De Vries: krachtige impuls arbeidsmarkt collectieve sector noodzakelijk
Het kabinet onderschrijft de conclusie van het rapport "Investeren in mensen en kwaliteit" dat de wervingskracht van de collectieve sector en het vermogen om gekwalificeerd personeel te behouden, moet worden verbeterd. Een efficiënte en slagvaardige collectieve sector moet gegarandeerd blijven voor de burger, zodat deze ook in de toekomst kan rekenen op een kwalitatief goede dienstverlening. Met het rapport presenteert minister De Vries (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) vandaag diverse maatregelen om te investeren in een krachtdadige, aantrekkelijke en productieve collectieve sector. Het rapport biedt een goede basis voor het treffen van maatregelen. Deze moeten via sectorspecifieke afspraken in de CAO-trajecten worden ingevuld. Om dit te bevorderen kan extra financiële ruimte beschikbaar worden gesteld. Het kabinet zal zich de komende tijd nader op het rapport beraden en vervolgens de Kamer op de hoogte stellen van concrete beleidsmaatregelen.
Spanning arbeidsmarkt
Het rapport signaleert in de collectieve sector een toenemende spanning tussen vraag en aanbod van personeel. Op het terrein van primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden is het algemene beeld dat er geen grote verschillen zijn tussen de collectieve- en de marktsector. Vooral in de zorg en welzijn, het onderwijs en wetenschappen en bij hoger opgeleiden komen negatieve verschillen voor. De andere sectoren en sommige beroepsgroepen geven positieve beloningsverschillen te zien.
In de komende vijf jaar moet rekening worden gehouden met een stijgende vraag naar personeel ondermeer door vergrijzing en uitbreiding. Uiteraard is een en ander ook afhankelijk van de economische ontwikkeling. Ook hierom moet de wervingskracht van de collectieve sector en het vermogen om personeel vast te houden daarom verbeteren. Bovendien is het gewenst in de hele collectieve sector grote aandacht te besteden aan verbetering van kwaliteit en productiviteit.
Maatregelen
Daarom stelt het rapport langs drie beleidslijnen een mix van maatregelen voor. Deze zullen in het CAO-overleg moeten worden besproken. De drie beleidslijnen zijn:
1. Maatregelen voor het wegnemen van sectorspecifieke knelpunten, zoals verbetering van het loopbaanperspectief vooral in de sectoren onderwijs, zorg en welzijn. Daarnaast bijvoorbeeld de verbetering van de mogelijkheden om arbeid en zorg te combineren, zoals ouderschapsverlof, 24-uurs opvang en buitenschoolse opvang om aanwezig en toekomstig personeel beter te binden.
2. Sectorspecifiek afspraken, waarbij in het CAO-overleg verder afspraken worden gemaakt over verlenging van de werkweek, waarbij individuele keuzemogelijkheden van werknemers worden gehandhaafd. In samenhang daarmee kunnen sectoren afspraken maken over ondermeer werkdrukvermindering, scholing en de opbouw naar een 13e maand.
3. Het inzetten op vernieuwing. Hiervoor zullen speciale task-forces in het komende half jaar voor elke sector innovatiecentra opzetten. Zij gaan structurele verbeteringen doorvoeren op drie samenhangende terreinen: management en sturing, de inzet van moderne informatie- en communicatietechnologie en vernieuwing van het Human Resource Managementbeleid.