20/02/2001
PERSBERICHT
DIOXINEVERGOEDINGEN VOOR LANDBOUWBEDRIJVEN
Ingediende dossiers
Via het Enig Loket Dioxine (Kanselarij van de Eerste Minister) werden
er 28.754 dossiers tijdig (uiterlijk 31 maart 2000) ingediend. Om deze
dossiers te behandelen werd binnen het Ministerie van Middenstand en
Landbouw een tijdelijke dienst "Schadevergoeding dioxine" opgestart.
Deze dienst was operationeel op 15 februari 2000. In totaal werden
voor de dienst 33 personen aangeworven, evenals 4 informatici en
werden er 5 ambtenaren tijdelijk belast met deze opdracht. Sinds 1
januari 2001 werkt de dienst verder met 19 personeelsleden.
Hoe is men te werk gegaan?
Vooraleer de cijfermatige stand van zaken te geven wil ik toch eerst
de gevolgde werkwijze kort toelichten.
Berekening van de vergoeding
Er zijn forfaitaire bedragen vastgesteld voor de productierichtingen
melk, runderen, slachtkippen, consumptie-eieren en varkens. In alle
overige gevallen, en voor de aanvragers die een contract met
gegarandeerde afnameprijzen hebben, wordt de vergoeding vastgesteld op
grond van de door de aanvrager bewezen schade. Er moet daarbij een
rechtstreeks oorzakelijk verband met de dioxinecrisis worden
aangetoond. De in het dossier geleverde bewijsstukken werden
gecontroleerd, onder meer aan de hand van de gegevensbanken
beschikbaar binnen het Departement (SANITEL, GBCS, leveringsgegevens
melk...), en desgevallend met controles ter plaatse.
Verder is er een wettelijke franchise ingesteld : enkel aanvragen die
betrekking hebben op een schade van meer dan 20.000 BEF, of van meer
dan 10.000 BEF na aftrek van het subsidie-equivalent, worden in
aanmerking genomen.
De federale overheid kende aan landbouwbedrijven overheidssteun toe
onder de vorm van overbruggingskredieten. Daarvoor dient een
subsidie-equivalent afgetrokken te worden van de toegekende steun. In
uitvoering van het Protocol van 25 augustus 1999 tussen de Staat en de
Belgische Vereniging van Banken, hebben 1.608 landbouwbedrijven een
overbruggingskrediet afgesloten voor een totaal bedrag van
2.601.939.268 BEF.
De definitieve lijst met de goedgekeurde leningsdossiers werd door het
BIRB overgemaakt aan de dienst Schadevergoeding dioxine. Deze lijst
bevat de gegevens noodzakelijk voor de berekening van het
subsidie-equivalent, met name het bedrag van de lening, het uitstel
van kapitaalaflossing en de resterende looptijd.
1.555 van deze landbouwbedrijven dienden een aanvraag tot
schadevergoeding in.
Werkprocedure m.b.t. de uitbetaling
De uitbetaling gebeurt per dossier (per aanvraagformulier), en niet
per sector. Indien de producent voor verschillende sectoren schade
aangeeft, dienen alle sectoren gevalideerd te zijn vooraleer het
dossier afgehandeld wordt. De beoordeling van de dossiers gebeurt
volgens een vastgelegde controleprocedure, en gebeurt in de mate van
het mogelijke op een geïnformatiseerde wijze.
Daar waar nodig, worden bijkomende bewijsstukken opgevraagd of wordt
een controle ter plaatse uitgevoerd. Eens een (deel)dossier in orde
wordt bevonden, wordt het gevalideerd.
Vooraleer de dienst kan overgaan tot uitbetaling, moet de aanvrager
zijn uitdrukkelijk akkoord verlenen. Daartoe wordt het voorstel voor
schadevergoeding opgestuurd, met in bijlage, voor de transparantie
naar de aanvrager toe, een detail van de berekening per sector.
De aanvrager moet binnen 30 dagen na ontvangst van het voorstel, ofwel
zijn akkoord overmaken, ofwel een gemotiveerde aanvraag tot herziening
(eenmalig) indienen. Na het ontvangen van het akkoord van de aanvrager
wordt overgegaan tot uitbetaling. De uitbetalingsopdracht gebeurt via
het BIRB (Belgisch Interventie- en Restitutiebureau). De betaling
volgt dan normaal binnen veertien dagen.
Huidige stand van afwerking van de dossiers
Er is grote vooruitgang geboekt t.a.v. de afhandeling van de dossiers.
Hierna volgen een aantal cijfers op datum van 15 februari 2001, een
jaar na de opstart van de dienst.
* Bijna alle aanvragers hebben reeds een voorstel ontvangen, of
zullen dit eerstdaags in hun bus vinden. Om precies te zijn :
28.722 van de 28.754 voorstellen waren op het niveau van de dienst
gevalideerd op 15 februari. Slechts voor een gering aantal
complexe dossiers is er nog bijkomende controle noodzakelijk, maar
ook deze zullen binnenkort afgerond worden.
* 24.723 dossiers (86 %) zijn definitief afgehandeld en bijgevolg
afgesloten, daarvan zijn er 22.062 dossiers uitbetaald voor een
bedrag van 4.862 MIO BEF en zijn er 2.661 geweigerd.
* 946 voorstellen zijn verstuurd, waarop nog geen akkoord bekomen
werd.
* 3.223 producenten dienden een herziening van hun betalingsvoorstel
in; waarvan er 329 dossiers reeds opnieuw behandeld zijn.
Hierbij is tevens op te merken dat een dossier betrekking kan hebben
op meerdere sectoren.
Uitgesplitst per sector, bevatten 16.229 dossiers een aanvraag voor
zuivel, 23.664 voor rundvlees, 8.901 voor varkensvlees, 919 voor
braadkippen, 293 voor consumptie-eieren en 2.025 voor andere
productierichtingen en/of bijkomende schadevergoeding. Het komt er dus
op neer dat er door de dienst niet minder dan 52.324 deeldossiers
verwerkt dienden te worden. Per dossier is dit een gemiddelde van 1,8
deeldossiers.
Nog nooit werd een dossier van dergelijke omvang afgehandeld op 11
maanden tijd.
Voor de definitief afgehandelde dossiers vindt u hieronder de volgende
details.
Sector Aantal Uitbetaald bedrag
(in mio BEF) Gemiddeld bedrag
per dossier (in BEF)
melk 13.392 707 52.792
runderen 18.632 726 38.965
varkens 6.598 2.889 437.860
braadkippen 796 360 452.261
legkippen 204 108 529.412
andere 252 72 285.714
totaal 22.062 4.862 220.379
Verdere afhandeling van de dossiers
Een aantal zaken wordt nog verder afgehandeld, en dit in de volgende
volgorde :
* het beperkt aantal complexe dossiers, waarbij de aanvragers nog
geen betalingsvoorstel ontvangen hebben;
* aanvragen m.b.t. de overige productierichtingen en de bijkomende
schadevergoedingen. De meeste aanvragers ontvingen reeds hun
betalingsvoorstel, met de vermelding dat hun vraag tot extra
schadevergoeding later zal behandeld worden. Deze aanvragen worden
momenteel behandeld.
* de herzieningsaanvragen. Deze dossiers worden individueel
onderzocht, wat dus de nodige tijd vergt.
Het streefdoel is om tegen eind juni alles nagenoeg rond te hebben.