februari 2001

PERSBERICHT

OVIDIUS' METAMORPHOSEN
Grafiek uit eigen collectie (1580-1780)

Duur expositie
17 februari t/m 10 juni 2001

Open
di-za 10-17 uur, zon- & feestdagen 12-17 uur. Koninginnedag gesloten.

Toegang
fl. 10,-; CJP fl. 5,-; 5-18 jr fl. 2,50; groepen fl. 7,50 MJK/Haarlem Pas gratis

Adres
Spaarne 16, Haarlem, tel. 023-531 90 10 fax 023-5342004

Internet / email
www.teylersmuseum.nl / teyler@euronet.nl

De Metamorphosen van de Romeinse dichter Publius Ovidius Naso (43 v. Chr
- 17/18 na Chr.) zijn in de loop der eeuwen een inspiratiebron voor vele kunstenaars geweest. In de verhalen veranderen mensen in wolven, herten, kraaien, stieren, rivieren, lynxen, stenen, riet, bomen, hagedissen en bloemen. De oppergod Jupiter stort met zijn talloze avontuurtjes onschuldige nimfen in het ongeluk. Bloeddorstige draken, goden en mensen die elkaar dwars zitten en vele onbeantwoorde liefdes zijn de ingrediënten voor vele spannende vertellingen. De gevarieerde beeldtaal van dit epos heeft geleid tot prachtige prenten. In de Aquarellenzaal is een selectie uit de rijke grafiekcollectie van Teylers Museum tentoongesteld. Er zijn bladen van onder anderen Lucas van Leyden, Hendrick Goltzius, Waterloo en naar Rubens, de Lairesse, Titiaan en Carracci te zien. In de tentoonstelling wordt bij de prenten verwezen naar de relevante passages in de Metamorphosen.

Vanaf de Middeleeuwen vormden de Metamorphosen een onuitputtelijke bron voor mythologische onderwerpen in de westerse kunst. In de 17de eeuw gold het zelfs als een soort schildersbijbel. Talloze beeldende kunstenaars en schrijvers hebben zich laten inspireren door de verhalen. Vertalingen en moraliserende interpretaties van de Metamorphosen vonden hun weg. Geïllustreerde edities zorgden voor een grote verspreiding van de iconografie. Afbeeldingen moesten de beschouwer waarschuwen voor de noodlottige gevolgen van zonde en ondeugd. Achter de wandaden van al die heidenen die constant hun verstand met hun gevoel lieten worstelen was een religieuze waarheid te ontdekken. Aan het einde van de 17de eeuw werd het luchtige, erotische aspect belangrijker. De moraal kon daarbij uiteraard uitstekend als dekmantel gebruikt worden om lichtzinnige avonturen van mensen en goden weer te geven en overspelige figuren in allerlei houdingen naakt te verbeelden.

De meeste verhalen die Ovidius optekende zijn van Griekse oorsprong. Zijn grote verdienste was dat hij de bestaande vertellingen nieuw leven inblies, op een luchtige manier en met een prettige dosis ironie. De verhalen en de prenten zitten boordevol ernst, spanning, humor, tragiek en idylle. Het is de verdienste van Ovidius én van de verschillende illustratoren geweest dat zij het onzichtbare zo plastisch hebben weten weer te geven.

Voor persdia's en meer informatie kunt u contact opnemen met de Afdeling Presentatie, 023-5319010.