Ministerie van Buitenlandse Zaken

http://www.minbuza.nl/content.asp?Key=409683



Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 DEN HAAG Directie Europa Afdeling West-Europa Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag

Datum 21 februari 2001 Auteur Daniël Prins

Kenmerk DEU-047/2001 Telefoon + 31 (0)70 348 5351

Blad /2 Fax + 31 (0)70 348 5329

Bijlage(n) 1 E-mail deu@minbuza.nl

Betreft Antwoord op vragen van het lid Karimi

Zeer geachte Voorzitter,

Onder verwijzing naar de brief van de Griffier Uwer Kamer d.d. 24 januari 2001,

kenmerk 200105100, waarbij gevoegd waren de door het lid Karimi overeenkomstig artikel 134 van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer bij U ingediende vragen, heb ik de eer U als bijlage dezes het antwoord op de gestelde vragen te doen toekomen.

De Minister van Buitenlandse Zaken

Antwoord van de heer Van Aartsen, Minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van het lid Karimi

Vraag 1

Kunt u de Kamer informeren over de situatie in de Turkse gevangenissen na het ingrijpen van de Turkse regering in december 2000?

Vraag 2

Zijn er na het recente ingrijpen van de Turkse regering in de gevangenissen nog steeds gedetineerden in hongerstaking? Zo ja, waar bevinden deze mensen zich? Om hoeveel mensen gaat het, en hoe is hun medische situatie?

Antwoord

Uit berichten van het Turkse parlementaire onderzoekscomité voor de mensenrechten, de Turkse mensenrechtenorganisaties IHD en TIHV alsmede de 'Organisatie van Medici in Ankara', blijkt dat het niet mogelijk is exact aan te geven hoeveel gevangenen momenteel nog in hongerstaking zijn. Wel kan bevestigd worden dat in de F-type gevangenis van Sincan ruim 200, van Edirne een kleine 250 en van Izmit een onbekend aantal hongerstakers verblijft. In de gevangenis van Buca zouden ca. 40 gevangenen nog een hongerstaking houden.

Het Turkse parlementaire onderzoekscomité voor de mensenrechten meldde op 3 januari na onderzoek in Sincan dat vrijwel alle gevangenen uit die gevangenis te kampen hadden met brandwonden. Velen hadden ook fracturen. De conclusies van het rapport van het comité werden echter herroepen, nadat andere leden van het comité deze gevangenis hadden bezocht.

In ziekenhuizen ligt een onbekend aantal gedetineerden met brandwonden. Onder de patiënten bevinden zich enkele tientallen die hun hongerstakingsactie voortzetten. Er zijn geloofwaardige berichten dat de toegang tot medische voorzieningen door de autoriteiten wordt belemmerd.

Vraag 3

Is het waar dat de politieke gevangenen inmiddels zijn overgebracht naar de zogenaamde F-type detentiecentra? Zo ja, kloppen de berichten van Amnesty International en Human Rights Watch dat deze gedetineerden geslagen en gemarteld worden?

Antwoord

Inmiddels zijn vele honderden gevangenen naar F-type gevangenissen overgebracht (Edirne, Sincan en Izmit worden ook in dat verband veelvuldig genoemd). In Buca bevinden zich nog gevangenen in groepsdetentie.

Eerste bevindingen van het eerdergenoemde parlementaire comité en van de Organisatie van Medici in Ankara onderschrijven de door U aangehaalde berichten van Amnesty International en Human Rights Watch, dat rond de overbrenging naar de F-type gevangenissen sprake lijkt te zijn geweest van mishandeling en onmenselijke behandeling.

Vraag 4

Op welke wijze heeft de EU op de bestorming van de Turkse gevangenissen en de berichten van Amnesty International en Human Rights Watch inzake de martelpraktijken gereageerd? Heeft Nederland in EU-verband aangedrongen op een onafhankelijk onderzoek naar de bestormingen van de Turkse gevangenissen? Zo neen, waarom niet?

Vraag 5

Bent u bereid in EU-verband te pleiten voor een onafhankelijk onderzoek naar aanleiding van de berichten over martelingen in de zogenaamde F-type gevangenissen? Zo neen, waarom niet?

