Ministerie van Algemene Zaken

Ministerie van Buitenlandse Zaken

Persbericht Ministerraad
23 februari 2001

NIEUW BELEIDSKADER INTERNATIONAAL ONDERWIJS: MEER VRAAGSTURING

Het kabinet heeft ingestemd met de voorstellen van minister Herfkens van Ontwikkelings- samenwerking voor een nieuwe aanpak op het gebied van internationaal onderwijs (IO). In het nieuwe kader bepaalt de vraag vanuit ontwikkelingslanden, meer dan in het verleden, de door Ontwikkelingssamenwerking gefinancierde onderwijsprogramma's. Daarnaast zullen meer concentratie, betere aansluiting bij het bilaterale ontwikkelingssamenwerkingsbeleid, meer flexibiliteit en keuze uit een breder Nederlands aanbod centraal staan. In de voorbereiding van het nieuwe beleidskader is intensief overlegd met betrokken departementen en de koepelorganisaties voor het hoger onderwijs. De voorstellen zullen aan de Tweede Kamer worden aangeboden.

In overeenstemming met het huidige ontwikkelingsbeleid wordt het aantal landen waarmee in het IO zal worden samengewerkt beperkt tot ruim 50 landen, afhankelijk van de programma's. Er komen in plaats van de nu bestaande zeven programma's drie nieuwe: één gericht op institutionele ontwikkeling van hoger onderwijs en trainingscapaciteit en twee beurzenprogramma's. Een zal opleidingen voor een academische graad met een duur van één tot vijf jaar verzorgen, het andere is bestemd voor opleidingen en trainingen van kortere duur. De programma's zullen worden beheerd door een of meer intermediaire organisaties (IMO's).

Het internationaal onderwijsbeleid zal dit jaar verder vorm krijgen. Zo wordt nog gewerkt aan een meer transparante financieringswijze van de nieuwe programma's en worden voorstellen uitgewerkt voor de taken en de selectie van de IMO's die de drie programma's gaan beheren. Geleidelijkheid en zorgvuldigheid zijn de sleutelwoorden bij de invoering van de nieuwe programma's vanaf 2002.

Jaarlijks geeft Nederland ca. 250 miljoen gulden uit aan het internationaal onderwijs uit ODA- middelen. Hiervan is ongeveer de helft bestemd voor financiering van bestaande Nederlandse IO- instellingen en de andere helft voor de onderwijsprogramma's zelf. Hierin komt geen verandering.

RVD, 23.02.2001