ING Groep


Persbericht

Perscontacten: tel. 020 541 5446

Investor relations: tel. 020 541 5462

Amsterdam, 1 maart 2001
Rechtstreekse uitzending van persconferentie, 1 maart 2001, 15.00 uur

ING GROEP JAARCIJFERS 2000:

Goede resultaten, meer focus en acquisities in VS bieden solide basis voor voortgaande groei (Hoofdlijnen)


* Operationele nettowinst per aandeel: + 25%
* Totaal dividend EUR 2,25 (+38%)

- slotdividend EUR 1,43 in contanten

- dividend is inclusief speciaal dividend van EUR 0,38 i.v.m. CCF
* Aandelensplitsing 2:1 (zie apart persbericht)
* ING viert 10-jarig jubileum: beurswaarde stijgt van EUR 5 miljard in 1991 tot ongeveer EUR 75 miljard

* Meer nadruk op synergie

"Met een groei van de winst per aandeel met 25% heeft ING in 2000 goed gepresteerd. De acquisities waarmee we onze strategische ambities in de VS hebben waargemaakt, maken van onze tiende verjaardag een gedenkwaardige gebeurtenis. We zijn er trots op dat ING een stevige basis heeft gelegd voor voortgaande groei in haar tweede decennium en de verdere toekomst", zei de voorzitter van de Raad van Bestuur, Ewald Kist. "Met de toevoeging van ReliaStar, Aetna Financial Services en Aetna International, zijn we goed gepositioneerd om onze klanten alle vormen van vermogensbeheer te kunnen bieden. We richten nu onze aandacht op een goede samenhang van al die activiteiten. De kernbegrippen in de nieuwe fase van ING zijn consolidatie, integratie, optimalisatie en synergie. Zo willen we de service aan onze klant verhogen, onze concurrentiepositie verbeteren, onze financiële doelstellingen halen en meer waarde creëren voor onze aandeelhouders."


WINSTVERWACHTING 2001

Zo vroeg in het jaar en gezien de onzekere economische vooruitzichten en de volatiele financiële markten, zijn de verwachtingen voor 2001 nog onzeker. De Raad van Bestuur is echter van mening dat ING in 2001 haar nieuwe doelstelling van een autonome groei van de operationele nettowinst per aandeel met ten minste 12% zal halen. BELANGRIJKSTE ONTWIKKELINGEN IN 2000

Financiële doelstellingen

Na de aanzienlijke vermindering van de oversolvabiliteit door de verkoop van aandelenbeleggingen voor de financiering van de acquisities in de VS, heeft ING haar financiële doelstellingen verhoogd om de aandeelhouderswaarde te vergroten.

Vanaf 2001 gelden de volgende doelstellingen voor winstgevendheid, winstgroei en efficiency:


* Operationeel nettorendement op het eigen vermogen van ten minste 18%.

* Autonome groei van de operationale nettowinst per aandeel met ten minste 12% per jaar. Dit komt overeen met een verdubbeling van de operationele nettowinst per aandeel binnen zes jaar.
* Efficiency: hogere batengroei dan kostengroei. Die wordt gemeten per bedrijfsonderdeel en vertaalt zich in betere efficiency ratio's (bancaire activiteiten) en betere kostenratio's (verzekeringsactiviteiten).

Belangrijke acquisities

In 2000 heeft ING de Amerikaanse maatschappijen ReliaStar, Aetna Financial Services en Aetna International overgenomen, die actief zijn op het gebied van levensverzekeringen en vermogensvorming. Met deze acquisities heeft ING haar strategische doelstelling gerealiseerd om in de Amerikaanse levensverzekeringsmarkt een top 10 positie te bereiken. Aetna International maakt ING de grootste internationale verzekeraar in Latijns Amerika en de op één na grootste in Azië. De overgenomen bedrijven worden samengevoegd met de andere bedrijven van ING in de VS. De drie bedrijven voegen samen in totaal EUR 128 miljard toe aan het beheerd vermogen van ING. Meer dan de helft van die toevoeging betreft beleggingsfondsen van ReliaStar en Aetna.

