Openbaar Ministerie

Den Haag, 15 februari 2001

Nieuw landelijk bureau voor specialistische aanpak criminaliteit

Het Openbaar Ministerie (OM) richt dit jaar een nieuw landelijk bureau op dat de meer ingewikkelde, specialistische zaken gaat behandelen op het gebied van financieel-economische criminaliteit, sociale zekerheidsfraude en criminaliteit in de sfeer van milieu en landbouw.

Dat heeft de voorzitter van het College van procureurs-generaal, mr. J.L. de Wijkerslooth, bekend gemaakt bij de presentatie in Utrecht van het Jaarplan 2001 van het Openbaar Ministerie (OM). In dit jaarplan maakt het OM bekend welke prioriteiten dit jaar gelden in de strafrechtelijke handhaving.
Het nieuwe bureau, dat vooralsnog de naam Bureau Bijzondere Handhaving OM krijgt, wordt gevestigd in Den Haag gaat 50 tot 60 mensen tellen, waaronder 15 officieren van justitie.

Het Bureau Bijzondere Handhaving krijgt het gezag over de vier bijzondere opsporingsdiensten; de Fiod-ECD, de AID, de opsporingsdiensten van het ministerie van VROM en de SIOD van het ministerie van Sociale Zaken. Het parket fungeert zowel als aanspreekpunt voor de betrokken Haagse vakdepartementen als de arrondissementsparketten. Daarnaast behandelt de nieuwe organisatie zelfstandig strafzaken die hoogwaardige deskundigheid vergen of grote zaken die geen specifieke regionale context hebben.

"Het zijn altijd de anderen die overtredingen maken"

Procureur-generaal mr. T. van Daalen, die op 1 mei afscheid neemt van het OM, hekelde de verkeersmentaliteit van veel weggebruikers. "Bijna alle verkeersovertreders plegen jaarlijks verschillende overtredingen, toch voelt vrijwel niemand zich medeverantwoordelijk voor de verkeersonveiligheid. Het zijn altijd de anderen die gevaarlijk verkeersgedrag vertonen. Hoe goed iedereen zichzelf ook vindt rijden, er doet zich op jaarbasis een groot aantal ongevallen voor, vaak met verstrekkende gevolgen. In het verkeer zijn jaarlijks elfhonderd slachtoffers te betreuren, 20.000 personen worden in het ziekenhuis opgenomen en bijna 100.000 verkeersdeelnemers raken zo gewond dat ze spoedeisende eerste hulp nodig hebben".

Handhaving van de verkeersregels is een prioriteit voor het OM. Dit vindt ondermeer zijn beslag in de gebiedsgebonden verkeersprojecten. Vanaf september van dit jaar zal in elke politieregio een regionaal verkeershandhavingsproject zijn gerealiseerd. In het kader van de regioplannen richt de verkeershandhaving zich op vijf speerpunten, te weten snelheid, rood licht, gordel, helmplicht en alcohol. Daarnaast zal in 2001 in de verkeershandhaving extra aandacht worden besteed aan de bestrijding van agressief rijgedrag, zoals rechts inhalen, bumperkleven en rijden over de vluchtstrook.

Euroconversie

Procureur-generaal mr. D.W. Steenhuis waarschuwde criminelen dat politie en OM volop bezig zijn om criminele activiteiten rond invoering van de Euro, begin volgend jaar, zoveel mogelijk tegen te gaan.
"Volgens schattingen van De Nederlandse Bank is ongeveer 12 miljard gulden uit het zicht. Voor een deel is dit geld opgepot in oude sokken, spaarpotten of is verbrand, verloren of meegenomen door toeristen. Een aanzienlijk deel, waaronder de duizend gulden biljetten, is echter voor een deel in criminele handen. De verwachting is dat criminelen of voor hen faciliterende derden guldens om gaan zetten in andere valuta of andere goederen, zoals diamanten en antiek".

In 2001 zullen diverse maatregelen genomen worden om het witwassen tijdens, maar ook voorafgaand en na introductie van de Euro tegen te gaan, aldus mr. Steenhuis. De maatregelen beslaan de hele keten, dat wil zeggen financiële instellingen, meldpunt ongebruikelijke transactie, opsporing en OM. Dit jaar is overeenstemming bereikt met de financiële instellingen over het uitbreiden van indicatoren tijdens de Euroconversie, zodat signalen van witwassen in deze periode zullen worden gemeld. Onder het gezag van het Landelijk Parket wordt in 2001 capaciteit bij het KLPD gereserveerd die de regiokorpsen en bijzondere opsporingsdiensten moet ondersteunen bij de zogenaamd 'hit-and-run-money-laundering-zaken' (Harm-zaken).

Direct reageren op geweld

Gewelds- en jeugdcriminaliteit krijgen al enige jaren specifieke aandacht van het OM. Uit de gegevens van de arrondissementsparketten valt af te lezen dat de geweldscriminaliteit nog steeds toeneemt. Het blijkt met name te gaan om bedreigingen, mishandelingen, diefstallen met geweld, straatroven en overvallen. Het OM zal dan ook prioriteit blijven geven aan het terugdringen van doorlooptijden bij geweldsmisdrijven, onder meer door het direct uitreiken van dagvaardingen en het toepassen van snelrecht. Verder wordt het vervolgingsbeleid aangescherpt door bijvoorbeeld de consequente toepassing van voorlopige hechtenis bij geweldszaken en het niet tolereren van geweld tegen politie-ambtenaren. Minderjarigen die met het OM in aanraking komen, worden met name verdacht van het plegen van steeds zwaarder wordende geweldsdelicten, het toebrengen van vernielingen of het plegen van vermogensdelicten, zoals straatberovingen en overvallen.

Uitbreiding slachtofferzorg

In de afgelopen periode zijn een groot aantal parketten gestart met de één-loket-functie voor slachtoffers. Bij deze servicepunten kunnen slachtoffers met al hun vragen terecht. Om het slachtoffer zo breed mogelijk te kunnen informeren wordt door het OM nauw samengewerkt met de politie, het Bureau Slachtofferhulp en het Buro voor Rechtshulp. Verder wordt dit jaar op vier arrondissementsparketten (Roermond, Almelo, Leeuwarden en Dordrecht) geëxperimenteerd met de invoering van het 'victim impact statement'; een verklaring van (de nabestaande(n) van) het slachtoffer over zijn ervaringen en/of de gevolgen van het delict voor hem persoonlijk. Deze verklaring wordt vastgelegd in een proces-verbaal dat is opgemaakt door de politie gedurende het opsporingsonderzoek. Het OM werkt mee aan een project waarbij slachtoffers van zedenmisdrijven worden geïnformeerd over het ontslag van 'hun' dader uit de gevangenis. Het gaat hierbij in eerste instantie om zedenmisdrijven bij kinderen. De parketten zullen aan dit project een bijdrage leveren, onder meer door het achterhalen van dossiers en het vaststellen wie de slachtoffers zijn.