Ministerie van Financiën
http://www.minfin.nl
MIN FIN: Collectieve armoede
PERSBERICHTNR. 01/055 Den Haag 21 februari 2001
ANTWOORDEN VAN DE MINISTER VAN FINANCIEN OP VRAGEN VAN HET LID VAN
BEEK VAN DE TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL OVER COLLECTIEVE
ARMOEDE
VRAGEN
1.
Kent u het artikel waarin wordt gesteld dat er sprake zou zijn van
collectieve armoede?
2.
Bent u het eens met de constatering dat werkgevers zouden lijden onder
collectieve armoede? Zo ja, waarom? Zo neen, waarom niet?
3.
Kunt u meedelen in hoeverre de groei van de collectieve uitgaven
tijdens Paars I en II overeengekomt met de reële groei van het BBP?
4.
Kunt u tevens meedelen hoe de uitgaven voor zorg, onderwijs en
infrastructuur zich verhouden tot de groei van de totale collectieve
uitgaven?
5.
Is het Kabinet ook van opvatting dat het akkoord van Wassenaar is
uitgewerkt en dat er de behoefte is aan een nieuw akkoord? Zo ja,
waarom? Zo neen, waarom niet?
Volkskrant, 30 januari jl. werkgevers lijden onder collectieve
armoede
Antwoorden
1
Ja.
2
Zoals blijkt uit het antwoord op vraag 4 ondersteunt de feitelijke
ontwikkeling van collectieve uitgaven aan zorg, onderwijs en
infrastructuur niet de stelling dat er onder Paars I en II sprake is
van toenemende collectieve armoede. De stelling dat werkgevers lijden
onder collectieve armoede wordt in zijn algemeenheid ook niet
onderschreven. Dit laat onverlet dat in individuele gevallen wel
sprake kan zijn van knelpunten. Daarbij geldt dat het oplossen van een
gebrekkige organisatie van zorg en onderwijs (waarvan volgens het
genoemde artikel sprake zou zijn) veelal vraagt om institutionele
veranderingen.
3
Zie antwoord op vraag 4.
4
Uit de onderstaande tabel blijkt dat onder Paars I en II de uitgaven
voor zorg, onderwijs en infrastructuur een hogere groei kenden dan de
totale collectieve uitgaven (in reële mutaties per jaar). De tabel
laat ook zien dat de groei van de collectieve uitgaven exclusief
sociale zekerheid en rente ten tijde van Paars I onder de groei van
het BBP lag, maar dat deze groei in de eerste drie jaar van Paars II
boven de groei van het BBP uitkomt.
Tabel Ontwikkeling collectieve uitgaven onder Paars 1 en Paars 2
(gemiddelde reële groei per jaar)
1994-1998 1998
-2001
Totaal collectieve uitgaven ¼%
2%
-- w.v. Sociale
zekerheid -2½% 0%
-- w.v. Rente -3½% -6%
Collectieve uitgaven excl. Soc. Zekerheid en Rente 2%
4¼%
-- w.v.
Onderwijs 2¼% 3½%
-- w.v. Zorg 3¼% 4¼%
-- w.v. Infrastructuur 5¼% 7¾%
BBP 3¼% 4
%
BBP is ontleend aan het CPB Report 2000/4.
5
Een belangrijk element van het door de sociale partners gesloten
zogenoemde akkoord van Wassenaar was loonmatiging. Gegeven de actuele
economische situatie is dit element nog steeds van cruciaal belang. In
het overleg tussen sociale partners onderling en tussen het kabinet en
partners komen uiteenlopende onderwerpen aan de orde, waaronder de in
het Volkskrant-artikel genoemde. Voor zover er op de genoemde
terreinen van knelpunten sprake is, hebben overheid en sociale
partners overigens beide hun eigen specifieke verantwoordelijkheden.
Zo mag van de sociale partners worden verwacht dat zij bijdragen aan
het oplossen van deze knelpunten door inspanningen gericht op het
opnemen van achterstandsgroepen in het arbeidsproces en het veilig
stellen van de employability van werknemers.
Woordvoerder Ir. N.M. Zoon
Telnr. 070-3428124
21 feb 01 15:37