Ministerie van Financien

Titel: KAMERVRAGEN OVER KOSTEN VAN DE INVOERING VAN DE EURO



Persberichtnr.


01/061


Den Haag

28 februari 2001

ANTWOORDEN VAN DE MINISTER VAN FINANCIEN OP VRAGEN VAN DE LEDEN VAN DE TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL DE HAAN, Balkenende en wijn OVER kosten van de invoering VAN DE EURO

VRAGEN


1.


Heeft u kennisgenomen van het bericht dat de invoeringskosten voor de euro volgens een interne VNO/NCW notitie 1


2.


Is het waar dat deze kosten met 6.9 miljard gulden maar liefst 50% hoger liggen dan het kabinet bijna twee jaar geleden verwachtte?


3.

Bent u bereid de reeds voorziene 3 maal 60 miljoen gulden-regeling substantieel te verhogen en/of andere regelingen te treffen zodat onder meer de detailhandel, de horeca en organisaties met loketfuncties zoals de NS, niet alsnog het kind van de rekening worden?


4.

Zo ja, aan welke maatregelen denkt u dan en op welke termijn zijn deze te voorzien?

Antwoorden


1.


Ja. VNO/NCW stelt in haar notitie, op basis van gegevens uit de halfjaarlijkse euro-enquête van het NIPO en DNB, dat met name voor de kleine bedrijven in de detailhandel en horeca de kosten van de euro-invoering een stuk hoger uitvallen dan eerder verwacht. De aangehaalde quote is overigens afkomstig uit het Telegraaf-artikel en dus niet van VNO/NCW.


2.


De 6.9 miljard die VNO/NCW aanhaalt is gebaseerd op een inschatting van bedrijven zelf. Deze wordt middels een halfjaarlijkse euro-enquête door DNB en NIPO verkregen. Het bedrijfsleven heeft, zo geven de cijfers aan, tussen maart 1997 en oktober 2000 de euro-invoeringskosten nogal wisselend ingeschat. Zo was de kostenperceptie in bijvoorbeeld september 1997 met 6.1 miljard redelijk vergelijkbaar met het huidige cijfer, maar is in de tussenliggende periode die inschatting gedaald tot op zijn laagste punt 4,5 miljard (maart 1999). In maart 2000 werden de totale invoeringskosten op 5,3 miljard geschat en in oktober op 6.9 miljard. Tegenover deze eenmalige kosten staan uiteraard baten die door het bedrijfsleven worden geschat op 7 miljard per jaar.


3 en 4.

Bij de voorbereiding van de Rijksbegroting 2002 maakt de fiscale faciliëring deel uit van de beraadslaging. Er wordt ook overleg gevoerd met de betrokken organisaties, in het bijzonder MKB-Nederland. Uiterlijk bij de Miljoenennota 2002 zal nader bericht volgen.