Ministerie van Economische Zaken
Persbericht Ministerraad
16 februari 2001
WETSVOORSTEL MARKT EN OVERHEID
De ministerraad heeft op voorstel van minister Jorritsma van Economische Zaken ingestemd met
het wetsvoorstel markt en overheid. In het wetsvoorstel zijn regels opgenomen over markt-
activiteiten van overheidsorganisaties en ondernemingen die van overheidswege over een
bijzondere positie beschikken en heeft als doel een gelijk speelveld tussen het bedrijfsleven en de
overheid te creëren. Bovendien draagt het bij aan een heldere afbakening tussen publieke
activiteiten en marktactiviteiten.
Het wetsvoorstel geeft invulling aan het voornemen in het regeerakkoord van 1998 om spelregels
voor het marktoptreden van de overheid wettelijk te verankeren en deze regels afdwingbaar te
maken voor belanghebbenden. Dit wetsvoorstel betekent niet dat marktactiviteiten door
overheidsorganisaties verboden worden maar stelt wel bepaalde regels en voorwaarden aan de wijze
waarop deze activiteiten mogen worden verricht.
Het wetsvoorstel onderscheidt twee doelgroepen:
1. overheidsorganisaties (de Staat, provincies, gemeenten, waterschappen), PBO-organen
(lichamen ingesteld in het kader van de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie), openbare
lichamen van beroep, zelfstandige bestuursorganen en openbare lichamen op grond van de Wet
gemeenschappelijke regelingen. Overheidsorganisaties kunnen direct of via het deelnemen in
overheidsbedrijven de markt betreden.
2. ondernemingen waaraan door overheidsorganisaties bijzondere of uitsluitende rechten zijn
verleend.
Voor marktactiviteiten van overheidsorganisaties zijn toetredingsregels van toepassing. Volgens
deze toetredingsregels dient aan marktactiviteiten van overheidsorganisaties een transparante en
zorgvuldige besluitvormingprocedure vooraf te gaan. Door deze voorgestelde uniforme
besluitvormingprocedure is het voor belanghebbenden (bijv. ondernemers) die door deze
marktactiviteiten worden geraakt, eenvoudiger bezwaar of beroep in te stellen.
De gedragsregels betreffen voorschriften ten aanzien van de administratie van marktactiviteiten en
integrale kostendoorberekening. De gedragregels gelden voor overheidsorganisaties en voor
ondernemingen met bijzondere of uitsluitende rechten.
Voor nieuwe marktactiviteiten worden de spelregels onmiddellijk na inwerkingtreding van de wet
van kracht, voor bestaande marktactiviteiten geldt dat in principe binnen vijf jaar aan de vereisten
uit de wet moet worden voldaan. Tenslotte wordt een Commissie Markt en Overheid ingesteld om
in de eerste jaren na de inwerkingtreding van de wet de toepassing van de toetredingsregels te
ondersteunen. Handhaving van de gedragsregels wordt opgedragen aan de Nederlandse
Mededingingsautoriteit (NMa).
De ministerraad heeft ermee ingestemd dat het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State zal
worden gezonden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden
pas openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.
RVD, 16.02.2001