1 maart 2001
Taxivervoer rolstoelgebruikers moet veiliger
Meer dan zeventig procent van de rolstoelgebruikers die per taxibus vervoerd
worden, maakt onveilige ritten. Dit concludeert de Chronisch zieken en
Gehandicapten Raad (CG-Raad) uit een enquête onder ruim vierhonderd
reizigers met een handicap. De CG-Raad zal minister Netelenbos (Verkeer en
Waterstaat) aanbevelingen doen die moeten leiden tot veiliger taxivervoer.
De belangrijkste daarvan: meer bekendheid geven aan bestaande richtlijnen
voor veilig vervoer, en die richtlijnen ook wettelijk vastleggen.
Het onderzoek van de CG-Raad betreft de reizigers die van een rolstoel of
scootmobiel gebruik maken en zich per taxi verplaatsen. Nu de gemeenten niet
langer vergoedingen geven voor een eigen aangepaste auto, zijn gehandicapten
en chronisch zieken steeds vaker gedwongen met gemeentelijke
vervoerssystemen te reizen. Dit maakt het belang van veilig taxivervoer des
te groter. Daarom zou het goed zijn als de Code Veilig Vervoer
Rolstoelinzittenden van het KBOH op termijn als een wettelijk kader kan
fungeren.
Voorlichting over het beter vastzetten van de rolstoel en het gebruik van de
gordel moet zich richten op vervoersbedrijven, opdrachtgevers (zoals
gemeenten) en de gehandicapte reizigers. Die laatsten blijken nog
onvoldoende bekend met de risico's van niet-vastgezette rolstoelen en het
niet gebruiken van de gordels in de rolstoel. Helaas moet er vaak een
ongeluk of bijna-ongeluk plaatsvinden voordat iedereen van het belang van
veilig vervoer doordrongen is.
In taxi's die over een vastzetsysteem beschikken, moet daar meer gebruik van
worden gemaakt. Gemeenten en andere opdrachtgevers van taxivervoer moeten
gaan toezien op de naleving van de richtlijnen voor veilig vervoer. Ook het
rijgedrag van chauffeurs kan nog verbeterd worden. Ten slotte pleit de
CG-Raad ervoor dat mensen die een scootmobiel hebben, in de taxi beter
overstappen op een vaste autostoel.
Klik op deze regel voor de tekst van de eindrapportage van de actie
'Taxivervoer veilig?'