Toespraak minister De Vries tijdens de presentatie van het rapport
commissie-Oosting
Een toespraak bij het onderwerp Brandweer en Rampenbestrijding
28 februari 2001
Eerst wil ik de heer Oosting en de leden van zijn commissie, én
degenen die de commissie hebben ondersteund van harte bedanken
voor hun inzet de afgelopen maanden.
U heeft vorig jaar zonder veel mitsen en maren een grote
verantwoordelijkheid op u willen nemen: het verrichten van
onafhankelijk onderzoek naar de vreselijke ramp die Enschede en
zijn inwoners heeft getroffen. Aan dit onderzoek heeft u vele
maanden intensief gewerkt. Aan de hand van uw rapport en de daarin
opgenomen conclusies en aanbevelingen zullen de noodzakelijke
gevolgtrekkingen worden verbonden en lessen worden geleerd. Door
overheden, bedrijven en burgers.
De vuurwerkramp van Enschede is onuitwisbaar in ons geheugen
gegrift. De slachtoffers, de doden en gewonden, de ongelofelijke
verwoesting zullen ons altijd bijblijven. Dit geldt ook voor de
hulpverleners die zich tijdens en na de ramp volledig hebben
ingezet om iedereen zo goed mogelijk te redden, te helpen en te
troosten. Met name denk ik aan de hulpverleners die zelf hun leven
in de waagschaal stelden en van wie sommigen zelf slachtoffer van
de ramp werden.
Waarom een onafhankelijk onderzoek?
Omdat optreden en verantwoordelijkheden van verschillende
overheden en van een particulier bedrijf in het geding waren.
Omdat daarover één van de betrokkenen moeilijk zelf onafhankelijk
kan oordelen.
Omdat de burgers in het algemeen en de slachtoffers in het
bijzonder recht hebben op een objectief en zo precies mogelijk
beeld van wat er gebeurd en gedaan is.
Omdat we willen leren van wat er niet goed is gegaan.
Het kabinet zal eind maart een reactie geven op de al eerder
uitgekomen inspectierapporten én op het rapport van de commissie
Oosting. Dan zal het kabinet aangeven welke acties het neemt,
zodat daarover uitvoerig met de volksvertegenwoordiging
gedebatteerd kan worden.
Aldus zal dit debat in het teken moeten staan van het herwinnen
van vertrouwen. Want het vertrouwen van burgers in de overheid
hangt rechtstreeks samen met de mate waarin de overheid haar
verantwoordelijkheid voor veiligheid waarmaakt. Burgers moeten er
op kunnen rekenen dat de overheid de grootst mogelijke aandacht
aan die veiligheid besteedt.
Twijfel daarover moet worden weggenomen. Burgers moeten weten,
maar ook kunnen waarnemen dat de overheid de zorg voor hun
veiligheid tot haar belangrijkste taken rekent.
Dat kan alleen door in alle openheid over het veiligheidsbeleid te
spreken, het daadkrachtig uit te voeren en daarover verantwoording
af te leggen.
Een heldere verdeling van taken en verantwoordelijkheden tussen de
verschillende overheden, én een goede samenwerking, is
noodzakelijk voor een succesvol veiligheidsbeleid. We spreken niet
voor niets over de veiligheidsketen. Dit geldt zowel voor het
voorkomen als het bestrijden van rampen.
Een ramp stoort zich niet aan grenzen en instanties.
Ook naar aanleiding van de cafébrand in Volendam is door velen
opgemerkt dat veiligheid niet alleen door de overheid moet worden
bevorderd. Veiligheid staat of valt met samenwerking. Samenwerking
die zich niet beperkt tot de overheden, de politie, de brandweer
en de andere hulpverleners. Ook de bijdrage van burgers en
bedrijven daaraan is onmisbaar. In een risicovolle samenleving
moeten risicos worden beperkt door risicobewuste,
verantwoordelijke mensen.
De overheid dient te bevorderen dat de veiligheidsketen uit sterke
schakels bestaat, dat de hele samenleving zich bewust is van het
belang van zorg voor veiligheid. De overheid moet er voor zorgen
dat bij alle ruimtelijke, technologische en economische
veranderingen in onze samenleving het veiligheidaspect de volle
aandacht krijgt. Niet alleen vlak na een ramp, als de wonden nog
vers zijn en de drukinkt van de rapporten nog nat is. We moeten
niet alleen aanbevelingen doen en beleid uitstippelen. We moeten
daadwerkelijk zaken veranderen en verbeteren. We moeten niet
alleen afspraken maken, maar we moeten die afspraken ook nakomen.
We moeten niet alleen zeggen wat we gaan doen, maar ook metterdaad
doen wat we zeggen.
Laten we ons daartoe vandaag na de oproep van de
Commissie-voorzitter verplichten en elkaar daarop de komende tijd
en de komende jaren voortdurend aanspreken en beoordelen! Dank u
zeer.
Relevante links:
Eindrapport Commissie-Oosting over de vuurwerkramp in Enschede