Door Duitsers geroofde Joodse archieven overgedragen aan het
Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap.
Een brief van een Amsterdamse mosterdfabrikant die de opperrabbijn
vraagt zijn mosterd de officiële, rabbinale goedkeuring te geven,
zodat hij zijn producten ook aan de Joodse gemeenschap in Amsterdam
kan slijten. Correspondentie over de aanbesteding van schilderwerk aan
synagogen. Maar ook: tientallen verzoeken van kerkleden om
vermindering van hun contributie, omdat ze door maatregelen van de
Nazi's tegen Joodse burgers in inkomen gehalveerd of werkloos geworden
zijn. Verzoeken om informatie of de moeder van mijnheer X of Y ooit
deel heeft uitgemaakt van dit Joodse kerkgenootschap. En een dikke
stapel ambtelijke kennisgevingen uit de periode 2 januari tot 29 april
1943, waarin het overlijden van ettelijke honderden Joden in Kamp
Westerbork wordt meegedeeld.
De verschrikkelijke realiteit van de Joodse gemeenschap tijdens de
Tweede Wereldoorlog, tot leven gebracht door de inhoud van een paar
dozen.
Dinsdag 20 februari vond in het Algemeen Rijksarchief te Den Haag de
officiële overdracht plaats van archiefmateriaal dat tijdens de Tweede
Wereldoorlog door de Nazi's is geroofd uit Amsterdam en afgevoerd naar
Tsjechie. De archieven maakten in Praag deel uit van het bestand van
Reichsprotector Heydrich en zijn later op nog niet opgehelderde wijze
terechtgekomen in de Tsjechische staatsarchieven.
Na de ontdekking en de herkenning als zijnde Nederlands erfgoed,
hebben de Tsjechische autoriteiten in alle opzichten bereidwillig
meegewerkt aan de recuperatie van deze archieven. De archieven, in
totaal 7 archiefdozen groot en deels in het Hebreeuws is gesteld,
omvatten de periode tussen 1799 en 1943. Ze vormen, samen met het door
de Nazi's geroofd archiefmateriaal dat in Moskou aanwezig is, de
ontbrekende schakel in het archief van het Nederlands-Israëlitisch
Kerkgenootschap zoals dat bewaard wordt in het Amsterdams
Gemeentearchief. Het materiaal is van groot historisch en religieus
belang.
Rijksarchiefdienst