Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
MINOCW: Verbetering voor onderwijs in allochtone levende talen
27 februari 2001
Persbericht: 029
MAATREGELEN VOOR VERBETERING ONDERWIJS IN ALLOCHTONE LEVENDE TALEN
Staatssecretaris Adelmund zal maatregelen treffen om het onderwijs in
allochtone levende talen (OALT) te verbeteren. Op korte termijn
betekent dit onder andere extra cursussen Nederlands en gesubsidieerde
opleidingen voor OALT-leraren en een inventarisatie van goede
taalmethodes. Voor de lange termijn zal een nieuwe lijn voor OALT
worden verkend.
De maatregelen worden genomen omdat uit gesprekken met verschillende
gemeenten, VNG en minderhedenorganisaties en een verkennend onderzoek
van het SCP blijkt dat de uitvoering van de wet voor gemeenten een
lastige klus is. Dit staat in een brief die de staatssecretaris
Adelmund van onderwijs vandaag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
Op 1 augustus 1998 is de OALT-wet in werking getreden. Deze wet legt
de verantwoordelijkheid voor het aanbod van OALT bij de gemeenten. Het
geeft gemeenten de mogelijkheid om allochtone leerlingen les te geven
in hun eigen taal en cultuur (cultuureducatie) en/of taalondersteuning
te geven.
Uit het SCP-onderzoek 'Onderwijs in Allochtone Levende Talen; Een
verkenning in zeven gemeenten' blijkt dat de onderzochte gemeenten
vooral kiezen voor het geven van taalondersteuning. Bij
taalondersteuning wordt de eigen taal als instrument gebruikt om het
Nederlands beter te begrijpen. Jonge kinderen die zowel het Nederlands
als de eigen taal niet goed beheersen, leren eerst begrippen in hun
eigen taal zodat ze beter in staat zijn de begrippen in het Nederlands
te leren. Gemeenten zien in taalondersteuning een belangrijk middel om
onderwijsachterstanden aan te pakken. Daarnaast is taalondersteuning
makkelijker te realiseren dan cultuureducatie omdat taalondersteuning
plaatsvindt binnen de school en binnen schooltijd.
De uitvoering van zowel taalondersteuning als cultuureducatie kent
verschillende knelpunten. Zo is er een tekort aan OALT-leraren die het
Nederlands voldoende beheersen; samenwerking en afstemming tussen
groepsleraren en OALT-leraren verloopt moeizaam en goede taalmethodes
zijn niet altijd beschikbaar.
Om de knelpunten op de korte termijn op te lossen zijn er
verschillende ontwikkelingen in gang gezet. Er komt een cursus
Nederlands voor OALT-leraren en gesubsidieerde opleidingen tot
OALT-leraar. Verder wordt de opleiding Nederlands als Tweede taal
opnieuw gesubsidieerd. De wet op het primair onderwijs wordt aangepast
zodat alleen OALT-leraren die de Nederlandse taal voldoende beheersen
een aanstelling krijgen om taalondersteuning te geven. De inspectie
bekijkt welke taalmethode het meest effectief is voor
taalondersteuning en het SCP is gevraagd een vervolgonderzoek in meer
gemeenten naar OALT te doen.
Voor de lange termijn wil de staatssecretaris een nieuwe lijn
verkennen voor OALT, onder andere gebaseerd op adviezen van de
Onderwijsraad. Zij zal hiervoor overleggen met gemeenten, VNG, vak- en
besturenorganisaties en minderhedenorganisaties.
Noot voor de redactie,