De acquisitie van ReliaStar werd in september afgerond voor een prijs van EUR 6,7 miljard. ReliaStar, die vanaf 1 september 2000 is opgenomen in de geconsolideerde resultaten van ING, draagt EUR 121 miljoen bij aan de operationele nettowinst voor aftrek van integratie- en financieringskosten (EUR 81 miljoen na aftrek van deze kosten, oftewel EUR 0,09 per aandeel). De transactie met Aetna werd in december afgerond voor een bedrag van EUR 8,3 miljard. De resultaten van de beide overgenomen Aetna bedrijven zullen vanaf 1 januari 2001 in de consolidatie worden verwerkt. Op dit moment worden geen grote verdere acquisities voorzien.
Optimalisatie van de portefeuille van ING

ING heroverweegt geregeld de financiële prestaties, de strategische positie, de mogelijkheden voor synergie en de groeivooruitzichten van elk van haar bedrijfsonderdelen en deelnemingen. Ook versnelt ING de integratie van haar organisatie om optimaal te kunnen profiteren van schaalvoordelen in marketing, operations en IT. Verkoop van een bedrijf wordt niet langer uitgesloten indien heroverweging duidelijk maakt dat een bedrijf betere groeimogelijkheden buiten ING heeft dan binnen een meer geïntegreerde ING organisatie. Deze en andere mogelijkheden, zoals joint ventures of beëindiging van de activiteiten, worden eveneens overwogen indien een bedrijfsonderdeel structureel niet weet te voldoen aan de financiële doelstellingen van ING.

In 2000 heeft ING het Nederlandse levens- en schadeverzekeringsbedrijf Tiel Utrecht verkocht aan De Goudse in ruil voor een 20%-belang in De Goudse en een bedrag in contanten. Op 25 januari 2001, heeft ING aangekondigd dat zij het voornemen heeft de hypotheekbank Westland/Utrecht te verkopen. Op 30 januari 2001, maakte ING bekend dat zij overeenstemming had bereikt met ABN AMRO over de verkoop van de lokale Amerikaanse investment bankingactiviteiten van ING Barings voor een bedrag van EUR 296 miljoen.
Integratie van ING Barings in ING Europa

Na de conclusie dat ING Barings als afzonderlijk bedrijfsonderdeel niet in staat zou zijn op structurele basis te voldoen aan de financiële doelstellingen in een markt die zich kenmerkt door een versnelde consolidatie, besloot ING om ING Barings te integreren binnen ING Europa. Het bestuurlijk centrum Corporate & Investment Banking hield daarmee op te bestaan. Binnen ING Europa is een organisatie gevormd die de activiteiten van ING Barings, ING Bank, BBL, BHF-Bank en hun dochtermaatschappijen op de zakelijke en financiële markten omvat, naast de organisaties voor Retail en Operations/IT. Charterhouse Securities, dat in juli 2000 werd overgenomen, past perfect binnen het pan-Europese effectenbedrijf van de nieuwe organisatie. ING blijft actief op het gebied van investment banking in Europa, Azië en Latijns Amerika. De gezamenlijke maatregelen zullen vanaf 2001 naar verwachting een jaarlijkse besparing van EUR 500 miljoen opleveren. Om de
integratie/reorganisatiekosten te kunnen dekken, is in 2000 een eenmalige niet-operationele voorziening van EUR 446 miljoen na belastingen getroffen.

De herstructurering van ING Barings heeft geen gevolgen voor Baring Asset Management (met een beheerd vermogen van EUR 49,7 miljard) en ING Furman Selz Asset Management (met een beheerd vermogen van EUR 21,3 miljard), die waardevolle onderdelen van ING Asset Management blijven.

Het resultaat voor belasting van het voormalige bestuurlijk centrum Corporate & Investment Banking (CIB) steeg met EUR 63 miljoen to EUR 280 miljoen in 2000, voornamelijk vanwege lagere risicokosten. Hoewel het resultaat over het gehele jaar verbeterde ten opzichte van 1999, zijn de resultaten van kwartaal tot kwartaal sterk achteruit gegaan. Het vierde kwartaal toonde een verlies van EUR 58 miljoen. Het naar risico gewogen rendement op het kapitaal (RAROC) voor het gehele jaar daalde tot 1%. Deze verslechtering is vooral te wijten aan veranderde marktomstandigheden en toegenomen concurrentie, die zorgen voor dalende bruto-winstmarges en hogere personeelskosten. Andere belangrijke ontwikkelingen


* Verkoop van CCF-aandelen droeg EUR 853 miljoen bij aan de niet-operationele winst voor belastingen

Na belastingen, bedraagt de winst op de verkoop van CCF-aandelen aan HSBC EUR 834 miljoen. Zoals vorig jaar aangekondigd, zal ING een speciaal dividend over deze winst uitkeren tegen het gebruikelijke uitkeringspercentage van ongeveer 44%, wat neerkomt op EUR 0,38 per aandeel.


