Brieven aan de Kamer
Nederlandse deelneming aan het Europese programma SOSTAR-X.
22-02-2001
Inleiding
Operatie 'Allied Force' in Kosovo heeft het belang onderstreept van
een doeltreffende grondwaarnemingscapaciteit ter ondersteuning van
militaire operaties. Grondwaarneming is een essentieel hulpmiddel voor
de vergaring van militaire inlichtingen. Europa heeft belangrijke
tekortkomingen op dit gebied, zo is onder meer vastgesteld binnen het
kader van het 'Defence Capabilities Initiative' van de Navo, waarover
u onder meer bent geïnformeerd met de brief van 14 juni 2000
(Kamerstuk 26800-X-41), en de audit van de Weu. Een aantal Europese
landen heeft het initiatief genomen een demonstratiemodel te
ontwikkelen voor een Europese grondwaar-nemingsradar: de 'Stand-Off
Surveillance and Target Acquisition Radar' (SOSTAR). Met deze brief
informeer ik u over dit programma en de overwegingen die hebben geleid
tot Nederlandse deelneming.
DCI en EVDB
Tijdens de Golfoorlog (1991) hebben de Verenigde Staten voor het eerst
een systeem ingezet waarmee vanuit de lucht waarnemingen op de grond
konden worden gedaan. Het systeem bestond uit een Boeing 707 voorzien
van een neerwaarts gerichte radar ('Jstars'), waarmee waarneming,
inclusief het volgen van beweging, mogelijk is van objecten ongeveer
ter grootte van een auto en van troepen. Het Amerikaanse systeem is
complementair aan het Awacs-systeem voor waarnemingen in het
luchtruim.
Overtuigd van de waarde van een grondwaarnemingssysteem vanuit de
lucht ten behoeve van inlichtingen en commandovoering heeft de Navo
een operationele behoefte gesteld die in 1992 op ministerieel niveau
is goedgekeurd. Het Militair Comité van de Navo heeft deze
operationele behoefte in 1994 bevestigd en in 1997 is de Navo-stafeis
voor een 'Alliance Ground Surveillance' (AGS) systeem vastgesteld. De
'Conference of National Armaments Directors' (CNAD) kreeg de opdracht
te onderzoeken hoe aan de operationele behoefte kan worden voldaan.
Het onderzoek van de CNAD werd gecompliceerd door de politieke
discussie over transatlantische tegenover Europese samenwerking,
waarbij ook industriële belangen een rol speelden. Vooral de grote
Europese landen konden uiteindelijk niet aanvaarden dat, zoals bij de
Awacs was gebeurd, een systeem van Amerikaanse makelij in de behoefte
zou voorzien, terwijl in Europa (onder andere in Nederland) wel
degelijk de radar- en informatietechnologie beschikbaar is. Voorts
maakt het restrictieve Amerikaanse wapenexportbeleid het voor Europese
landen onmogelijk toegang te krijgen tot alle technologie van de
Amerikaanse grondwaarnemingsradar. Met het oog op het EVDB is het van
belang dat Europa voor essentiële strategische onderdelen van haar
defensiecapaciteit kan beschikken over alle benodigde technologische
kennis. Op grond van deze overwegingen koos een aantal Europese landen
voor een eigen AGS-koers die past in het EVDB. Overigens heeft de
Navo-top in Washington in 1999 AGS ook opgenomen in het 'Defence
Capabilities Initiative'.
De bondgenoten zijn het eens geworden over een Navo-systeem dat zal
bestaan uit een kerncapaciteit, aan te vullen met nationale middelen.
