Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Logo Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Ministerie van Sociale Zaken

26 februari 2001 Nr. 01/032

Reactie staatssecretaris Hoogervorst op Ctsv-rapportages: WAO-keuringen strikter geworden

Er wordt nu strikter gekeurd voor de WAO dan voorheen. In 2000 was bij 26 procent van de WAO-keuringen de uitkomst dat er geen uitkering werd toegekend. In 1999 was dat bij 23 procent het geval en in 1998 bij 21 procent. Tegelijkertijd is het aantal aanvragen voor een WAO-uitkering tussen 1998 en 2000 met bijna 40 procent toegenomen. Doordat er steeds meer mensen een WAO-uitkering aanvragen, neemt de opwaartse druk op het aantal WAOers toe, ondanks de striktere keuring.

Dit blijkt uit een brief die staatssecretaris Hoogervorst van Sociale Zaken en Werkgelegenheid naar de Tweede kamer heeft gestuurd. In de brief reageert hij onder meer op de (tweede) voortgangsrapportage Verbetering claimbeoordeling WAO van het College toezicht sociale verzekeringen (Ctsv).

De staatssecretaris is het met het Ctsv eens dat het keuringsproces voor de WAO verder moet worden verbeterd. In dit kader is het ook van belang dat er meer zicht komt op de exacte aard en de omvang van de achterstanden bij de keuringen. De staatssecretaris wijst er op dat het probleem dat keuringen niet op tijd plaatsvinden, moet worden bezien in het licht van de explosieve toename van de toeloop op de WAO-keuringen die de uitvoeringsinstellingen in de periode 1998-2000 hebben moeten verwerken. Het aantal aanvragen voor een WAO-uitkering is gestegen van 110.000 in 1998 naar 133.000 in 1999 en 150.000 aanvragen in 2001. Dat is een totale stijging van bijna 40 procent.

Achter het probleem van de tijdigheid van keuringen lijkt wel degelijk een forse inspanning van de uitvoeringsinstellingen schuil te gaan, aldus de staatssecretaris. Want ondanks de grote druk blijkt dat de keuringspraktijk een bijdrage heeft kunnen leveren aan het beheersen van het aantal arbeidsongeschikten. Er zijn relatief meer afwijzingen en er worden ook minder volledige uitkeringen toegekend. Bij 26 procent van de in totaal 111.000 WAO-keuringen was er in 2000 sprake van een afwijzing (1998: 21 procent van de 84.000 keuringen; 1999: 23 procent van de 99.000 keuringen). Bij 28 procent werd een gedeeltelijke uitkering toegekend (1998: 26 procent; 1999: 27 procent) en bij 46 procent een volledige uitkering (1998: 53 procent; 1999: 50 procent).

In 2000 zijn er 99.500 nieuwe WAO-uitkeringen verstrekt. In 1999 waren dat er 91.500. Volgens de staatssecretaris kan de toename van het aantal WAOers voor een groot deel worden verklaard door de groei van het aantal verzekerden en de verschuivingen op de arbeidsmarkt (vergrijzing en toegenomen arbeidsdeelname van vrouwen). Ook de krapte op de arbeidsmarkt speelt volgens de staatssecretaris een rol. Bij een krappere arbeidsmarkt nemen werkgevers werknemers met hogere gezondheidsrisicos aan, neemt de werkdruk toe en gaan werknemers vrijblijvender om met ziekteverzuim.

Aan de andere kant zijn er ook meer mensen uit de WAO gegaan. In 1999 werden 70.000 WAO-uitkeringen beëindigd. In 2000 waren dat er 75.500.

De staatssecretaris is met het Ctsv van mening dat een verdere versterking van de regie op diverse verbetermogelijkheden ten aanzien van de keuringen en op een verantwoorde inzet van de extra middelen noodzakelijk is. Voor de komende periode is dit een belangrijke prioriteit.Om de greep op het keuringsproces te vergroten, heeft het Landelijk instituut sociale verzekeringen (Lisv) besloten dit jaar nog een nieuw keuringssysteem in te voeren. Het gaat hierbij onder meer om een geheel herziene en verbeterde methode om te beoordelen wat de cliënt lichamelijk dan wel psychisch nog kan.