* ING Direct verdrievoudigde haar klantenbestand en toevertrouwde middelen

ING Direct, die inmiddels in vijf landen actief is, zag haar klantenbestand groeien van 267.000 aan het begin van 2000 tot 768.000 aan het eind van het jaar. De toevertrouwde middelen waren meer dan drie maal zo hoog door een stijging van EUR 1,9 miljard naar EUR 7,0 miljard. Daarnaast heeft DiBa in Duitsland 619.000 klanten (1999: 540.000) en EUR 2,5 miljard aan toevertrouwde middelen (1999: EUR 2,5 miljard). In maart 2000 ging ING Direct van start in Frankrijk en in september in de Verenigde Staten.


* Levenresultaat (ex-)greenfields meer dan verdubbeld, premie-inkomen +45,2%

Het levenresultaat van de (ex-)greenfields is meer dan verdubbeld tot EUR 106 miljoen. Dit komt vooral door betere resultaten in Centraal- en Zuid-Europa. Het premie-inkomen van de (ex-) greenfields steeg met 45,2% tot EUR 3.194 miljoen. In lokale valuta steeg het premie-inkomen met 30,7%. Alle bedrijven, behalve in Italië, droegen bij aan deze groei. Het premie-inkomen in Korea schoot met 238% omhoog.


* Aanzienlijke versterking van de positie van ING in Mexico
Als onderdeel van een strategische samenwerking met Savia, verwierf ING een belang van 41,5% in Seguros Comercial America, de grootste financiële dienstverlener van Mexico, met de mogelijkheid om een meerderheidsbelang te verwerven. Een andere stap om in Noord- en Zuid-Amerika een sterk platform voor vermogensvorming te bouwen was de verwerving van een aanvullend belang van 49% in Afore Bital, een van de vooraanstaande pensioenfondsen in Mexico, waarin ING al een participatie van 49% bezat. Het aanvullend belang werd overgenomen van Grupo Financiero Bital voor een bedrag van EUR 224 miljoen.


* Vergunning voor levensverzekering in China
ING heeft een vergunning verkregen om in China een joint venture met een Chinese partner op te zetten voor de verkoop van levensverzekeringen. Door de acquisitie van Aetna International is ING nu de op één na grootste internationale levensverzekeraar in Shanghai.

FINANCIËLE HOOFDPUNTEN

In 2000, is de operationele nettowinst toegenomen met 24,1% tot EUR 4.008 miljoen. De nettowinst, inclusief niet-operationele posten (zoals gespecificeerd in de bijlagen 2 en 3) steeg met 143,5% tot EUR 11.984 miljoen. De uitkeerbare nettowinst (inclusief EUR 834 miljoen uit de verkoop van de participatie in CCF) bedroeg EUR 4.901 miljoen, tegenover EUR 3.537 miljoen in 1999 (+ 38,6%).

Het operationele nettorendement op het eigen vermogen van ING Groep steeg van 10,3% over het gehele jaar 1999 tot 12,2% over het gehele jaar 2000. Het rendement op het eigen vermogen van het bankbedrijf was 12,0% (11,4% in 1999) en van de verzekeringsactiviteiten 9,8% (8,5% in 1999).

De operationele nettowinst van het verzekeringsbedrijf steeg met 20,2% tot EUR 2.348 miljoen door voortgezette goede resultaten uit levensverzekering, schadeverzekering en verzekering algemeen. In het operationele nettoresultaat waren zakelijke waarden begrepen voor een bedrag van EUR 620 miljoen (tegenover EUR 564 miljoen in 1999). De totale nettowinst steeg met 200,2% tot EUR 9.560 miljoen.

De operationale nettowinst van het bankbedrijf steeg met 30,1% tot EUR 1.660 miljoen door sterk hogere provisie-inkomsten, een aanzienlijk beter resultaat uit financiële transacties en lagere toevoegingen aan de post waardeveranderingen vorderingen bankbedrijf (daling met 31,0% tot EUR 400 miljoen, voornamelijk bij ING Corporate & Investment Banking). De nettowinst steeg met 39,6% tot EUR 2.424 miljoen.

Het beheerd vermogen nam toe met 45,7% tot EUR 503,1 miljard. De autonome groei, exclusief ReliaStar, Aetna en de verkoop van aandelenbeleggingen voor de financiering van de acquisities in de Verenigde Staten, was EUR 22,4 miljard (+6,5%). De autonome netto instroom van nieuw geld was EUR 16,5 miljard. Het voor externe klanten beheerde vermogen steeg met 50,7% van EUR 237,4 miljard tot EUR 357,8 miljard en omvat nu 71% van het totale beheerde vermogen. De verkoop van aandelenbeleggingen van het Nederlandse verzekeringsbedrijf voor de financiering van de Amerikaanse acquisities bedroeg EUR 10,9 miljard. De nettowinst van deze verkoop van EUR 7,2 miljard is verantwoord als niet-operationele, niet-uitkeerbare winst.

