http://www.minbuza.nl/content.asp?Key=409513
Aan de Voorzitters van de Algemene Commissie
voor Europese Zaken en van de Vaste Commissie voor Buitenlandse Zaken van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Directie Integratie Europa Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag
Datum 19 februari 2001 Auteur Mr G.A. Beschoor Plug
Kenmerk DIE/132/01 Telefoon 070-3485005
Blad /7 Fax 070-3484086
Bijlage(n) - E-mail die@minbuza.nl
Betreft Geannoteerde agenda Algemene Raad van 26 en 27 februari 2001
Zeer geachte Voorzitter,
Conform de bestaande afspraken heb ik de eer U hierbij de geannoteerde
agenda van de Algemene Raad van 26 en 27 februari 2001 aan te bieden.
De Minister van Buitenlandse Zaken
Geannoteerde agenda van de Algemene Raad van 26 en 27 februari 2001
Westelijke Balkan
De Raad zal spreken over de gespannen situatie in Zuid-Servië
(Presevo-vallei) en het belang hiervoor een politieke oplossing te vinden.
Enerzijds dienen daartoe de gewapende Albanese strijders hun
gewelddadigheden te staken (cfm. oproep VN-Veiligheidsraad); anderzijds
dient Belgrado zich terughoudend te blijven opstellen en spoedig over te
gaan tot vertrouwenwekkende maatregelen zoals vrijlating van Albanese
politieke gevangenen. Nederland steunt de algemene uitgangspunten van de
voorstellen uit Belgrado (het plan Covic), die zijn gericht op een
vreedzame oplossing en herstel van vertrouwen tussen partijen, zonder
aantasting van de territoriale integriteit van de FRJ. Nederland is
voorstander van vergrote EUMM-presentie in Presevo. De Commissie heeft,
naast huidige humanitaire inspanningen, aangekondigd bijna een miljoen Euro
te reserveren voor wederopbouwsteun aan de regio uit het CARDS-programma. In
dit stadium kan Nederland zich echter niet vinden in voorstellen tot
opheffing of verkleining van de Ground Safety Zone, aangezien een terugkeer
van Servische eenheden naar dit gebied tot escalatie van het geweld en
toename van vluchtelingenstromen kan leiden. Evenmin is Nederland
voorstander van optreden van KFOR in de zone zelf, vanwege de mogelijke
negatieve implicaties voor de positie van KFOR in Kosovo.
Over de situatie in Kosovo zal worden gesproken in het bijzijn van het
nieuwe hoofd van UNMIK Haekkerup. In deze gedachtewisseling zal ongetwijfeld
het recente geweld in o.a. Mitrovica aan de orde komen. Verder zullen met
name de voor dit jaar voorziene algemene verkiezingen aan bod komen.
Nederland is van mening dat deze verkiezingen passen binnen de
doelstellingen van VR-resolutie 1244 (zelfbestuur binnen FRJ-kader) en
bovendien legitieme gesprekspartners zullen opleveren voor de dialoog met
Belgrado. Ten aanzien van dit onderwerp bestaat binnen de EU overeenstemming
over de noodzaak van een duidelijk mandaat voor een Kosovaars parlement en
een adequate regeling voor kiezersregistratie van stemgerechtigden binnen en
buiten Kosovo, incl. Serviërs en Roma.
MOVP
De Raad zal de stand van het Midden-Oosten Vredesproces bespreken in het
licht van de actuele situatie. Ten tijde van de Raad zal definitief
duidelijk zijn of de nieuw gekozen Israëlische premier, Likoedleider Sharon,
een regering van nationale eenheid heeft kunnen vormen met de Labour-partij
van demissionair premier Barak.
De coalitievorming speelt zich af tegen een achtergrond van toenemend
geweld.
