PERSBERICHT
Wettelijke regulering aidsmedicijnen
In een vandaag verschenen advies aan de Minister van VWS geeft de
Gezondheidsraad zijn mening over beleidsvoornemens van de minister
voor regulering van de toepassing van HIV-remmende geneesmiddelen. Van
primair belang is het tegengaan van virusresistentie tegen die
middelen. Dit vraagt om concentratie van de behandeling in daartoe te
machtigen centra die moeten voldoen aan onlangs vastgelegde
kwaliteitsnormen. Ook moet zo'n centrum deelnemen aan de landelijke
registratie van behandelingsgegevens.
Enkele jaren geleden bracht de Gezondheidsraad het advies
'Resistentievorming bij het gebruik van HIV-remmende geneesmiddelen'
uit aan de Minister van VWS. Centraal daarin staat het gevaar van zich
ontwikkelende virusresistentie tegen de toen nog nieuwe HIV-remmers.
Zorgvuldig gereguleerde toepassing van die medicijnen kan dit gevaar
tot een minimum beperken. Mede op grond van de in dat advies gedane
aanbevelingen heeft de minister een ontwerp-beleidsvisie voor
wettelijke regulering geformuleerd en ter beoordeling voorgelegd aan,
onder meer, de Gezondheidsraad.
De Raad onderschrijft de hoofdlijnen van het ministeriële ontwerp en
geeft verbijzonderingen van sommige van zijn eerdere aanbevelingen.
Uitgangspunt is dat de behandeling van patiënten met HIV-infecties of
aids een 'bijzondere medische verrichting' is in de zin van de
gelijknamige wet. Alle vormen van die behandeling moeten worden
voorbehouden aan ziekenhuizen ('aidsbehandelcentra') waar het
patiëntenaanbod groot genoeg is voor hoogwaardige zorg. Zo'n centrum
moet voldoen aan de kwaliteitsnormen die inmiddels zijn vastgelegd
door de Nederlandse Vereniging van Aidsbehandelaren. Een andere
voorwaarde voor vergunning is deelname aan een landelijk project voor
de registratie van de behandelingsgegevens, óók die met betrekking tot
HIV-positieve patiënten die na hun aandiening bij een centrum (nog)
geen behandeling met HIV-remmers krijgen.
Bijzondere aandacht vragen de behandeling van kinderen en die van
zwangere vrouwen. Gezien het betrekkelijk geringe aantal zeer jeugdige
patiënten moet een aidsbehandelcentrum voor kinderen een
organisatorische relatie hebben met zo'n centrum voor volwassenen.
Binnen die relatie zouden gynaecologen zich moeten toeleggen op de
gecompliceerde medische begeleiding van HIV-positieve zwangeren.
De Gezondheidsraad wijst, ten slotte, nog op de onmisbaarheid van
adequate systemen voor de beschikbaarstelling van HIV-remmers en voor
de medicatiebewaking.
Nadere inlichtingen geeft de heer G Jambroes, arts, tel. (070) 340 65
91, e-mail G.Jambroes@gr.nl.
Datum: 22 februari 2001