Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Antwoorden op kamervragen over energielevering aan een Amsterdams internaat

Een parlementair stuk bij het onderwerp Integratie 13 februari 2001
De Tweede-Kamerleden Verburg en Eurlings (beiden CDA) hebben op 25 januari 2001 vragen gesteld aan de minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid en de staatssecretarissen van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, resp. Mw. Adelmund en Mw. Vliegenthart over energielevering aan een Amsterdams internaat. Deze vragen zijn op 13 februari beantwoord.
1. Vraag
Vindt u het acceptabel dat de jongeren van het Amsterdamse schoolinternaat Stimulans wegens afsluiting van het gas letterlijk en figuurlijk in de kou worden gezet?
Antwoord
Nee, het is niet acceptabel dat de jongeren in het internaat wegens afsluiting van gas in een onverwarmd gebouw moeten verblijven. Het is de Stichting Sociaal Pedagogische Begeleiding Amstelland die verantwoordelijk is voor het internaat. Aangezien het een betalingsachterstand betreft van de stichting aan het NUON is dit een kwestie die tussen deze partijen zal moeten worden opgelost.

2. Vraag
Deelt u de mening dat dit internaat een belangrijke rol vervult in het bestrijden en voorkomen van (onderwijs)achterstanden van Turkse jongeren en daarmee aan hun ontwikkeling en integratie in de samenleving; en dat derhalve voorkomen dient te worden dat dit vrijwilligersinitiatief strandt door een tijdelijke betalingsachterstand?
Antwoord
Internaten kunnen jongeren ondersteuning bieden in hun schoolloopbaan en zodoende onderwijsachterstanden helpen voorkomen. Het Amsterdams internaat is een positief initiatief om de ontwikkeling en integratie van Turkse jongeren te stimuleren. Bewonderenswaardig is dat dit initiatief door vrijwilligers van de grond is gekomen en met hun inspanning wordt voortgezet. Ik zou het bijzonder betreuren als een tijdelijke betalingsachterstand de voortzetting van dit initiatief zou belemmeren.
Naast internaten zijn er overigens ook andere perspectiefrijke vormen van opvoedings- en schoolloopbaanondersteuning van jongeren uit achterstandssituaties. Ik denk daarbij onder meer aan leerlingbegeleiding en onderwijsondersteuning op school, mentoring, huiswerkbegeleiding en het voorkomen van voortijdig schoolverlaten (TK vergaderjaar 1998-99, 26210 nr. 21).
3. Vraag
Bent u bereid, in samenwerking en overleg met de verantwoordelijke gemeentelijke wethouder(s), het stadsdeel Geuzenveld/Slotermeer en het NUON, u in te spannen voor een spoedige oplossing van de gerezen problemen?
Antwoord
Het is duidelijk dat er spoedig een oplossing dient te komen voor de gerezen problemen. Ik heb er vertrouwen in dat de Stichting Sociaal Pedagogische Begeleiding Amstelland en het energiebedrijf NUON, een oplossing kunnen treffen voor de financiële problemen. Het ligt echter niet op mijn weg mij te mengen in de financiële discussie tussen de Stichting en het NUON over een betalingsachterstand. Enerzijds omdat een oplossing van deze financiële problemen bij de desbetreffende partijen ligt en anderzijds omdat het probleem zich niet op rijksniveau, maar op gemeentelijk niveau afspeelt.

4. Vraag
Is het u bekend of deze door vrijwilligers opgezette en bestuurde internaten vaker te kampen hebben met financiële en/of beleidsmatige obstakels, en zo ja, bent u bereid in overleg met onder andere het Landelijk Overleg Schoolinternaten te komen tot betere faciliterings- en ondersteuningsmogelijkheden? Antwoord
Het is mij bekend dat ook andere internaten die vanuit eenzelfde initiatief van start zijn gegaan moeite hebben hun financiële zaken rond te krijgen. Van beleidsmatige obstakels ben ik niet op de hoogte. Op 9 maart 1999 heeft de Tweede Kamer bepleit om het idee van internaten voor (bepaalde groepen) jongeren serieus te nemen. Het kabinet heeft per brief van 14 juli 1999 laten weten dat niet wenselijk te vinden. Vervolgens heeft de Tweede Kamer het kabinet verzocht ondersteuning te bieden bij een initiatief van een aantal leden van de Tweede Kamer om een wettelijke basis te realiseren voor een rijksbijdrage aan internaten (motie Rabbae cs, 10-11-1999). Hiermee heeft het kabinet ingestemd en vervolgens is er een interdepartementale werkgroep ingesteld. In dat kader is aan de B&A Groep de opdracht verstrekt een (behoefte-)onderzoek te verrichten onder belanghebbenden en betrokkenen over een bredere inzet van internaten. Vervolgens zal worden nagegaan onder welke voorwaarden deze internaten zouden kunnen bijdragen aan de versterking van schoolprestaties in het voortgezet onderwijs en daarmee aan de integratie van (etnische) minderheden. De resultaten van dat onderzoek zullen in maart aanstaande bekend zijn.