Vereniging Nederlandse Gemeenten

Persberichten

GEZAMENLIJK PERSBERICHT VAN DE UNIE VAN WATERSCHAPPEN, DE VERENIGING VAN NEDERLANDSE GEMEENTEN, INTERPROVINCIAAL OVERLEG EN HET MINISTERIE VAN VERKEER EN WATERSTAAT
14 februari 2001

STARTSCHOT GEZAMENLIJKE AANPAK WATERBELEID

Het Rijk, de provincies, de gemeenten en de waterschappen hebben vandaag een startovereenkomst getekend om gezamenlijk het waterbeleid voor de 21e eeuw uit te voeren. Betrokken partners leggen hiermee vast dat zij toewerken naar harde afspraken over concrete uitvoeringsmaatregelen in een Nationaal Bestuursakkoord Water dat in 2002 wordt gesloten. Voor de periode tot die tijd is een aantal acties afgesproken.

De startovereenkomst volgt op de standpunten van de verschillende partners, waaronder het kabinetsstandpunt Anders omgaan met water dat eind vorig jaar is gepresenteerd. Daarin staat het nieuwe beleid over veiligheid en wateroverlast. Bij de uitwerking hiervan worden ook de aanpak van watertekorten, tegengaan van verdroging en verdere verbetering van de waterkwaliteit betrokken. Aangegeven is dat het noodzakelijk is om de waterhuishouding in Nederland nu en voor de toekomst op orde te brengen en te houden. Het gaat dan vooral om de gevolgen van klimaatverandering, zeespiegelstijging en bodemdaling. Het feit dat er twee maanden na het kabinetsstandpunt een startovereenkomst ligt, is het bewijs van de gezamenlijk gevoelde urgentie.

In de startovereenkomst is aangegeven dat bij de inventarisatie van de kosten en de kostenveroorzakers in het regionale watersysteem tevens gekeken wordt naar de consequenties voor de lokale lastendrukontwikkelingen. Bij de ondertekening van de Bestuursovereenkomst in 2002 moet deze passage verder zijn geconcretiseerd.

De overeenkomst is gebaseerd op drie uitgangspunten:
* nu anticiperen op de toekomstige klimaatveranderingen;
* niet afwentelen van waterproblemen naar de benedenstroomse regio door het water zo snel mogelijk af te voeren. De partners kiezen daarom voor de drietrapsstrategie vasthouden-bergen-afvoeren. Dat betekent dat water zoveel mogelijk wordt vastgehouden, lukt dit niet langer dan wordt het water tijdelijk geborgen in waterbergingsgebieden. Dan pas wordt het water afgevoerd. Bij zeer extreme omstandigheden wordt water opgevangen in daarvoor aangewezen gebieden. Hiervoor stelt het kabinet een speciale commissie in. Als voorzitter is inmiddels benoemd oud-Eerste Kamerlid David Luteijn.

* naast technische maatregelen is er meer ruimte nodig om water op te vangen. De regionale partners zullen in hun planontwikkeling het bestrijden van wateroverlast verbinden met andere beleidsdoelen, bijvoorbeeld verdrogingsbestrijding en het verbeteren van de waterkwaliteit.

Voorbeelden van concrete acties in de startovereenkomst voor de periode tot 2002 zijn:

* het opstellen van regionale watervisies, waarbij gezocht wordt naar waterbergingsgebieden;

* het uitwerken en uitvoeren van verschillende maatregelen aan de kust, langs de rivieren en het IJsselmeer;

* de toepassing van een watertoets op alle nieuwe waterhuishoudkundige plannen.

Voorafgaand aan de ondertekening van de startovereenkomst heeft staatssecretaris De Vries van Verkeer en Waterstaat het voorbeeldenboek Parels van vernieuwend waterbeheer aangeboden aan alle ondertekenaars.

Hans Scholten 0653379481 (V&W)
Aly Oldersma 0703519736 (UvW)
Petra Ramakers 0703738216 (VNG)
Hens Meengs 0708881212 (IPO)