Actueel

Maximale straf opgelegd in `tentbrand'

Bron: Rechtbank Arnhem

Datum actualiteit: 27-02-2001

Aan de twee thans 16-jarige verdachten, die vorig jaar juli in Kroatië een tent in brand staken waardoor de 9-jarige Wendy de Galan is overleden, is de maximale straf van twaalf maanden jeugddetentie opgelegd. De derde verdachte, thans veertien jaar, krijgt de maximale alternatieve straf van 240 uur in plaats van zes maanden jeugddetentie en zes maanden voorwaardelijke jeugddetentie. Dit vanwege zijn jonge leeftijd en rol (op de uitkijk staan) tijdens het aansteken van de brand.
De 16-jarige verdachten zijn tevens verplicht f13.546.67 aan materiele schadevergoeding (kosten van de begrafenis) te betalen aan de ouders van het slachtoffer.

Met deze maximale straf voor de beide 16-jarige verdachten en de hoge straf voor de 14-jarige verdachte heeft de rechtbank de noodzaak willen aangeven dat dit volstrekt onacceptabele gedrag streng gestraft moet worden.

Vorig jaar juli hielden de verdachten zich, op een camping in Kroatië, in groepsverband bezig met baldadige en grensoverschrijdende handelingen waarbij vuur een grote rol speelde. Als in de groep een van hen iets deed, deden anderen mee, niemand had de leiding. Dit leidde uiteindelijk tot het in brand steken van het tentje waarin de latere slachtoffers Wendy en Frank de Galan lagen te slapen. Het was min of meer toeval wie van de twee 16-jarige verdachten de tent in brand stak. Beiden begrepen wat de bedoeling was en zijn daarom als medeplegers verantwoordelijk voor de brand.

De rechtbank acht het op grond van de bewijsmiddelen onaannemelijk dat het eenmaal aangestoken vuur is gedoofd of dat de tent door een ander dan de verdachten in brand is gestoken. De rechtbank acht, anders dan de officier van justitie, niet bewezen dat verdachten de opzet hadden Wendy en Frank te doden. Zij worden daarom niet voor doodslag maar voor brandstichting die de dood van Wendy tot gevolg heeft gehad veroordeeld.

De ouders en de broer van het slachtoffer vorderden tijdens de zitting d.d. 13 - 2 - 2001 een bedrag aan immateriële schadevergoeding. Zij worden in deze strafprocedure niet ontvankelijk verklaard in hun vordering. Zij kunnen hun vordering bij de burgerlijke rechter indienen.