Toespraak staatssecretaris Gijs de Vries bij de start van het
proefproject C2000
Een toespraak bij het onderwerp Project C2000
21 februari 2001
Bij rampen en zware ongevallen is het verschil tussen leven en
dood vaak letterlijk een kwestie van minuten. Snel en zorgvuldig
handelen van politie, brandweer, ambulancepersoneel of
marechaussee is dan van het allergrootste belang. Er mag geen tijd
verloren gaan; hulpverleners moeten de situatie scherp kunnen
beoordelen en de juiste beslissingen kunnen nemen.
Dat kan alleen als zij goed en snel kunnen communiceren, niet
alleen met hun naaste collegas, maar ook met die van andere
hulpverleningsdiensten. Niet alleen ter plaatse, maar desnoods
over regiogrenzen heen. Hulpverlening bij rampen vereist dat de
juiste informatie snel tussen de juiste personen kan worden
uitgewisseld.
En daaraan, aan die communicatie en informatie-uitwisseling,
schort het nog veel te vaak. Nog te dikwijls zijn hulpverleners
aangewezen op geïmproviseerd overleg op de plek van het ongeluk -
op motorkap-overleg, zoals dat heet. Communicatie tussen
hulpverleningsdiensten verloopt omslachtig, via meerdere
meldkamers. Dataverkeer is nauwelijks mogelijk. Als een
hulpverlener zijn regio verlaat, valt het signaal weg en moet hij
overschakelen op een ander kanaal. Criminelen en ramptoeristen
luisteren mee, met alle problemen van dien.
Ook recent is de communicatie in rampsituaties weer een ernstig
knelpunt gebleken. In Enschede vormden de verbindingen met en op
het rampterrein een probleem. Portofoons waren niet alleen
onvoldoende beschikbaar maar bleken ook onvoldoende bruikbaar. Het
GSM-netwerk was al gauw overbelast en daardoor onbruikbaar.
Radiocommunicatie tussen de Nederlandse diensten en de bijstand
verlenende hulpverleners uit Duitsland bleek niet mogelijk, omdat
de Nederlandse en Duitse veiligheidsdiensten nog steeds gebruik
maken van verschillende analoge netten. In Volendam bleek de
communicatie tussen de ambulances en hun meldkamer geruime tijd
slecht te functioneren.
De honderd verouderde analoge communicatiesystemen die de politie,
de brandweer, de ambulancesector en de KMAR nu nog hanteren vormen
in de praktijk een onaanvaardbare belemmering in de hulpverlening
bij rampen. De veiligheid in ons land vergt dat deze rammelende
lappendeken zo spoedig mogelijk wordt opgeruimd.
Dat kan, want er is een alternatief, in de vorm van C2000: een
nieuw, digitaal, landelijk en multidisciplinair
communicatienetwerk voor alle veiligheidsdiensten.
C2000 biedt ten opzichte van de huidige toestand belangrijke
voordelen. Meer veiligheid; niet alleen voor de burger, maar ook
voor de hulpverleners zelf. Neem bijvoorbeeld politieagenten die
in een situatie terecht komen waarin zij worden bedreigd. Die
moeten snel hun meldkamer kunnen alarmeren. Dat kan met C2000
straks aanzienlijk sneller dan vandaag, namelijk met één druk op
de noodknop.
Ook voor bijvoorbeeld de ambulancesector betekent C2000 een
aanzienlijke kwaliteitsimpuls. Het systeem biedt belangrijke
mogelijkheden tot tijdwinst, via faciliteiten als het kunnen
raadplegen van medische databanken, directe consultatie van artsen
en rechtstreekse verbinding met ziekenhuizen. Gewonden kunnen zo
sneller en beter worden geholpen.
Het project C2000 bevindt zich thans in een beslissende fase. In
1999 is besloten om de bouw en ingebruikneming van het
C2000-netwerk te faseren. Eerst zou het systeem worden getest in
een startregio, Amsterdam-Amstelland, en bij een positief
resultaat zou worden bezien of het in het hele land zou worden
ingevoerd. De afronding van de testperiode was voorzien op 1
augustus 2001.
Inmiddels is het eerste gedeelte van het netwerk per 1 december
2000 opgeleverd door de leverancier, TetraNed. De ervaringen tot
nu toe met het netwerk zijn positief. Ook elders in Europa worden
communicatiesystemen gebouwd die zijn gebaseerd op de Europese
Tetrastandaard, en ook daar, zoals bij de politie in het Britse
Lancashire, zijn de ervaringen positief. Daarbij komt dat er op de
ICT-markt geen betere, voor de veiligheidssector geschikte
systemen voorhanden zijn.
Volgens de in ons land overeengekomen planning moet met de
landelijke invoering van het C2000-netwerk worden begonnen in de
tweede helft van dit jaar. Voor deze uitrol zijn convenanten nodig
met de politie, brandweer en ambulanceregios. In deze convenanten
moeten afspraken worden gemaakt over tijdsschemas, de kwaliteit
van de te leveren diensten (opleidingen) en producten (netwerk en
radiobediensysteem), alsmede over de financiering. De gesprekken
tussen het rijk en de regios over deze convenanten moeten zo snel
mogelijk beginnen.
