Ministerie van Algemene Zaken


1red9155
23-02-01, NOS, Met het Oog op Morgen, Radio 1, 23.07 uur

MINISTER-PRESIDENT KOK, NA AFLOOP VAN DE WEKELIJKSE

MINISTERRAAD, OVER DE KOMENDE BEGROTINGSONDERHANDELINGEN

VAN SLOOTEN:
Meneer Kok, de miljarden vliegen om de oren. Laten we eerst het economisch beeld bepalen.

KOK:
Ja, laten we dat eens doen.

VAN SLOOTEN:
Deze week kwam het Centraal Planbureau met cijfers, vrij uitzonderlijk, naar buiten. Die hebben het over drie procent economische groei dit jaar. Moet ik zeggen dat het goed gaat met de economie of gaat het slecht?

KOK:
Het is altijd waar je vandaan komt.

VAN SLOOTEN:
Er waren allerlei verschillende berichten over in de krant.

KOK:
Vandaar dat ik zeg, het is waar je vandaan komt. We waren gewend aan rondom de vier, dus dan ga je een stuk naar beneden. Maar als u even teruggaat naar vier jaar geleden, zo'n beetje halverwege het kabinet-Paars I, leverden we toen een hele inspanning met elkaar om door versterking van de economische structuur en een aantal maatregelen te zeggen: laten we eens proberen op een groeipad te komen, Hans Wijers, minister van Economische Zaken, van drie procent per jaar.

VAN SLOOTEN:
Dat hebben we nu.

KOK:
Daar zat toen menigeen tegen aan te kijken van nou, nou zeg, is dat niet erg ambitieus om dat als doelstelling te kiezen? Haal je dat wel? En als je dat eenmaal hebt gehaald, houdt je dat dan vol? We hebben nu een aantal jaren, mede geholpen door de internationale conjunctuur, ruim boven die drie gezeten. We gaan nu dit jaar en volgend jaar waarschijnlijk naar een niveau van twee en drie kwart, drie procent. Dat is historisch gezien, en doorheen genomen, een hoge groei. Maar het is minder dan we gewend waren.

VAN SLOOTEN:
Het is minder dan we gewend waren. Het is toch mooi. Nu hoor ik deze week ook allerlei belangenorganisaties, bijvoorbeeld vandaag de onderwijsbonden, maar gisteren de hoofdcommissarissen, zeggen: drie procent economische groei, geef ons maar een miljard. De hoofdcommissarissen wilden zelfs een paar miljard extra. Zijn die wensen dan terecht?




KOK:
Ja. Maar ik denk niet dat bij mensen die een belang vertegenwoordigen, dat persé gekoppeld is aan hoe men de groei inschat. Men ziet in de samenleving dat er het nodige moet gebeuren. De politiekorpsen hebben gezegd dat er in de komende kabinetsperiode een fiks bedrag bij moet, omdat men ziet dat de behoefte aan veiligheid toeneemt. Men ziet ook dat de onveiligheid of in elk geval het gevoel van onveiligheid bij mensen toeneemt. Men ziet dat de aanwezigheid van blauw op straat en de kwaliteit van politie en politietoezicht daarbij helpt. Iets vergelijkbaars kun je ook zeggen over onderwijs en over zorg. Het is heel begrijpelijk dat vanuit de verschillende delen van het werk, van de publieke sector, analyses worden gemaakt die laten zien dat er voor de komende jaren nog het nodige te wensen is. Als je dat vindt, dan ligt het voor de hand om daar niet te lang mee te wachten. Dingen die vanaf 2002 of 2003 belangrijk zijn, zouden, als het maar even kan, een begin van een aanpak moeten krijgen in de rest van deze kabinetsperiode.

VAN SLOOTEN:
Kan dat überhaupt?

KOK:
Ja. Daar hebben we nu voorlopig inzicht in. Heel voorlopig, en dan zien we een fiks onderscheid tussen dit lopende jaar 2001 waar in het uitgavenkader voor een bedrag van enkele miljarden nog ruimte is. Dat is snel genoeg op als je daar alle prioriteiten op loslaat. Het grotere probleem is de veel beperktere ruimte voor 2002, voor het volgende begrotingsjaar. Daar laten de inzichten op dit moment zien dat de ruimte daarvoor zeer beperkt is.

VAN SLOOTEN:
Dat betekent dat niet alle wensen niet realiseerbaar zijn?