Onlangs had wederom een buitengerechtelijke doding door Israëlische
veiligheidstroepen plaats en vielen er acht Israëlische doden bij een
gewelddadige actie door een Palestijnse buschauffeur. Het EU-voorzitterschap
gaf twee verklaringen uit waarin deze twee gewelddadige voorvallen werden
veroordeeld. Tevens werden de partijen opgeroepen de geweldspiraal te
doorbreken en de voorwaarden te scheppen voor het hervatten van
vredesonderhandelingen.
Gemeenschappelijke Strategieën
Zoals gesteld in mijn verslag aan Uw kamer van de Algemene Raad van 20-21
januari jl., zal de Raad een verdere discussie voeren over het functioneren
van het instrument Gemeenschappelijke Strategieën, mede naar aanleiding van
het kritische rapport van Hoge Vertegenwoordiger Solana. Dit inmiddels
bekende rapport gaat U als bijlage toe.
Ik deel de conclusies van Solana dat de drie Gemeenschappelijke Strategieën
die de Unie heeft vastgesteld (over Rusland, Oekraïne en de Middellandse
Zee) operationele waarde ontberen omdat de doelstellingen te ruim zijn
geformuleerd en keuzes uit de weg worden gegaan. Sommige lidstaten zijn
echter van mening dat niet teveel afstand zou moeten worden genomen van de
bestaande Gemeenschappelijke Strategieën.
De Raad zal conclusies aannemen waarin aanbevelingen worden gedaan om het
instrument te verbeteren. Mijn inzet is daarbij dat Gemeenschappelijke
Strategieën, meer dan tot dusver het geval is, in het teken moeten staan van
operationaliteit. Beperking van de gekozen prioriteiten per Strategie is
daartoe een belangrijke voorwaarde. Ik meen ook dat hervorming van het
instrument niet alleen betrekking moet hebben op eventueel nieuw op te
stellen Strategieën, maar ook op de drie bestaande, zodat die bij voorrang
zouden moeten worden herzien. Elk jaar dienen de Strategieën te worden
getoetst, bij voorkeur in de maand januari zodat een directe koppeling wordt
gelegd met het jaarlijkse politieke prioriteitendebat in de Algemene Raad.
Daarmee kunnen Gemeenschappelijke Strategieën 'levende documenten' worden,
en een leidraad voor toekomstige, concrete activiteiten van de Unie.
Democratische Republiek Congo
De Raad zal aandacht besteden aan de ontwikkelingen in de Democratische
Republiek Congo (DRC), waar President Joseph Kabila heeft aangegeven het
geblokkeerde Lusaka vredesproces weer op gang te willen brengen. Nederland
ziet deze ontwikkeling als een "window of opportunity". De Unie is van
mening dat de internationale gemeenschap haar kritische dialoog ten aanzien
van de landen in de Grote Merenregio moet voortzetten en intensiveren.
De nieuwe regering van de DRC zal op korte termijn met concrete maatregelen
moeten komen om het vredesproces weer te hervatten. Binnen de EU wordt thans
nagedacht over maatregelen om de regering daarbij te ondersteunen, zoals
concrete steun voor de interne dialoog, reactivering van het Wereldbank
Trustfund, intensivering van de humanitaire hulp, opzetten van een
'Disarmament, Demobilisation en Reintegration' (DDR) programma, alsmede het
ontwerpen van een sanctieregime wanneer de DRC-regering geen vorderingen zou
maken op het vlak van democratisering. Nederland wenst een actieve rol te
spelen bij deze gedachtevorming. Daarbij wordt ook aangehaakt aan de
Raadsconclusies van 22 mei 2000, zoals de wens tot afstemming met de VS over
het Grote Meren-beleid en de aansporing aan de Verenigde Naties tot een meer
coördinerende rol.
Bezoek Ministeriële trojka aan Moldavië en de Zuidelijke Kaukasus
Voorzitter Lindh heeft aangegeven kort verslag te willen doen van de
resultaten van de Ministeriële trojka's aan Moldavië en de Zuidelijke
Kaukasus op resp. 14 en 20-21 februari.