Antwoord

Het EU-voorzitterschap heeft een schriftelijke verklaring over de escalatie van de situatie doen uitgaan. Voorts is de kwestie - onder meer op Nederlands aandringen - door de EU op politiek niveau opgebracht in Ankara., zoals dat vaker gebeurt wanneer gevallen van mensonterend handelen en/of marteling bekend worden.

Er is al sprake van onafhankelijk onderzoek, t.w. door het Committee for the Prevention of Torture (CPT) van de Raad van Europa. Een delegatie van experts van genoemd comité heeft na de bestorming van de gevangenissen Turkije bezocht en een onderzoek ingesteld. Daarbij is onder andere gesproken met autoriteiten van de Turkse ministeries van justitie, binnenlandse zaken en gezondheidszaken, en met minister van justitie Türk. Voorts is overleg gevoerd met leden van het Turkse parlementaire onderzoekscomité voor de mensenrechten en met andere personen die hebben getracht te bemiddelen in de kwestie. Ook had de delegatie gesprekken met vertegenwoordigers van de hongerstakers. De delegatie bezocht de volgende instellingen:

Bariköy-gevangenis voor vrouwen en jongeren Istanbul;

(F-type) gevangenis van Edirne;

(F-type) gevangenis van Kocaeli;

(F-type) gevangenis van Sincan;

Numune-ziekenhuis Ankara;

Cerrahpasa-ziekenhuis Istanbul;

Sagmalcilar-ziekenhuis Istanbul.

Zoals bekend worden de resultaten van onderzoek van het CPT in de regel niet openbaar gesteld.

Voorts onderzoeken Turkse mensenrechtenorganisaties de situatie in de Turkse gevangenissen en verrichten de ambassades van de EU maximale inspanningen om over de kwestie nauwkeurig op de hoogte te blijven.

Vraag 6

Hoe beoordeelt u het feit dat de Nederlandse ambassadeur in Turkije op het matje is geroepen naar aanleiding van de aanvaarding van een petitie van Turkse actievoerders door de Rotterdamse burgemeester?

Antwoord

De Ambassaderaad van de Nederlandse Ambassade te Ankara heeft op verzoek van de Turkse regering mondeling tekst en uitleg gegeven. Gezien de mogelijke hiaten in de berichtgeving terzake bleek het directe contact nuttig in die zin dat de Nederlandse uitleg over de beëindiging van de solidariteitsactie en de Nederlandse zorgen over de situatie in de Turkse gevangenissen duidelijk konden worden overgebracht.

Naar aanleiding van de Turkse reactie op de beëindiging van de solidariteitsactie in Rotterdam heb ik mijn collega Cem een brief gestuurd. Daarin heb ik nogmaals de slachtoffers betreurd die bij de bestorming van de Turkse gevangenissen vielen en heb ik uiteengezet waarom ambtenaren van mijn ministerie bij een gesprek van de burgemeester van Rotterdam met de desbetreffende actievoerders waren betrokken.

Zoals bovenvermeld zijn ook via andere kanalen (EU, Raad van Europa, en bilateraal in Ankara) de Nederlandse zorgen over onderhavige kwestie aan de Turkse autoriteiten overgebracht.

Vraag 7

Herinnert u zich mijn onderhands voorstel om naar aanleiding van de bestorming van de Turkse detentiecentra een gesprek te voeren met de Turkse ambassadeur in Nederland? Zo ja, betreurt u het, gezien de ontwikkelingen in Turkije en de reactie van de Turkse regering op het aannemen van een petitie door de Rotterdamse burgemeester, dat u deze stap niet genomen hebt?

Antwoord

Dit gesprek heeft uiteraard plaatsgevonden. Ook in de komende periode zal de situatie in de Turkse gevangenissen onderwerp van gesprek blijven.

Vraag 8

Bent u bereid de Nederlandse mensenrechtenambassadeur een missie te laten uitvoeren naar Turkije? Zo neen, waarom niet?

Antwoord

De mensenrechtenambassadeur wordt ook betrokken bij activiteiten die in het kader van het door Nederland gestarte maatschappelijke transitieprogramma (MATRA) in Turkije zullen worden uitgevoerd. Een bezoek aan Turkije zou daarvan deel kunnen uitmaken.

Kenmerk
DEU-
Blad /1

===