onderwerp :
BEMIDDELINGSCOMITÉ PARLEMENT - RAAD
Overeenkomst over trans-Europese netwerken/zeehavens, binnenhavens en
intermodale terminals
Op 27 februari hebben het Europees Parlement en de Raad in het
Bemiddelingscomité ( 1) overeenstemming bereikt over de beschikking
tot wijziging van Beschikking nr. 1692/96/EG ten aanzien van
zeehavens, binnenhavens en intermodale terminals.
Beide instellingen hebben nu zes weken de tijd om deze overeenstemming definitief goed te keuren, met absolute meerderheid van stemmen in het geval van het Europees Parlement en met gekwalificeerde meerderheid van stemmen in de Raad - waarna de beschikking is aangenomen.
Deze beschikking met betrekking tot de positie van zeehavens,
binnenhavens en intermodale terminals strekt tot wijziging van
Beschikking nr. 1692/96/EG betreffende communautaire richtsnoeren voor
de ontwikkeling van een trans-Europees vervoersnet (TEN), dat een
algemeen kader biedt voor de totstandkoming van een geïntegreerd
multimodaal infrastructuurnetwerk. Het is de bedoeling dat de
beschikking de positie van zeehavens, binnenhavens en intermodale
terminals in de TEN's verduidelijkt en versterkt; deze
verbindingspunten zijn onmisbaar als schakel tussen de verschillende
takken van vervoer.
De ontwikkeling van deze verbindingspunten zal bijdragen tot een
doeltreffender gebruik van het gehele netwerk zowel vanuit functioneel
als milieuoogpunt. Bovendien wordt met de specificatie van
verbindingspunten in de TEN's een betere coördinatie van de
infrastructuurontwikkeling in het algemeen en van projecten van
gemeenschappelijk belang in het bijzonder beoogd. Daar is een zekere
mate van selectie mee gemoeid om te zorgen voor een samenhangende en
gecoördineerde ontwikkeling van de TEN-netwerken. Voor de eigenlijke
uitvoering van de vervoersinfrastructuurwerkzaamheden blijven de
lidstaten, de lokale regionale autoriteiten en in sommige gevallen de
privé-sector nog steeds verantwoordelijk. Aangezien de ontwikkeling
van zeehavens, binnenhavens en intermodale terminals overwegend onder
impuls van de markt geschiedt, zal de specificatie van de
verbindingspunten de privé-sector en de overheid helpen bij het nemen
van beslissingen over investeringen op lange termijn.
De trans-Europese netwerken bestrijken de volgende havens:
- binnenhavens die zijn uitgerust met overslagfaciliteiten voor
intermodaal vervoer, of met een jaarlijks goederenverkeersvolume
van ten minste 500.000 ton;
- de zeehavens van het trans-Europese netwerk vallen in één van de
volgende categorieën A, B en C:
· internationale zeehavens: havens met een totaal jaarlijks
verkeersvolume van 1,5 miljoen ton goederen of meer of van
200.000 passagiers of meer, die, tenzij dat onmogelijk is, zijn
aangesloten op het trans-Europese vervoersnetwerk over land en die
dus een belangrijke rol spelen bij het internationale zeevervoer;
· communautaire zeehavens die niet in categorie A vallen; deze
havens met een totaal jaarlijks verkeersvolume van ten minste
0,5 miljoen ton goederen of van 100.000 tot 199.999 passagiers
zijn aangesloten, tenzij dat onmogelijk is, op het trans-Europese
vervoersnetwerk over land en zijn uitgerust met
overslaginstallaties voor de korte vaart;
· regionale havens: deze havens voldoen niet aan de criteria van
de categorieën A en B, maar zij liggen in eilandengebieden,
perifere of ultraperifere gebieden welke zij onderling of met de
centrale gebieden van de Gemeenschap over zee verbinden.
Het trans-Europees net voor gecombineerd vervoer omvat:
- spoorwegen en waterwegen, geschikt voor gecombineerd vervoer,
alsmede zeeverbindingen, die, met eventuele daarop aansluitende en
zo kort mogelijke begin- en/of eindtrajecten over de weg,
lange-afstandsgoederenvervoer mogelijk maken,
- intermodale terminals met installaties waarmee de overslag
tussen spoorwegen, waterwegen, zeeverbindingen en het wegennet
wordt bewerkstelligd,
- adequaat rollend materieel, op voorlopige basis, indien de nog
niet aangepaste kenmerken van de infrastructuur dat noodzakelijk
maken.
Gemeenschappelijke voorwaarden voor projecten van gemeenschappelijk
belang met betrekking tot zeehavens en tot verbindingen en
binnenhavens zijn:
- De projecten van gemeenschappelijk belang mogen enkel betrekking
hebben op infrastructuur die op een niet-discriminerende basis
voor alle gebruikers toegankelijk is.
Worden van gemeenschappelijk belang geacht, de projecten die
betrekking hebben op de volgende werken: de aanleg en het onderhoud
van alle onderdelen van het algemene voor alle transportgebruikers
toegankelijke transportsysteem binnen het havengebied en van de
verbindingen met het nationale en internationale verkeersnet.
Hieronder vallen met name ontsluiting en onderhoud van terreinen voor
commerciële en andere havenverwante doeleinden, aanleg en onderhoud
van weg- en spoorwegverbindingen, aanleg en onderhoud - inclusief
uitbaggering - van toegangswaterwegen en overige wateroppervlakken,
aanleg en onderhoud van navigatie-, verkeersbeheers-, communicatie- en
informatiesystemen in de haven en de toegangswaterwegen.
Naast de projecten met betrekking tot de in de beschikking vermelde
verbindingen en binnenhavens, wordt elk project van gemeenschappelijk
belang geacht wanneer het onder een of meer van de volgende
categorieën valt:
1. toegang tot de haven via de waterwegen;
2. haveninfrastructuur binnen het havengebied;
3. andere vervoersinfrastructuur binnen het havengebied;
4. andere vervoersinfrastructuur die de haven met de verschillende
onderdelen van het trans-Europese vervoersnet verbindt.
Footnotes:
( 1) Het Bemiddelingscomité bestaat uit 30 leden: 15 leden van het Europees Parlement en 15 vertegenwoordigers van de Raad. De vergadering werd gezamenlijk voorgezeten door de heer Renzo IMBENI, vice-voorzitter van het Europees Parlement, en door de fungerend voorzitter van de Raad, de heer Lars ENGQVIST, minister van Volksgezondheid en Sociale Zaken van Zweden.