De doelstelling van het trojka bezoek aan Chisinau (bestaande uit Voorzitter
Lindh, Hoge Vertegenwoordiger Solana en Commissaris Patten) was het
uitspreken van steun voor het economische en democratische hervormingsproces
in Moldavië, in welk licht het belang van binnenlandse politieke stabiliteit
is benadrukt. Met betrekking tot het conflict in Transdnjestrië
onderstreepte de trojka de territoriale integriteit van Moldavië en het
belang van de verwijdering van nog aanwezige Russische militaire
aanwezigheid aldaar, conform de afspraken van de OVSE-top in Istanboel
(december 1999). Tenslotte sprak de trojka EU-steun uit voor Moldavische
toetreding tot het Stabiliteitspact. Nederland had al in een eerder stadium
gepleit voor deze boodschap.
Het bezoek aan de Zuidelijke Kaukasus van de Ministeriële trojka kan worden
beschouwd als een startpunt voor een aangezette rol van de EU in de regio.
Voorop bij deze benadering staat het streven om met bestaande middelen een
grotere synergie en politiek effect te bereiken. Intensivering van de
relaties zal ook over de band van de OVSE moeten plaatsvinden, waartoe
Nederland samen met anderen initiatieven wil nemen. Met de buurlanden van de
Kaukasische staten (Rusland, Turkije, Iran) wil de EU een constructieve
dialoog entameren over regionale vraagstukken en hun rol daarbij.
(eventueel:) WTO , 4e Ministeriële Conferentie
Op 25 februari hebben de handelsministers van de EU een informele ontmoeting
over onder andere de EU strategie voor een nieuwe WTO-ronde. De EU hoopt dat
de nieuwe ronde kan worden aangevangen tijdens de 4e Ministeriële
Conferentie van de WTO, die 9-13 november as te Qatar zal plaatsvinden. Naar
verwachting zullen de Commissie en het Voorzitterschap verslag uitbrengen
van de bijeenkomst op 25 februari.
Ten vervolge van de vorige informele bijeenkomst van handelsministers
(Parijs, 1-2 december jl.) heeft de Commissie een discussienotitie opgesteld
over de 'State of Play and Strategy for the New WTO Round' . Hierin gaat zij
in op de vraag hoe de EU bij haar strategie voor de nieuwe ronde nog beter -
en zichtbaarder - rekening kan houden met de belangen van de
ontwikkelingslanden. Het Comité-133 van 19 januari jl. gaf de Commissie het
groene licht om de reacties van andere WTO-leden op de ideeën uit deze
notitie te peilen.
Minst Ontwikkelde Landen: Algemeen Preferentieel Stelsel
De Raad moet een besluit nemen over het initiatief van Commissaris Lamy voor
markttoegang voor producten afkomstig uit de Minst Ontwikkelde Landen
(MOL's). Dit punt was al geagendeerd voor de vorige AR in januari, maar werd
toen niet besproken.
Het oorspronkelijke voorstel ('everything but arms' ofwel 'EBA') voorzag in
onmiddellijke rechtenvrije toegang voor alle producten behalve wapens,
waarbij voor suiker, rijst en bananen een overgangsperiode van drie jaar
voorzien was. Dit voorstel heeft geleid tot kritiek van de zijde van
communautaire en niet-communautaire (niet-MOL's onder de ACP-landen)
producenten van m.n. de drie laatstgenoemde producten. Deze zien hun
concurrentiepositie mogelijk in gevaar gebracht worden door de toetreding
van nieuwe aanbieders op de interne markt. Als gevolg hiervan is de
Commissie thans bezig - in nauwe samenwerking met het Voorzitterschap - een
compromisvoorstel uit te werken dat enerzijds aan deze zorgen tegemoet komt
en anderzijds de MOL's op afzienbare termijn volledig vrije markttoegang
biedt. De Commissie denkt daarbij aan de volgende elementen:
Bananen: infasering van vrije toegang tussen 2002 en 2006 (oorspronkelijk
2000 - 2003); jaarlijks zal het tarief dalen met 20% zodat in 2006 volledige
rechtenvrijdom bereikt is.
