PERSBERICHT
Utrecht/Brussel, 22 februari 2001
Oproep aan EU landbouwministers: kies voor markt, gezondheid èn milieu.
De EU-landbouwministers moeten de hun geboden kansen grijpen om de rundvleessector duurzamer te maken. Als zij snel overeenstemming bereiken over het nieuwe Zevenpuntenplan van de Europese Commissie, nemen ze een deel van de stimulans tot meer en intensiever produceren weg. Daarnaast kunnen de ministers in eigen land eisen stellen aan landbouwsubsidies. Dat schrijft het Europees Milieubureau (EEB) in een brief aan de Europese ministers van landbouw die aanstaande maandag in Brussel vergaderen. Het Zevenpuntenplan, dat de Commissie op 13 februari jl. presenteerde, staat daar op de agenda.
Tot nu toe heeft de EU, gedreven door de BSE-crisis, slechts noodmaatregelen getroffen in de rundvleessector. Miljarden euro's worden nu gebruikt om een flinke hap uit de rundvlees-productie te nemen, wat tevens leidt tot verminderde druk op het milieu. Het EEB verwacht dat de boeren hun rundveestapel weer naar het oude niveau terug zullen brengen zodra de crisis is bezworen. Het huidige subsidiesysteem stimuleert productiegroei, met alle milieugevolgen van dien. Het Zevenpuntenplan ondervangt dit bezwaar deels.
Een positief element uit het plan is bijvoorbeeld de verlaging van het maximum van 2,0 naar 1,8 runderen per hectare als voorwaarde om subsidie te krijgen. Met die verlaging van de veedichtheid neemt de vervuiling van grondwater en lucht af. Een tweede voorbeeld is de stimulans van productie van biologisch veevoer. Het EEB verzoekt de landbouwraad in elk geval de voor het milieu voordelige punten te ondersteunen en waar mogelijk te verbeteren opdat het plan het volgende kalenderjaar van kracht kan worden.
Onafhankelijk van de uitkomst van de Raadsvergadering kunnen regeringen nu al het subsidiesysteem aanpassen in eigen land. Zo kunnen landen zelf milieuvoorwaarden stellen aan premies, de zogenoemde "cross compliance". Voorbeelden van zulke voorwaarden zijn scherp meststoffenmanagement en veedichtheidseisen. Een tweede stap die lidstaten zelf kunnen zetten is het differentiëren van betalingen in de zogenaamde 'nationale envelop'. Daardoor kunnen boeren deels per hectare in plaats van per dier uitbetaald worden; zodoende wordt de premie losgekoppeld van productie. In Nederland gelden een aantal normen voor cross compliance, maar niet in de rundvleessector. Nederland differentieert geen premies binnen de nationale envelop.
Nadere inlichtingen: Gijs Kuneman, tel. 0302331328 (privé 030 6036941)