Akkoord over aanpassing rechtspositie na invoering nieuw politieonderwijs
Minister De Vries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft met de politievakorganisaties overeenstemming bereikt over de rechtspositionele consequenties voor nieuwe medewerkers als gevolg van de invoering van het nieuwe onderwijssysteem voor de politie. De hoofdlijnen van dit akkoord hebben onder meer betrekking op de beloning gedurende de opleiding en de wijze van aanstelling. De beloning zal in het nieuwe onderwijs variëren van f. 2545,- bruto per maand tot maximaal f. 3872,- per maand, afhankelijk van het opleidingsniveau en van de fase in de opleiding. Naast afspraken over de beloning is met de bonden verder overeenstemming bereikt over onder meer de aanstellingsvorm, de arbeidsduur, het verlof en de pensioenopbouw voor deze categorie. Over de gevolgen voor het zittend personeel worden nog nadere afspraken gemaakt.
Naar verwachting wordt met ingang van 1 januari 2002 het politieonderwijs aanzienlijk vernieuwd. Vanaf die datum zal het politieonderwijs op dezelfde leest zijn geschoeid als het reguliere onderwijs; ook de opleiding voor de politie zal dan zijn onderverdeeld in een LBO-, MBO-, HBO- en WO-niveau. Met de invoering van het nieuwe onderwijssysteem voor de politie wordt ook een nieuwe vorm van 'duaal leren' geïntroduceerd. Dat wil zeggen dat het politieonderwijs niet alleen plaats vindt op een instituut maar ook in het korps van aanstelling. Een en ander betekent dat de opleiding langer gaat duren.
Naast afspraken over de beloning gedurende de opleiding, zijn ook afspraken gemaakt over de beloning na de opleiding. De minimale beloning na de opleiding varieert van f 3084,- bruto per maand voor het laagste opleidingsniveau tot f. 4372,- bruto per maand als startsalaris voor het hoogste opleidingsniveau.
Noot voor de redactie,