Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Antwoorden op kamervragen over bouwen over de Duits-Nederlandse grens

Een parlementair stuk bij het onderwerp BZK en de bilaterale internationale samenwerking
17 februari 2001
Het Tweede-Kamerlid Van der Hoeven (CDA) heeft op 7 december 2000 vragen gesteld aan de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over bouwen over de Duits-Nederlandse grens. De vragen zijn op 17 januari beantwoord.

1. Vraag
Heeft u kennisgenomen van het artikel in het Nieuwsblad van het Noorden van 2 december jl. over de mogelijkheden van bouwen door Nederland aan de Duitse kant van de grens?
Antwoord
Ja.

2. Vraag
Wat vindt u van deze optie? Bent u bereid dit te bevorderen? Antwoord
Nee.

3. Vraag
Welke belemmeringen ziet u?
Antwoord
In de Vijfde Nota over de Ruimtelijke Ordening is het beleidskader neergelegd voor de ruimtelijke ontwikkeling van de landsdelen in Nederland. In deze nota wordt woningbouw toegestaan als uitbreiding bij steden en binnen contouren van dorpen. In samenhang hiermee streeft het Rijk voor het Noorden, mede in het grensgebied met Nedersaksen naar een duurzaam open ruimtebeleid. De voornemens van Bellingwedde zullen aan dit beleid worden getoetst.

4. Vraag
Bent u bereid om dit onderwerp te bespreken in het reguliere overleg over grensoverschrijdende samenwerking met de Duitse overheid?
Antwoord
Ja, indien hier door de regio om wordt verzocht. De minister van VROM heeft overigens het voornemen over de Vijfde Nota over de Ruimtelijke Ordening overleg te voeren met de naburige Duitse Länder en in dit overleg grensoverschrijdende samenwerking aan de orde te stellen.