Partij van de Arbeid

Den Haag, 22 februari 2001

VRAGEN VAN DE LEDEN DE BOER EN CRONE (BEIDEN PVDA) AAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

1. Bent u bekend met klachten omtrent ondoorzichtige en schijnbaar onbillijke berekeningen van energiedistributiebedrijven voor aansluittarieven op het elektriciteitsnet voor onder andere windturbine-installaties met een vermogen van meer dan 10MW?

2. Is het waar dat energiedistributiebedrijven voor bovengenoemde aansluitingen van meer dan 10 MW zelf de kosten mogen calculeren?

3. Deelt u de mening dat onder andere exploitanten van windturbines die aansluiting wensen op het elektriciteitsnet, zeker daar waar het installaties met een vermogen van meer 10MW betreft, geen sterke onderhandelingspositie ten opzichte van de netbeheerder c.q. energiedistributiebedrijf bezitten? Zo ja, welke mogelijkheden ziet de minister om wel gelijke machtsverhoudingen te creëren? Zo nee, waarom niet?

4. Heeft de Dte een rol daar waar het gaat om toezicht op de bovengenoemde aansluittarieven? Zo ja, welke rol? Zo nee, waarom niet en bent u van mening dat de Dte die rol wel dient te krijgen? Is er een verschil tussen aansluitingen van minder en meer dan 10 MW?