Provincie Limburg

BEREIKBAARHEIDSPROFIEL ZUID-NEDERLAND

Dit is een gezamenlijk persbericht
van de provincies
Noord-Brabant, Limburg, Zeeland en het
Samenwerkingsverband Regio Eindhoven

Limburg, Zeeland, SRE en Noord-Brabant slaan handen ineen voor bereikbaarheid
ZUID-NEDERLAND PRESENTEERT BEREIKBAARHEIDSPROFIEL

De Zuid-Nederlandse Alliantie, het samenwerkingsverband van de provincies Zeeland, Noord-Brabant, Limburg en het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven (SRE), heeft een regionale uitwerking van het NVVP in de vorm van een bereikbaarheidsprofiel opgesteld. Het rapport Bereikbaar rendement is een constructieve reactie op het Nationaal Verkeers- en Vervoersplan (NVVP) van het ministerie van Verkeer en Waterstaat. In het rapport stellen de provincies en het SRE, dat het NVVP onvoldoende inspeelt op de bijzondere positie van het Zuiden. Zuid-Nederland is economisch van groot belang voor de BV Nederland. Het Zuiden heeft bovendien veel te bieden op het gebied van ruimtelijke kwaliteit en leefbaarheid. Het NVVP zou daarop meer moeten inspelen. In plaats daarvan is er gekozen voor een benadering vanuit landelijke normstellingen ten aanzien van knelpunten, beprijzen en bouwen. De alliantie Zuid Nederland vindt dit jammer. Op 6 maart vindt overleg plaats tussen de minister van Verkeer & Waterstaat en de alliantie Zuid-Nederland.

Het nationaal verkeers- en vervoersplan gaat uit van een normstelling van gemiddeld 60 km/u doorstroomsnelheid op trajecten van ca. 40 km/u op het hoofdwegennet. Dat vinden de provincies en het SRE onvoldoende. Ook argumenten ten aanzien van onder andere economie, leefbaarheid in kernen, verkeersveiligheid en ruimtelijke kwaliteit moeten bepalend zijn voor investeringen in de infrastructuur. Daarbij moet niet alleen gekeken worden naar de verkeersafwikkeling op autosnelwegen, maar van deur tot deur. Een extra dimensie wordt aan het bereikbaarheidsprofiel gegeven doordat met modelberekeningen wordt aangetoond, dat investeren in de Zuidnederlandse infrastructuur voor weg, water en rail ook nog eens zeer lonend is voor geheel Nederland. De provincies en het SRE willen vanuit een gezamenlijke integrale visie op verkeer en vervoer aansluiten bij het uitwerken van de raamovereenkomst die Zuid-Nederland in december 2000 met het kabinet sloot en die moet resulteren in een regiocontract met investeringsafspraken over allerlei beleidsterreinen. Investeringsafspraken die recht doen aan de economische ontwikkeling van Zuid-Nederland en daarmee direct bijdragen aan de nationale economie.

Benutten, beprijzen en bouwen
De Zuid-Nederlandse Alliantie kan zich vinden in de strategie van het Rijk dat eerst gekeken moet worden naar een betere benutting van de infrastructuur, het beprijzen van het gebruik ervan en uiteindelijk de aanleg van nieuwe infrastructuur. De Alliantie heeft echter de nodige kanttekeningen bij wat precies onder deze begrippen moet worden verstaan en de wijze waarop deze strategie verder ingevuld gaat worden. Ook hier geldt dat rekening moet worden gehouden met de regionale verschillen in het land. In zijn algemeenheid kunnen de provincies zich vinden in maatregelen om de bestaande infrastructuur (zowel weg en water als rail) beter te benutten. Onder voorwaarden kunnen de Zuid-Nederlandse partners instemmen met verdergaande variabilisatie van de kosten van het autogebruik (in plaats van het belasten van autobezit). Die voorwaarden hebben betrekking op de effecten op provinciale wegen en andere verbindingen en op regionale differentiatie zodat gebieden waar de afhankelijkheid van de auto groter is, ontzien worden. De Alliantie heeft een voorkeur voor betaalstroken boven rekeningrijden, die op specifieke tijden of op bepaalde knelpunten wordt geïnd.

Achtergrond
De nota Bereikbaar rendement, is onderdeel van een reeks Zuidnederlandse documenten op het grensvlak van verkeer en vervoer, economie en ruimtelijke ordening. Die reeks is ingezet met het rapport Zuid-Nederland: meer dan de som der delen, dat vooral inging op het toekomstige economische potentieel van Zuid-Nederland en wat daarvoor aan facilitering vanuit het verkeer en vervoer noodzakelijk werd geacht. Vervolgens zijn in het kader van ICES bij verschillende departementen claims neergelegd om aan die behoefte tegemoet te komen en is recentelijk gereageerd op het beleidsvoornemen van het Nationaal Verkeers- en Vervoerplan.