Persbericht Trimbos-instituut

DRUGGEBRUIK IN NEDERLAND STABILISEERT

Utrecht, 1 maart 2001. Het gebruik van drugs vertoont in Nederland geen verdere groei. Ook internationaal loopt ons land niet uit de pas in vergelijking met andere landen. Alleen cocaïne is gestegen in populariteit onder uitgaanders en drugsverslaafden, maar gebruik onder scholieren stabiliseert. Het aantal hulpvragen van cocaïnegebruikers bij de ambulante verslavingszorg neemt toe: van 6000 in 1998 tot ruim 8000 in 1999. Dit zijn enkele feiten uit het Jaarbericht 2000 van de Nationale Drugmonitor (NDM) dat vandaag aan de Tweede Kamer is aangeboden.

De NDM is in 1999 opgericht om regering en parlement te voorzien van feiten over het gebruik en de gevolgen van het gebruik van drugs en andere `genotmiddelen' in Nederland. Daarbij wordt ook gekeken naar het buitenland. Nederland is hiermee een van de eerste landen in Europa dat op systematische wijze gegevens verzamelt en presenteert, een aanpak die in de Verenigde Staten en Canada reeds langer traditie is.

Gebruik

Cannabis blijft de meest populaire drug onder schoolgaande jongeren maar het gebruik is sinds 1996 gelijk gebleven. Ook de consumptie van amfetamine en ecstasy is gestabiliseerd. Van de Nederlandse bevolking van 12 jaar en ouder heeft een op de vijftig ooit ecstasy of amfetamine gebruikt. Het snuiven van cocaïne is toegenomen onder uitgaanders, althans in Amsterdam. Crack, de rookbare en meer verslavende vorm van cocaïne, behoort tegenwoordig tot het (bijna) dagelijks menu van de meeste opiaatverslaafden (voornamelijk heroïnegebruikers) en is de eerste drug in sommige kringen van (allochtone) randgroepjongeren, daklozen en straatprostituees.

Probleemgebruikers

Het gebruik van alcohol is in Nederland - en ook andere landen - veel groter en problematischer dan het druggebruik. Nederland telt naar schatting circa 820 duizend probleemdrinkers, waarvan het merendeel uit het zicht van de hulpverlening blijft. Verder zijn er naar schatting 30.000 tot 80.000 problematische gebruikers van cannabis. Tweederde van hen is rond de twintig jaar oud. Het aantal opiaatverslaafden is stabiel en ligt tussen 25.000 en 29.000. Deze groep druggebruikers wordt gemiddeld steeds ouder en heeft in toenemende mate te kampen met lichamelijke en psychische problemen.

Zorg

De jarenlange toename van het aantal hulpvragen van cannabisgebruikers in de ambulante verslavingszorg (in 1998: 3739, in 1999: 3800) lijkt een halt te zijn toegeroepen. Daarentegen is er een fikse toename van het aantal mensen dat hulp vraagt in verband met cocaïnegebruik. Opiaatgebruikers vormen echter nog steeds de grootste groep van alle drugscliënten (63% van de ruim 26.000 hulpvragers) bij de ambulante verslavingszorg. Het aantal mensen met een alcoholprobleem dat hulp zoekt (bijna 23.000) blijft sterk achter bij het aantal geschatte probleemdrinkers.

Ziekte en sterfte

Veel drugsverslaafden (circa 80 procent) zijn de laatste jaren besmet geraakt met hepatitis C, een ziekte die op den duur ernstige leverschade kan veroorzaken. Het aantal nieuwe gevallen van HIV-besmetting en Aids onder druggebruikers is sterk gedaald. Dit hangt deels samen met de overstap die veel drugverslaafden hebben gemaakt van het spuiten naar roken van drugs, meest opiaten en cocaïne. Sterfte als gevolg van druggebruik (61 doden in 1998) is beperkt in vergelijking met sterfte wegens alcoholgebruik en roken (resp. 700 en 24.000). De belangrijkste acute doodsoorzaak voor drugs is overdosering.

Internationale positie

Zestien procent van de Nederlanders boven de 12 jaar heeft ooit wel eens cannabis gebruikt en 2,5 procent deed dat recent. Dat is bijna even vaak als in Frankrijk, maar minder dan in Spanje, Engeland en Denemarken. In de Verenigde Staten en Australië ligt het percentage gebruikers twee maal zo hoog. Bij de mensen die 'ooit' cocaïne hebben gebruikt wordt Nederland in de Europese Unie overtroffen door Spanje en Engeland. Europa doet het in dit opzicht beter dan Australië en vooral de Verenigde Staten (3x zo hoog). Het aantal opiaatverslaafden is in Nederland laag in vergelijking met andere landen van de Europese Unie. In Nederland is 2,5 op de duizend inwoners verslaafd aan opiaten (heroïne of methadon). Aan de kop gaan Luxemburg met 7,2 verslaafden per 1000 inwoners en Italië met 6,4 verslaafden per 1000.


Voor nadere informatie: Henk Maurits (030 - 297 11 38) of Harald Wychgel (030-2971116), voorlichters Trimbos-instituut.

Bezoekadres: Da Costakade 45, Utrecht.
Postadres: Postbus 725, 3500 AS Utrecht.
Telefoon (030) 297 11 00
Fax: (030) 297 11 11