De totale bedrijfslasten stegen met 20,0%. Exclusief de aanzienlijke invloed van acquisities/deconsolidaties en invloeden van valutakoersen, stegen de totale bedrijfslasten met 8,5%.

Wijzigingen in valutakoersen, vooral de waardestijging van de US dollar ten opzichte van de euro, dragen EUR 61 miljoen (verzekeringsbedrijf EUR 47 miljoen, bankbedrijf EUR 14 miljoen), oftewel 2 procentpunten, bij aan de stijging van de operationele nettowinst. In de verwachting dat de waarde van de euro ten opzichte van de Amerikaanse dollar zal stijgen, heeft ING de invloed van een daling van de wisselkoers van de dollar op de verwachte winstbijdrage van de bedrijven in Noord-Amerika over de jaren 2001 en 2002 afgedekt. Als gevolg hiervan zal in deze twee jaren een daling van de waarde van de dollar met 1 eurocent een negatief effect op de nettowinst van ongeveer EUR 1 miljoen hebben.

De belastingdruk op de operationele winst steeg van 24,2% in 1999 tot 28,0% in 2000, vooral door hogere belastingen op gerealiseerde verkoopwinsten op zakelijke waarden.

Vergeleken met eind 1999, steeg het balanstotaal met 31,9% tot EUR 650,2 miljard. Het eigen vermogen daalde tot EUR 25,3 miljard (-26,9%). Een specificatie van de mutaties in het eigen vermogen wordt gegeven in bijlage 5. De afschrijving van goodwill bevat EUR 4,6 miljard met betrekking tot ReliaStar en EUR 6,1 miljard in verband met Aetna. Het eigen vermogen per aandeel daalde met 27,2% van EUR 35,81 eind 1999 tot EUR 26,08 eind 2000.
Dividend

Voor het jaar 2000 wordt een slotdividend per (certificaat van een) gewoon aandeel voorgesteld van EUR 1,05 (1999: EUR 1,00) gewoon dividend en EUR 0,38 bijzonder dividend over de verkoopwinst op CCF-aandelen. Het totale slotdividend van EUR 1,43 zal volledig in contanten worden betaald. Met inbegrip van het interimdividend van EUR 0,82, dat is uitgekeerd in september 2000, bedraagt het totale dividend over 2000 EUR 2,25 per (certificaat van een) gewoon aandeel, een stijging met 38,0% ten opzichte van het dividend over 1999. Het uitkeringspercentage van de uitkeerbare nettowinst is 43,9% (1999: 44,4%).
Aandelensplitsing 2:1

De Raad van Bestuur zal aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders, die op 17 april 2001 wordt gehouden, voorstellen om de (certificaten van) gewone aandelen ING Groep te splitsen in de verhouding 2:1.

zie apart persbericht

Aanvullende informatie:

* Specificaties winst- en verliesrekening (ingcijfers00.xls, 254 KB, Engels) (Dit is een Microsoft Excel spreadsheet. Cijfers per kwartaal zijn verkregen door de voorgaande kwartaalcijfers af te trekken van de cumulatieve cijfers, en zijn gebaseerd op operationele resultaten.)

In deze publicatie zijn uitspraken over verwachtingen omtrent toekomstige gebeurtenissen opgenomen. Deze verwachtingen zijn gebaseerd op de huidige inzichten en veronderstellingen van het management met betrekking tot bekende en onbekende risico's en onzekerheden die tot gevolg kunnen hebben dat feitelijke resultaten, prestaties of andere omstandigheden in meer dan geringe mate kunnen afwijken van de verwachtingen zoals die tot uitdrukking komen of worden geïmpliceerd door zulke uitspraken. De werkelijke resultaten kunnen in meer dan geringe mate afwijken van deze inzichten als gevolg van, maar niet beperkt tot, (i) de algemene economische omstandigheden, inclusief die in de voor ING belangrijke markten (ii) de resultaten op de financiële en /of opkomende markten (iii) frequentie en ernst van verzekerde schadegevallen (iv) sterfte-, invaliditeits- en ziektecijfers en ontwikkelingen hierin (v) mate van verval in portefeuille (vi) het rentepeil (vii) de valutakoersen, inclusief de Euro- U.S. dollar wisselkoers (viii) toenemende concurrentie (ix) wijzigingen in wet- en regelgeving, inclusief t.a.v. de monetaire convergentie en de Economische en Monetaire Unie (x) wijzigingen in het beleid van centrale banken en/ of buitenlandse overheden en (xi) algemene concurrentiefactoren, meer in het algemeen op mondiaal, regionaal en/of nationaal niveau.