KOK:
Dat zullen ze nooit zijn. Ik heb nooit meegemaakt, ik loop zo'n jaar of twaalf in de regering mee als minister van Financiën en als premier, dat er niet een optelsom van wensen was en vaak ook wensen, waarvan iedereen zei daar kunnen we echt niet vanaf, die verre de ruimte overschreed, zelfs als die ruimte groot was. Nu de ruimte voor volgend jaar klein is, is dat probleem ernstiger. Ik ben echt niet zonder zorg over de vraag hoe die inpasbaarheid voor elkaar te krijgen.

VAN SLOOTEN:
Waarom niet zonder zorg?

KOK:
Omdat ik het probleem onder ogen zie dat we meer nodig zouden kunnen hebben dan in het uitgavenkader beschikbaar is. En nogmaals, ik heb geen broertje dood aan kiezen, maar het zou kunnen zijn dat deze keuzes drie dubbel gecompliceerd worden en daar krijg je met elkaar de komende weken een zware beleidsmatige klus aan in het kabinet.




VAN SLOOTEN:
Gecompliceerd omdat er wensen zijn, dingen die gerealiseerd moeten worden, omdat de noden hoog zijn. En er zijn afspraken gemaakt in het regeerakkoord. Dat kan je nooit allemaal overeind houden.

KOK:
De afgelopen jaren is dat wel gelukt. Het is tijdens Paars-I gelukt. Het is ook tijdens Paars-II gelukt tot aan het moment waar we nu zijn. Laten we iedere keer opnieuw het een kans geven en ons optimaal inspannen om binnen de afspraken die we hebben gemaakt tot een bevredigende uitkomst te komen. Dat is de hoofdklus van het kabinet. Nooit vergeten steeds bij de inhoud te beginnen en te eindigen. Ik heb de afgelopen dagen de discussie gehoord over de regels die vooral wel moesten blijven of juist niet mochten blijven. Het is belangrijk om die discussie uiteindelijk te voeren in het licht van wat waarom nodig is, draait het om geld of draait het niet om geld? Als het om geld draait, hoeveel is er dan voor nodig? Zien we kans om met herschikken daar ruimte voor te maken? Net als in een gezin of in een bedrijf is het niet altijd zo dat wat je er bij wilt hebben, er altijd bij kan. Daar moet je wel eens iets anders voor laten. Dat geldt voor de grote rijksoverheid ook. Je kunt iets laten om iets wat begeerlijker is binnen bereik te krijgen. Die totale eindafweging, die hele discussie in het kabinet met de besluitvorming daarbij, moet komen. Dat wordt nu opgebouwd op weg naar komende maanden.

VAN SLOOTEN:
In feite zegt u, je moet alle problemen, alle analyses in kaart brengen. Daar moet je met elkaar breed politiek over discussiëren. Aan het slot maak je een aantal keuzes en dan kom je toe aan de hele discussie waar we het de afgelopen week over hebben gehad. Handhaaf je de Zalmnorm of wijk je daar van af.

KOK:
Daarom was ik zo geïnteresseerd in de gretigheid waarmee sommigen al over de eindfase praten. Ik ben nog niet aan de eindfase toe. Ik ben zo gebouwd dat ik probeer dat, met de logica die ik meen te hanteren, een beetje op te bouwen. Zodat je zicht krijgt op het geheel en in dat geheel uiteindelijk je finale, beleidsmatige en politieke afwegingen kunt maken.

VAN SLOOTEN:
En is die uiteindelijke afweging, het slotspel, de apotheose van deze politiek discussie nabij?

KOK:
Daar staan afspraken voor. Ergens in de loop van de maand april komen we tot een afronding van de besluitvorming voorjaarsnota/kaderbrief. Dan krijgen we besluitvorming die naar de Kamer gaat over de lopende begroting, voor dit jaar 2001, en dan zijn de beleidslijnen die in de miljoenennota van september 2001 worden neergelegd voor het volgende jaar in de grondverf gezet. We komen met twee maanden van nu met besluitvorming die bepalend is voor dit jaar en in hoge mate ook de hoofdlijnen bevat voor de begrotingsvoorbereiding volgend jaar.

VAN SLOOTEN:
En afhankelijk van de uitkomst ook bepalend is voor wat er daarna gaat gebeuren qua samenstelling van coalities.




KOK:
Er zijn zoveel interessante vergezichten te maken. Ik heb altijd geleerd dat als je de eerste horde niet neemt, je aan de volgende niet toe komt.

VAN SLOOTEN:
Sterkte met het springen.

KOK:
Dank u wel.
(letterlijke tekst, ongecorrigeerd, JBr)