Vaste contracten in uitzendbranche in 2000 met 18% gestegen
(22-02-2001)
Steeds meer uitzendkrachten zijn voor bepaalde of onbepaalde tijd in
dienst van een uitzendonderneming. In 2000 steeg het totaal aantal
uren dat gewerkt is in fase 3 en 4 met circa 18% ten opzichte van
1999. Tegelijkertijd is het aantal contracten 'voor de duur van de
opdracht' afgenomen. Het aantal uur dat is gewerkt in fase 1- en
2-contracten gedurende het eerste uitzendjaar is gedaald met 11%. Dit
blijkt uit de marktgegevens over 2000 die het NIPO in opdracht van de
ABU (Algemene Bond Uitzendondernemingen) verzameld heeft.
De forse verschuiving naar het aantal contracten voor bepaalde of
onbepaalde tijd is sinds ruim een jaar voelbaar. De oorzaak ligt met
name bij de invoering van de wet Flexibiliteit en zekerheid die het
mogelijk maakt een directe arbeidsrelatie aan te gaan met
flexkrachten. Ook verschuivingen op de markt, zoals een toegenomen
interesse van het bedrijfsleven om op projectbasis werk uit te
besteden, zorgt ervoor dat vaker eerder genoemde contracten worden
afgesloten.
De ABU verwacht de komende jaren een verdere autonome toename van het
aantal fase 3- en 4-contracten. De complexe arbeidsmarkt speelt
daarbij een belangrijke rol. De arbeidsmarkt vraagt om
gedifferentieerde producten en diensten. Uitzendondernemingen gaan er
steeds vaker toe over concepten neer te zetten voor specifieke
marktsegmenten. Hoger opgeleiden, ouderen, niches en
internetontwikkelingen worden tot aparte tools gemaakt, waarbij de
wensen van de individuele werknemer steeds vaker bepalend wordt.
Verder verwacht de ABU dat het aantal uitzendingen in fase 1 en 2 sterk toe zal kunnen nemen indien de uitzendbranche meer kan betekenen bij de reïntegratie van bijzondere doelgroepen. Door de toetredingsmogelijkheden tot de arbeidsmarkt voor (geregistreerde) werklozen, niet-werkenden (onder wie ouderen, vrouwen en allochtonen en laagopgeleiden) en arbeidsgehandicapten te vergroten, wordt bovendien een belangrijke bijdrage geleverd aan het streven van het kabinet naar een verruiming van het arbeidsaanbod.
De omzet in 2000 is licht gedaald, met 3,6%. In vergelijking met de
CBS-cijfers over de eerste twee kwartalen, laat het totaalbeeld zien
dat de omslag die de branche nu maakt, voelbaar is geworden in de
tweede helft van het vorige jaar.
Bovenstaande uren- en omzetgegevens zijn verzameld door het
onderzoeksbureau NIPO onder een deel van de bij de ABU aangesloten
uitzendondernemingen. De cijfers zijn representatief voor circa 80%
van de markt en hebben betrekking op het jaar 2000.
Voor de redactie,