Persbericht
21 februari 2001
Firma Van Leer geen bedreiging voor de omgeving
De vatenfabriek Van Leer in Vreeland vormt geen bedreiging voor de omgeving. Dat is de conclusie van het overleg dat provincie en gemeente eind januari hebben gehad nadat er in de gemeenteraad van Loenen vragen waren gesteld over de risico's van het bedrijf.
De provincie heeft in 1997 een nieuwe milieuvergunning verleend aan Van Leer. In die vergunning zijn voorschriften opgenomen om gevaar, schade of hinder voor het milieu en de omgeving van het bedrijf te voorkomen. Elke twee maanden gaat er een provinciale milieu-inspecteur bij het bedrijf langs voor overleg en om te controleren of Van Leer de voorwaarden uit de vergunning naleeft.
Op grond van deze periodieke controles concludeert de provincie dat het bedrijf geen bedreiging vormt voor de omgeving. De grondstoffen die bij Van Leer worden gebruikt om verf te maken zijn niet bijzonder gevaarlijk en te vergelijken met de stoffen die een autospuiter of een doe-het-zelf-zaak gebruikt. Volgens de provincie heeft het bedrijf ook alle voorzieningen getroffen die in de vergunning voorgeschreven zijn om het ontstaan van brand te voorkomen. Wel bleek bij een controle vorig jaar dat er nog enkele verbeteringen nodig zijn om de brandveiligheid te vergroten. Van Leer moet in de opslagruimte een extra wand aanbrengen om te voorkomen dat een eventuele brand van de ene ruimte overslaat naar een andere. Ook de brandmelders moeten worden vervangen. Deze aanpassingen vergen alles bij elkaar een behoorlijke investering en zijn niet van de ene op de andere dag te realiseren. De provincie heeft daarom ingestemd met het plan van aanpak dat het bedrijf heeft gemaakt voor de verbouwing. Volgens planning zal eind 2001alles in orde zijn. Uiteraard zal de provincie ook de komende maanden regelmatig bij het bedrijf op bezoek gaan om vast te stellen of de aanpassing volgens afspraak verloopt.
Aanleiding voor de vragen in de gemeenteraad was een artikel in PM,
provincie magazine Utrecht, van september 2000. Daarbij was een
lijst afgedrukt van risicovolle bedrijven in de provincie Utrecht.
Op die lijst kwam de vatenfabriek Van Leer voor. Achteraf is
gebleken dat de firma Van Leer ten onrechte op een dergelijke lijst
stond. In de provincie Utrecht liggen meerdere bedrijven waarvan
het productieproces of de opslag van stoffen een zeker risico met
zich mee brengen of van invloed kunnen zijn op het milieu. De Wet
Milieubeheer geeft aan welke van deze bedrijven moeten werken met
een (milieu)vergunning van de gemeentelijke of provinciale
overheid. Een aantal bedrijven valt onder het landelijke Besluit
Rampen en Zware Ongevallen (BRZO). Voor deze bedrijven bestaat voor
de betreffende burgemeester de verplichting een
rampenbestrijdingsplan te maken. De vatenfabriek Van Leer valt niet
onder het BRZO en daarom is deze verplichting niet van toepassing.
Wel moet het bedrijf een provinciale milieuvergunning hebben voor
zijn bedrijfsactiviteiten.
De provincie gaat ervan uit dat nu het misverstand over de risico's
bij Van Leer is weggenomen.
Voor nadere informatie: Karin Obdeijn, 030 - 258 2192 of
Karin.Obdeijn@provincie-utrecht.nl
Terug