Na een start in 1996 van de invoering van de titel Federatie Financieel Planner (FFP) beginnen de eerste planners op declaratiebasis zich nu te onderscheiden van hen die nog het accent hebben liggen op productverkoop. In aanvulling op of in samenwerking met een accountant ontstaat zo een tandem die voor een ondernemer zijn vruchten kan afwerpen.
Het fenomeen financieel planner is over komen waaien uit Amerika waar sinds
mensenheugenis sprake is van planning van vermogen en inkomen. Niet in de
laatste plaats omdat men daar in het verleden nauwelijks of geen sociale
voorzieningen had. Ook in Amerika is een onderscheid te maken tussen
financial planners op declaratiebasis en financial planners op
provisiebasis.
De financieel planner in Nederland kan via de Federatie een titel behalen.
Die titel wordt afgegeven als men voldoet aan een zware theoretische
opleiding, aangetoonde praktijkervaring en wanneer men een gedragscode
onderschrijft. Vervolgens zal in de praktijk moeten blijken of de
betreffende planner van toegevoegde waarde is voor de klant. De eerste
tekenen van onderscheid, produktverkoop of adviesfunctie, worden nu ook
zichtbaar op de Nederlandse markt.
Met de nu nog natte inkt van zijn jaarverslag 1999 onder de armen leest de
ondernemer anno 2001 over een nieuw belastingstelsel. Tegen de tijd dat de
aangifte 2001 is afgerond is het 2003 en is het te laat voor aanpassingen
van fiscale en financiële aard. Wie signaleert dergelijke situaties en
waarom ligt hier een belangrijke rol voor een financieel planner?
Vanwege de zeer brede advisering is de planner als geen ander in staat om
kruisverbanden te leggen tussen privé en zakelijk, juridische zaken en
fiscale consequenties, sociale zekerheid en privé oplossingen en eigen
vermogen en financieringen. Die brede blik stelt de financieel planner in
staat om aan de hand van de jaarstukken 1999 reeds nu in 2001 te anticiperen
op mogelijke voordelen voor de ondernemer.
Een voorbeeld ter illustratie: De ondernemer en de meewerkende
echtgeno(o)t(e). Er zijn drie vormen van partnership. De echtgeno(o)t(e)
wordt echt partner of firmant. Deze optie blijft hier buiten beschouwing.
Hij of zij ontvangt een zelfstandige beloning of degene die onderneemt
krijgt een extra fiscale aftrek voor het meewerken van de partner, de
zogenaamde meewerkaftrek. Afhankelijk van het aantal gewerkte uren door de
partner kan degene die onderneemt maximaal 4% van de winst aftrekken onder
deze noemer. De wet op de inkomstenbelasting 2001 kent geen belastingvrije
sommen meer. In plaats daarvan kennen we de zogenaamde heffingskorting (= de
heffing, het te betalen bedrag aan belasting, wordt verminderd met de
korting).
Wat betekent dit voor de overgang 1999 naar 2001?
Stel een ondernemer behaalt een winst uit onderneming van fl. 80.000,=. Bij
een vaste lasten patroon van fl. 40.000,= netto per jaar blijft er na
belastingaftrek een overig te besteden inkomen over van fl. 13.925,=.
Wanneer deze ondernemer in plaats van een meewerkaftrek voor de
echtgeno(o)t(e) kiest voor een zelfstandige beloning van fl. 24.000,= (moet
passen in de onderneming!) dan stijgt het gezamenlijk te besteden extra
inkomen naar fl. 20.385,=. Een stijging van maar liefst 46%.
Persoonlijke en zakelijke omstandigheden bepalen de mate waarin deze keuze
voordeel biedt. Er zijn ook gevallen waarin er geen voordeel behaald wordt
of waarbij de zakelijke omstandigheden het niet toelaten om een zelfstandige
beloning toe te kennen. De ondernemer zal voor advies moeten aankloppen bij
zijn accountant of bij een financieel planner op declaratiebasis. Het
internet biedt uitkomst. Op http://www.smitvernooij.nl/belpraktijk.html ,
het onderdeel belastingen/praktijkvoorbeelden van deze website, staat een
handige tabel aan de hand waarvan de ondernemer als eerste indicatie kan
aflezen of zijn/haar omstandigheden van dien aard zijn, dat er
mogelijkerwijs een voordeel valt te behalen. Zowel de jaarstukken als de
privé situatie zullen geanalyseerd moeten worden door de financieel planner.
Daarna kan bepaald worden wat het persoonlijk voordeel is. Ervan uitgaand
dat de tabel een goede indicatie is, lijkt een dergelijk advies zakelijk
gezien een verstandige investering. Het wachten is op uitbreiding van het
korps van financieel planners op declaratiebasis. Het lijkt erop dat het
aantal nu te tellen is op twee handen. De gedachte dat kwaliteit voor
kwantiteit gaat is een troostende gedachte.