Daarom doet het mij veel genoegen u te kunnen mededelen dat het
kabinet afgelopen vrijdag op voorstel van de minister van BZK en
mijzelf een drietal besluiten heeft genomen.
De landelijke stuurgroep C2000 heeft voorgesteld de
verantwoordelijkheden van rijk en regios met betrekking tot de
aanschaf en het eigendom van de benodigde computersystemen anders
te verdelen. In de oorspronkelijke opzet van het project zouden
deze radiobediensystemen worden aangeschaft en beheerd door de
regionale gebruikersorganisaties. Het voorstel van de landelijke
stuurgroep houdt in dat het radiobediensysteem in de meldkamers
wordt toegevoegd aan het domein van het rijk: de centrale
infrastructuur. Zo ontstaan schaal- en efficiencyvoordelen, zoals
standaardisatie, en vereenvoudiging van het projectmanagement.
Hierdoor wordt de beheersbaarheid van het project aanzienlijk
vergroot. Het kabinet heeft besloten dit voorstel te aanvaarden.
In de oorspronkelijke opzet zouden de kosten voor beheer en
onderhoud in de fase tot de oplevering van het complete systeem
voor rekening komen van de gebruikers. De openbare orde- en
veiligheidsdiensten dragen in deze periode echter ook de kosten
voor het tijdelijk in stand houden van de bestaande analoge
netten. Dit onder meer om de communicatie te kunnen waarborgen met
regios die tijdens de uitrol over het land nog niet op C2000 zijn
overgeschakeld. Gebruikers zouden zodoende in deze overgangsfase
worden geconfronteerd met dubbele exploitatielasten. Om dit te
voorkomen heeft de werkgroep Kosten en Baten C2000 voorgesteld de
exploitatiekosten van de C2000-infrastructuur vanaf heden tot aan
de datum van oplevering van het complete systeem voor rekening te
laten komen van het rijk. Gelet op het belang van snelle
introductie voor de veiligheid van ons land heeft het kabinet
besloten ook dit voorstel over te nemen.
Met deze besluiten, en het beschikbaar stellen van de benodigde
extra financiële middelen - 299 miljoen voor de periode 2001-2005
-, wil het kabinet de urgentie van dit nieuwe communicatiesysteem
voor Nederland onderstrepen. Het kabinet wil de introductie van
C2000 versnellen. Het moet mogelijk zijn het systeem niet pas in
juli 2004 in het hele land in te voeren, zoals de oorspronkelijke
plannen voorzagen, maar zes maanden eerder, per 31 december 2003.
Graag doe ik een beroep op de bestuurders en operationele diensten
in het land om al het nodige te doen zodat deze tempoversnelling
wordt verwezenlijkt.
Onderdeel van de beoogde versnelling is het omzetten van de status
van het oorspronkelijk voor augustus 2001 voorziene besluit over
de introductie van C2000 buiten de startregio. In plaats van een
Go-No Go besluit in de zomer heeft het kabinet besloten nu een
Go-Tenzij besluit te nemen. De Tenzij-clausule zal daarbij alleen
aan de orde zijn als bij uitvoering van de komende proef in de
regio Amsterdam zou blijken dat het systeem op cruciale onderdelen
niet aan de gestelde eisen kan voldoen. In het licht van de
ervaringen met de Tetra-technologie in Europa en de voortgang van
C 2000 in ons land acht het kabinet dit risico beperkt. In ieder
geval moeten nu snel afspraken worden gemaakt tussen het rijk en
de besturen van de regionale OOV-diensten rond Amsterdam, en
moeten deze besturen op hun beurt tijdig, dus voor 1 augustus
aanstaande, de nodige voorbereidingen voor invoering treffen.
Dames en heren,
C2000 zal de komende tijd als een proef-in-de-proef worden getest
in de startregio Amsterdam en omstreken en Schiphol. Toekomstige
gebruikers kunnen hiermee hun voordeel doen. Deze proef is er op
gericht het monodisciplinair en multidisciplinair optreden te
testen, evenals de belasting (performance) van het systeem, en het
lokaal en centraal beheer. De verschillende disciplines hebben op
basis van hun eigen praktijkervaring de testen vormgegeven. Ik wil
dan ook al diegenen danken die de afgelopen maanden deze
testprocedures hebben voorbereid.
In die dank en waardering betrek ik ook de medewerkers van ITO,
TetraNed, Motorola, het ministerie van BZK en de leden van de
beide stuurgroepen (de stuurgroep startregio en de landelijke
stuurgroep), die er in hechte samenwerking voor hebben gezorgd dat
technisch en organisatorisch alles in gereedheid is gebracht om
deze proef uit te voeren, en om de invoering in de rest van het
land voor te bereiden. De komende maanden moet nog buitengewoon
veel werk worden verzet. De termijnen zijn ambitieus, maar
haalbaar. De veiligheid van Nederland kan met de invoering van dit
moderne communicatiesysteem bij de politie, de brandweer, de
ambulancesector en de KMAR een krachtige en hoognodige impuls
krijgen. Ik reken daarbij op uw inzet.
Relevante links:
Kabinet: C2000 sneller landelijk invoeren
Brief aan de Tweede Kamer over Voortgangsrapportage C2000