BEZETTING KERNCENTRALE BORSSELE DOOR GREENPEACE
Datum: 21-02-2001
De leden van de Tweede Kamer Te Veldhuis (VVD) en Buijs (CDA) hebben
aan de ministers van Economische Zaken en van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties op 23 januari 2001 de volgende schriftelijke
vragen gesteld.
1 Hebt u kennis genomen van berichten in bijna alle media dat
Greenpeace het koepeldak van de Kerncentrale Borssele op 17 januari
2001 heeft bezet om te protesteren tegen het transport per trein van
splijtstofstaven van Borssele naar een opwerkingsfabriek in Frankrijk?
2 Wat vindt u van het feit dat Greenpeace op kennelijk eenvoudige
wijze het beveiligingshek om de kerncentrale Borssele heeft kunnen
doordringen en zich vervolgens op het dak van de Kerncentrale heeft
kunnen begeven?
3 Welke conclusies verbindt u hieraan voor wat betreft de beveiliging
van de kerncentrale Borssele?
4 Acht u het denkbaar dat groepen met minder vredelievende en/of
ideële doelstellingen zich aldus eveneens relatief eenvoudig en
wederrechtelijk toegang zouden kunnen verschaffen tot deze
kerncentrale, en op die manier zelfs serieuzere schade zouden kunnen
aanrichten?
5 Geeft e.e.a. u aanleiding tot nadere bezinning over
veiligheidsvoorschriften, al dan niet in de vorm van wijziging van
vergunningsvoorwaarden, waaronder die betreffende de beveiliging?
6 Acht u het wederrechtelijk kunnen binnendringen van het terrein van
de Kerncentrale Borssele overigens niet des te opmerkelijker en
bedenkelijker, omdat Greenpeace al vooraf acties had aangekondigd? Had
-mede gelet op ervaringen uit het verleden en de vermelde
aankondiging- niet alerter moeten zijn optreden door de meest
betrokken instanties?
7 In hoeverre acht u -naast de voorwaarden in de vergunning op grond
van de Kernenergiewet- ook een eigen verantwoordelijkheid en alertheid
van politiële instanties bij dit soort gevoelige complexen op hun
plaats? Is hier in dit concrete geval op adequate wijze aan voldaan?
Kunt u dit beredeneerd toelichten?
De minister van Economische Zaken, A. Jorritsma-Lebbink, heeft mede
namens de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties deze
vragen als volgt beantwoord.
1 Ja.
2 en 3 In het beveiligingsconcept van de kerncentrale Borssele is de
functie van het dubbel uitgevoerde hekwerk en de daarbij
geïnstalleerde apparatuur rondom het gehele complex drievoudig: het
aangeven van de terreingrens, het opwerpen van een eerste barrière
tegen eventuele indringers en het detecteren en observeren daarvan.
In dit geval werden de indringers -welke achteraf actievoerders van
Greenpeace bleken te zijn- onmiddellijk gedetecteerd en geobserveerd
en werden terstond beveiligingsmaatregelen geactiveerd waardoor
binnendringen in de kerncentrale zelf onmogelijk werd.
Van de zes indringers werden er drie onmiddellijk aangehouden; de drie
overigen slaagden erin het koepeldak van de kerncentrale te beklimmen.
Omdat op dat moment duidelijk was geworden dat het om een demonstratie
van Greenpeace ging en overigens de veiligheid van de kerncentrale op
geen enkele wijze in het geding was, is door de betrokken autoriteiten
welbewust besloten terughoudend op te treden teneinde de veiligheid
van zowel het personeel als die van de actievoerders niet in gevaar te
brengen.
Na verloop van tijd zijn ook de actievoerders die zich op het
koepeldak bevonden aangehouden.
Aan deze gang van zaken verbind ik de conclusie dat de beveiliging van
de kerncentrale Borssele, zowel in technische als in
bewakingspersonele zin, adequaat heeft gefunctioneerd: op geen enkel
moment is de veiligheid van de kerncentrale in het geding geweest.
4 Het beveiligingsconcept van de kerncentrale maakt het
menselijkerwijze gesproken onmogelijk de kerncentrale zelf binnen te
dringen, zodat de nucleaire veiligheid door zo'n actie op geen enkele
wijze in gevaar komt. Zelfs in het hypothetische geval dat sprake is
van ongewenst binnendringen in de kerncentrale zijn er
veiligheidsvoorzieningen getroffen waardoor de nucleaire veiligheid
niet kan worden aangetast. Dat neemt niet weg dat het denkbaar is dat
ook groepen met minder vredelievende en/of ideële doelstellingen zich
-wederrechtelijk- toegang tot het terrein van de kerncentrale kunnen
verschaffen en daarbij materiële schade aanrichten. Daardoor wordt de
veiligheid van de kerncentrale zelf echter niet aangetast.
5 Nee, het beveiligingsconcept en -niveau van de kerncentrale Borssele
acht ik adequaat.
6 Het was de betrokken autoriteiten bekend dat Greenpeace van plan was
actie te voeren; daarbij ging de aandacht echter vooral uit naar
mogelijke blokkades van het voorgenomen transport van bestraalde
splijtstof en niet zozeer naar een mogelijke beklimming van het
koepeldak van de kerncentrale. Gelet op de bij de betrokken
autoriteiten beschikbare informatie meen ik dat zij in voldoende mate
alert hebben opgetreden.
7 De politiële instanties hebben een eigen verantwoordelijkheid voor
het adequaat kunnen optreden bij objecten. Mede afhankelijk van de
aard van een object dient de politie zich voor te bereiden op
mogelijke calamiteiten. Overigens kan deze voorbereiding niet los
gezien worden van de maatregelen die - in dit specifieke geval - door
de beheerder van de kerncentrale Borssele zijn genomen, al dan niet in
het kader van de voorwaarden in de Kernenergiewet vergunning.
Gezien het verloop van de actie - zoals aangegeven in het antwoord op
vraag 2 en 3 - is er voor mij geen reden om te twijfelen aan het
adequaat optreden van de politie in dit concrete geval.