Rijksuniversiteit Groningen

Rijk verdeelt miljarden zonder eenduidige criteria

Het Rijk geeft jaarlijks 30 miljard gulden aan de gemeenten voor specifiek aangeduide activiteiten, zoals het verschaffen van werk, het verzorgen van onderwijs of het opvangen van asielzoekers. Maar sommige gemeenten krijgen relatief minder geld voor deze voorzieningen dan andere. "Want die zogeheten 'specifieke uitkeringen' worden verdeeld zonder eenduidige criteria", zegt drs. Jan Verhagen. Hij stelde daarom een lijst op met criteria voor een rechtszekere en gelijkwaardige verdeling. Verhagen promoveert op 1 maart 2001 aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Nederlandse gemeenten zijn voor hun inkomsten grotendeels afhankelijk van het Rijk; de eigen gemeentelijke belastingen vormen slechts een beperkt deel van de inkomsten. De gemeenten krijgen van het Rijk naast de algemene gemeentefonds-uitkering, die min of meer vrij besteedbaar is, ruim 30 miljard aan 'specifieke uitkeringen'. Het Rijk schrijft nauwkeurig voor aan welke voorzieningen de gemeenten dat geld moeten besteden. Maar Verhagen constateert dat er geen lijst met criteria bestaat voor de verdeling, waarover bestuurlijke, ambtelijke of wetenschappelijke overeenstemming bestaat. Hij stelt daarom drie criteria op die volgens hem bij de verdeling in acht genomen moeten worden: de verdeling moet ten eerste gemeenten daadwerkelijk overhalen om bepaalde voorzieningen tot stand te brengen. Ten tweede moet aan alle gemeenten gelijke mogelijkheden op gelijkwaardige voorzieningen geboden worden. En tot slot dient de verdeling ook politiek en juridisch acceptabel te zijn.

Verder blijkt uit Verhagens onderzoek dat de wettelijke regeling van specifieke uitkeringen in de zogeheten
Financiële-verhoudingswet niet adequaat is. Deze wet moet daarom worden aangescherpt, onder meer met een juiste definitie van het begrip 'specifieke uitkering'. De bevindingen uit Verhagens proefschrift hebben inmiddels al geleid tot voorbereidingen voor een aanpassing van de wet- en regelgeving van minister De Vries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en minister Zalm van Financiën.

Er zijn ongeveer 250 specifieke uitkeringen, elk met een eigen doelstelling. Elke minister is verantwoordelijk voor de specifieke uitkeringen die hij aan de gemeenten verstrekt en de verdeling over de gemeenten daarvan. Doordat specifieke uitkeringen door verschillende ministeries worden verstrekt, dreigt het overzicht over het totaal aan specifieke uitkeringen verloren te gaan. Dit bleek al uit een eerder rapport van het COELO (Centrum voor Onderzoek van de Economie van Lagere Overheden), dat Verhagen schreef. Het Rijk dacht in 1999 88 specifieke uitkeringen aan gemeenten te hebben verstrekt, maar dat waren er 250. Oorzaak daarvan is dat de beheerders van het gemeentefonds niet alle specifieke uitkeringen aanmeldden. Onlangs heeft minister De Vries een plan gepresenteerd voor meer transparantie in de financiële verhouding. Het proefschrift kan daar een goede rol in spelen.

Verhagen (Beek en Donk, 1966) studeerde econometrie aan de Katholieke Universiteit Brabant. Hij verrichtte zijn promotieonderzoek bij professor Sterks van het Centrum voor Onderzoek van de Economie van Lagere Overheden (COELO) van de Faculteit der Economische Wetenschappen. Verhagen werkt bij de gemeente Den Haag, afdeling financiën.

Meer informatie over deze promotie:

Onderzoek

Promotie

Rijk verdeelt miljarden zonder eenduidige criteria

Zie voorpagina.

Datum en tijd

donderdag 1 maart 2001, 16.00 uur

Promovendus

A.J.W.M. Verhagen, tel. (070)353 22 71, e-mail: a.j.w.m.verhagen@bsd.denhaag.nl (werk)

Proefschrift

Handelsuitgave

Criteria voor de verdeling van specifieke uitkeringen

Uitgeverij Samsom, Alphen aan den Rijn, ISBN 90-14-07679-7

Promotor

prof.dr. C.G.M. Sterks

Faculteit

economische wetenschappen

Plaats

Aula Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen