Geen BTW-naheffing op verbouwingen
De BTW-naheffing op verbouwingen die in 2000 zijn begonnen en dit jaar
doorlopen is van de baan. Na protesten van de federatie van
bouwondernemers BouwNed, de Bond van Nederlandse Architecten (BNA) en
de 'vereniging eigen huis', heeft het ministerie van Financiën
besloten dat voor betalingstermijnen die in 2000 zijn vervallen het
17,5% BTW-tarief blijft gelden.
De oorspronkelijke overgangsregeling voor de BTW-verhoging hield in,
dat voor verbouwingen die in 2000 waren begonnen maar pas in 2001
worden opgeleverd het hogere BTW-tarief van 19% in rekening diende te
worden gebracht over de gehele aanneemsom. Dat zou hebben betekend dat
aannemers en architecten bij hun opdrachtgevers alsnog een naheffing
van 1,5% hadden moeten innen over reeds in 2000 betaalde termijnen.
Daardoor zouden woonconsumenten met een onverwachte kostenstijging
worden geconfronteerd. BouwNed, de BNA en 'vereniging eigen huis'
hebben het ministerie kunnen overtuigen van de onredelijkheid van deze
regeling. Het ministerie heeft begrip getoond voor de opvatting van de
drie organisaties dat veel verbouwingen dermate ingrijpend zijn dat
zij nauwelijks zijn te onderscheiden van nieuwbouwactiviteiten.
De directeur-generaal Belastingdienst heeft nu besloten dat bij verbouwingen die worden afgerekend in termijnen, het tarief van 17,5% van toepassing blijft op de vóór 1 januari 2001 vervallen betalingstermijnen. De verhoging van het BTW-tarief heeft daarom alleen betrekking op de termijnen na 1 januari en de eindafrekening.
De nieuwe regeling geldt voor verbouwingen die gericht zijn op een
verandering van de inrichting, de aard of de omvang van het gebouw.
Daarbij kan men denken aan het samenvoegen of splitsen van kamers, het
aanbouwen van een serre, erker of schuurtje, het plaatsen van een
dakkapel en veranderingen van keukens en badkamers. Daarmee is de
regeling uitdrukkelijk niet van toepassing op onderhouds- en
herstelwerkzaamheden die gericht zijn op de instandhouding van het
gebouw. Voorbeelden hiervan zijn het vervangen van kozijnen of
dakgoten en het vernieuwen van dakbedekking. Indien er sprake is van
een combinatie van onderhoud of herstel met een verbouwing, geldt de
nieuwe overgangsregeling wel indien de werkzaamheden overwegend het
karakter van een verbouwing hebben.
Baarn/Amsterdam/Amersfoort, 27 februari 2001