Actueel

Vrijspraak in Herculeszaak

Bron: Rechtbank Arnhem

Datum actualiteit: 1-03-2001

ARRONDISSEMENTSRECHTBANK TE ARNHEM

Persbericht

1 maart 2001




Vrijspraak in Herculeszaak

De militaire rechtbank te Arnhem heeft de twee verdachten, de dienstdoende verkeersleider en de dienstdoende On Scene Commander van de basisbrandweer vrijgesproken in de Herculeszaak. De twee verdachten stonden terecht vanwege hun betrokkenheid bij de ramp van 15 juli 1996, nadat een vliegtuig van het type Hercules was neergestort op de militaire vliegbasis in Eindhoven. De kern van het verwijt aan de verdachten is dat zij een tijdige en adequate redding en hulpverlening hebben belemmerd of vertraagd waardoor één of meer inzittenden door gebrek aan zuurstof en langdurige blootstelling aan hitte en hete gassen zijn overleden cq zwaar lichamelijk letsel opliepen.

De rechtbank heeft op grond van het beschikbare feitenmateriaal aangenomen dat het het meest waarschijnlijk lijkt dat de meeste mensen aan boord van het vliegtuig reeds zijn overleden in de eerste minuten na de crash en derhalve voor dan wel kort na de aankomst van de basisbrandweer. Aangenomen wordt dat zij zijn overleden als gevolg van de grote hitte en de daarbij opgetreden effecten zoals rookgasvergiftiging, zuurstofgebrek en inwerking van toxische en etsende hete gassen. Ten aanzien van de vraag op welk moment na die eerste minuten bij de nog niet overleden slachtoffers de dood is ingetreden of onomkeerbaar letsel is ontstaan, kan niets met zekerheid worden gezegd.

De rechtbank is van oordeel dat zelfs bij de meest adequate alarmering van de regionale brandweer, op grond van de informatie van de verkeersleider, en bij het meest adequaat optreden van de basisbrandweer onder leiding van de On Scene Commander de redding niet eerder dan omstreeks 18.20 uur (tijdstip tweede zgn. "knock-down") een aanvang had kunnen nemen. Niet is gebleken dat het tijdsverloop tussen kort na 18.20 uur en 18.41 uur (tijdstip verlaten vliegtuig door eerste twee slachtoffers en aanvang redding) voor de slachtoffers tot fatale dan wel ernstige verwondingen heeft geleid.

De rechtbank is van oordeel dat er geen oorzakelijk verband is tussen de ten laste gelegde gedragingen en het overlijden cq het bekomen van zwaar lichamelijk letsel van de slachtoffers.

Zie ook voor uitspraak: AB0361

Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AB0360
(Zie het originele bericht)