Suiker en rijst: infasering van vrije toegang tussen 2006 en 2009
(oorspronkelijk 2000 - 2003); in het eerste jaar tariefdaling van 20%, in
het tweede 50% en in het derde jaar 80%. Vanaf 2009 zal volledige
rechtenvrijdom toegekend zijn.
Vanaf 2001 zullen rechtenvrije contingenten ingesteld worden voor rijst en
suiker, jaarlijks te verhogen met 15%. De initiële hoogte van deze quota's
worden bepaald aan de hand van het beste exportcijfer van de MOL's behaald
in de jaren negentig van de vorige eeuw.
De Commissie heeft nog geen formeel nieuw voorstel aan de hand van deze
elementen gepresenteerd. Nederland hecht zeer aan het oorspronkelijke
EBA-voorstel, en zal zich verzetten tegen verdere uitkleding. Van belang is
dat het voorstel spoedig door de Raad wordt afgehandeld.
Comité de Liaison avec les ONG
De Raad zal spreken over de problemen die zijn ontstaan tussen de Commissie
en het Comité de Liaison avec les ONG (CLONG), een koepelorganisatie van
NGO's in Brussel. Door slecht beheer van het CLONG en de nationale platforms
zag de Commissie zich genoodzaakt stappen te ondernemen, met als gevolg dat
het CLONG nu in haar voortbestaan wordt bedreigd: het CLONG zal onduidelijk
bestede gelden moeten terugbetalen, terwijl de Commissie nog betaling voor
verricht werk is verschuldigd.
Nederland erkent de verantwoordelijkheid van de Commissie voor een goed
financieel beheer van Gemeenschapsgelden. Ook het CLONG en de nationale
NGO's dienen zich te houden aan de daaruit voortvloeiende regelgeving.
Nederland kan zich echter niet aan de indruk onttrekken dat de Commissie in
deze affaire niet altijd even gelukkig heeft gehandeld (slechte en
onvolledige communicatie met het CLONG). Mede gezien het belang van de
deelname van 'Civil Society' aan ontwikkelingssamenwerking heeft Nederland
in de OS werkgroep en in het Coreper gepleit voor een pragmatische
oplossing.
De raadsverklaring die voorligt dringt bij de Commissie op een snelle
afhandeling aan, waarbij beide partijen verplichtingen nakomen en het CLONG
de mogelijkheid behoudt te blijven bestaan (zij het in andere vorm). Binnen
de Raad bestaat in grote lijnen overeenstemming over deze aanpak.
En marge: Verdrag van Nice
Na afloop van de Raad op maandag zullen de Ministers vanuit Brussel naar
Nice vliegen om aldaar het Verdrag van Nice ondertekenen. Na deze
plechtigheid vindt een informeel diner plaats.
En marge: Associatieraden met Estland, Letland en Litouwen
En marge van de Raad zullen op dinsdag Associatieraden plaatsvinden met Estland, Letland en Litouwen. Onderwerpen zijn onder meer de pre-accessiestrategie, de stand van zaken met betrekking tot implementatie van de Europa-akkoorden, pre-accessiesteun (Phare, Sapard en Ispa), financiële steun van de EIB en regionale samenwerking.
En marge: Gezamenlijke Raad EU- Mexico
En marge van de Raad zal een Gezamenlijke Raad EU-Mexico plaatsvinden. De EU
zal worden vertegenwoordigd door de trojka. Op de agenda staan onder meer
een politieke dialoog, economische ontwikkelingen in de EU en Mexico en de
ondertekening van een akkoord waarin een aantal nog openstaande punten wordt
geregeld uit het handelsakkoord EU-Mexico uit december 1999.
Kenmerk
Blad /1
===