Om deze kerncapaciteit te verwezenlijken worden de komende jaren twee
sporen gevolgd: een Amerikaans spoor (Natar) en een Europees spoor
(Sostar). Aan Natar nemen, behalve de Verenigde Staten, deel: België,
Canada, Denemarken, Luxemburg en Noorwegen. In Sostar werken
Duitsland, Frankrijk, Italië, Nederland en Spanje samen. Het Verenigd
Koninkrijk neemt niet deel aan Natar of Sostar; het nationale systeem
Astor voorziet al in de Britse behoefte aan
grondwaarnemingscapaciteit. De Natar- en de Sostar- landen zullen de
mogelijkheden onderzoeken om de komende jaren informatie en, wellicht,
technologie uit te wisselen. De mate van samenwerking in de komende
jaren zal een indicatie zijn van de kansen om na 2005 tot één
AGS-kerncapaciteit te komen in de Navo.
Sostar-X
Sostar-X is de eerste fase van het Sostar-programma. Het betreft een
haalbaarheidsstudie en vervolgens de bouw van een
technologiedemonstratiemodel van een 'Synthetic Aperture Radar/Moving
Target Indicator' (SAR/MTI) voor een Sostar-radar. Dankzij de
toepassing van 'schaalbare-antennetechnologie' zal het mogelijk zijn
de Sostar-antenne te gebruiken op verschillende platforms, zowel grote
vliegtuigen en middelgrote vliegtuigen als onbemande vliegtuigen en
helikopters (zoals de NH-90). Hierdoor zal de Sostar-antenne in
beginsel geschikt zijn voor verschillende soorten militaire operaties.
Het Sostar-demonstratiemodel zal worden geïntegreerd in een Nederlands
testvliegtuig: een Fokker-100.
Sostar-X heeft een financiële omvang van ongeveer f 187 miljoen en de
looptijd is vijf jaar (2001 - 2005). Naar verwachting zal het
Memorandum of Understanding in het tweede kwartaal van dit jaar kunnen
worden ondertekend. Het programma zal worden uitgevoerd door de Sostar
GmbH, met als zetel Friedrichshafen. In de Sostar GmbH nemen als
nationale hoofdaannemers deel: EADS (Dornier, Duitsland), Thomson CSF
(Detexis, Frankrijk), FIAR (Italië), Fokker Space (Nederland) en Indra
(Spanje). Deelneming aan de ontwikkeling van het
Sostar-demonstratiemodel verplicht geen van de landen tot deelneming
aan de vervolgfasen.
Nederlandse deelneming
Het belang van een bondgenootschappelijke AGS-capaciteit is
onomstreden. De behoefte eraan maakt deel uit van het DCI. Een
Europese inspanning op dit gebied is tevens een zinvolle bijdrage aan
de 'Headline Goal' van Helsinki. Ik verwijs u in dit verband naar de
in de inleiding genoemde brief van 14 juni 2000. Daarom dient
deelneming aan Sostar-X niet alleen een operationeel maar ook een
politiek belang. Voorts heeft een aantal Nederlandse bedrijven
belangstelling getoond voor het programma.
Daarom zal Nederland in de periode 2001 tot en met 2005 voor ongeveer
f 12 miljoen (inclusief BTW, prijspeil 1999) deelnemen aan het
Sostar-X-programma. Defensie zal hiervan ongeveer f 9 miljoen
bijdragen en de Nederlandse industriële deelnemers - Fokker Space (als
Lead Industry), Stork en TNO-FEL - samen ongeveer f 3 miljoen. De
bijdrage van Defensie wordt gefinancierd uit het EVDB-fonds, als
additionele bijdrage aan de 'Headline Goal', gericht op het wegwerken
van tekortkomingen in belangrijke Europese capaciteiten. Over de
totale invulling van de additionele defensiebijdrage aan de 'Headline
Goal' bent u afzonderlijk geïnformeerd.
Een besluit over Nederlandse deelneming aan een volgende fase, de
Sostar-productiefase, zal te zijner tijd worden genomen op grond van
de resultaten van de Sostar-demonstratiefase, de uitkomst van de
ontwikkelingen binnen de Navo op AGS-gebied en de voortgang van het
EVDB.
DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
H.A.L. van Hoof