Ministerie van Buitenlandse Zaken

http://www.minbuza.nl/content.asp?Key=410348



Aan de Voorzitter van de Vaste Commissie voor Justitie van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Directie Personenverkeer, Migratie en Consulaire zaken Afdeling Vreemdelingen-en Visumzaken Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag

Datum 28 februari 2001 Auteur Drs J.N. de Lannoy

Kenmerk DPC/VV-076/jdl Telefoon 070-348 4065

Blad /2 Fax 070-348 4583

Bijlage(n) Aanhangsels 383 en 431 E-mail jn-de.lannoy@minbuza.nl

Betreft Visaverlening (uw kenmerk Stas-02-01)

Zeer geachte Voorzitter,

Onder verwijzing naar de brief van de Griffier van uw Commissie van 19 januari jl., gericht aan de Staatssecretaris van Justitie, over visaverlening door Nederlandse vertegenwoordigingen in onder andere Marokko, Egypte en Ghana, kan ik u, mede namens deze, als volgt informeren.

De verstrekking van visa in met name Marokko en Ghana wordt in sommige gevallen bemoeilijkt door de referent-procedure en het vermeende misbruik ervan.

Een aanvraag voor een Machtiging tot Voorlopig Verblijf (MVV) die via deze procedure in Nederland wordt opgestart leidt soms tot problemen bij afgifte door de Nederlandse diplomatieke vertegenwoordiging. Ondanks een daartoe afgegeven machtiging door de Immigratie- en Naturalisatiedienst aan de betreffende diplomatieke vertegenwoordiging (waarover de hier verblijvende referent direct wordt geïnformeerd) blijkt afgifte niet altijd mogelijk omdat de post beschikt over feiten of omstandigheden die een nader onderzoek rechtvaardigen.

Ik verwijs in dit verband naar mijn antwoorden op de door de leden Kamp en Niederer gestelde vragen over visumaanvragen vanuit Marokko (Aanhangsel Handelingen 431)

In Egypte heeft men bij visaverlening te maken met vermeend misbruik van toeristenvisa. Gelet op de in Nederland -i.t.t. andere Schengenlanden- geboden uitgebreide rechtsbescherming die visumaanvragers genieten, kan het aantrekkelijk zijn een aanvraag in te dienen bij een Nederlandse diplomatieke vertegenwoordiging.

Ik wil bezien of de Nederlandse uitvoeringspraktijk via de thans in voorbereiding zijnde Visumwet meer in lijn kan worden gebracht met die van de andere Schengenlanden. Ik verwijs hiervoor tevens naar de door de leden Verhagen en Wijn gestelde vragen over illegale immigratie van Egyptenaren naar Nederland (Aanhangsel Handelingen 383).

De in uw brief genoemde problemen hebben deels te maken met personeelsbezetting, en deels met de toepassing van de regelgeving. Voor wat betreft het eerste is in 1999 en 2000 de capaciteit van een aantal posten en op het departement uitgebreid en zijn diverse initiatieven genomen o.a. op het gebied van opleiding om de kwaliteit en integriteit te verbeteren. Daarnaast wordt in nauw overleg met het ministerie van Justitie in een kwaliteitsproject dat toeziet op MVV-verlening de gehele MVV-procedure kritisch tegen het licht gehouden. De uitkomsten van het project zullen ter kennis van de Kamer worden gebracht. Ook zal in de in voorbereiding zijnde Visumwet een oplossing worden gezocht voor een aantal bij visumverlening geconstateerde problemen met betrekking tot de regelgeving.

De Minister van Buitenlandse Zaken

Kenmerk
Blad /1

===