P E R S B E R I C H T

Borst: cholesterol-verlagers blijven vergoed voor risicogroepen Niet-behandelen en onderbehandeling van patiënten met een te hoog cholesterolgehalte nog steeds niet aangepakt.

Bennebroek / Leusden / Bunnik, 23 februari 2001 -
Minister Borst heeft vorige week bekend gemaakt dat cholesterolverlagers beschikbaar moeten blijven voor mensen met een sterk verhoogd risico op hart- en vaatziekten. Dat is een goede ontwikkeling. Echter: na ruim tien jaar waarin duidelijke richtlijnen voor behandeling beschikbaar zijn, is ruim de helft van die mensen zich niet bewust dat ze een verhoogd cholesterol hebben, en VWS verzuimt daar wat aan te doen. Deze nalatigheid zet de gezondheid van honderdduizenden Nederlanders op het spel, aldus de patiënten-organisaties Stichting Bloedlink, Diabetes-vereniging Nederland en Federatie Hartezorg.

Om deze reden vragen de drie patienten-organisaties de Tweede Kamer geen genoegen te nemen met het voorgestelde beleid van de minister.

Deze kritiek staat los van de recente discussies over het verplicht stoppen met roken voor mensen die cholesterolverlagers gebruiken. Volgens de samenwerkende patienten-organisaties leidt die discussie de aandacht af van het structurele probleem van onderbehandeling.

Uit het spraakmakende rapport "Cholesterolverlagende therapie" van de Gezondheidsraad is af te leiden dat naar schatting 200.000 Nederlanders onnodig een groot gezondheidsrisico lopen omdat ze een te hoog cholesterol hebben, maar daar niet voor behandeld worden. Het betreft hier met name mensen met diabetes, of met erfelijke vormen van hoog cholesterol, of met een eerder doorgemaakt hartinfarct of beroerte.

Zo blijken van de ruim 100.000 mensen met erfelijk hoog cholesterol maar circa 35.000 behandeld te worden met cholesterolremmers (bron: Stichting Bloedlink). Bijna twee van de drie mensen met erfelijk hoog cholesterol worden dus niet behandeld. Daarnaast blijkt uit onderzoek van het Universitair Medisch Centrum Utrecht (NTvG, april 2000) dat van de ruim 700 patiënten met eerder doorgemaakt hart- en vaatlijden tweederde een te hoog cholesterol had. Slechts 9% werd adequaat behandeld. 14% kreeg cholesterolverlagende medicatie maar behaalde de streefwaarde van 5,0 mmol/l niet. En 45% van de mensen werd niet medicamenteus behandeld terwijl zij, conform de richtlijnen van het CBO en de Gezondheidsraad, wel cholesterolremmers (statines) zouden moeten krijgen.

Prof. Dr. A.F.H. Stalenhoef, hoogleraar atherogenese in het Universitair Medisch Centrum St. Radboud te Nijmegen en voorzitter van de Commissie Cholesterol van de Gezondheidsraad, onderschrijft dat er nog veel onderbehandeling bestaat. "Verlaging van het serumcholesterolgehalte door middel van een cholesterolsyntheseremmer of statine, is een doeltreffende en tamelijk veilige medische behandeling, waar veel patiënten met erfelijke hyperlipidemie, hart- en vaatziekten of diabetes mellitus baat bij kunnen vinden", aldus Stalenhoef.

Prof. Dr. Stalenhoef pleit ervoor dat de aanbevelingen die de Gezondheidsraad heeft gedaan rond behandeling van de bovengenoemde risicogroepen beter worden opgevolgd. Scholing van artsen, controle op naleving van behandelingsstandaarden en voorlichting via patienten-ogranisaties horen daarbij. "Wij hopen dat voor risico-patiënten de cholesterolverlagende adviezen van de Commissie worden opgevolgd en dat onnodig overlijden als gevolg van het niet behandelen of onderbehandeling van hypercholesterolemie zal afnemen", besluit Stalenhoef.

====

Meer informatie voor de redactie:

Stichting Bloedlink, Patiëntenorganisatie Erfelijke Hart- en Vaatziekten, de heer Hans van Laarhoven, tel. 036 54 64 433; zie ook de site www.bloedlink.nl . Diabetesvereniging Nederland, tel 033-4630566
Federatie Hartezorg, de heer Frederik Vogelenzang, tel 030 6596418; zie ook www.hartezorg.nl