Ministerie EZ


STARTENDE ONDERNEMERS LEVEREN ECONOMIE 22,4 MILJARD OP

Datum: 14-02-2001

Nieuw onderzoek wijst uit dat ondernemingen jonger dan 5 jaar in het jaar 2005 ruim 387.000 banen voor hun rekening nemen en een toegevoegde waarde creëren van 22,4 miljard gulden. De verwachting is ook dat deze bijdrage aan de welvaart in de toekomst zo hoog zal blijven. Dit onderzoek uitgevoerd door het EIM in opdracht van het ministerie van Economische Zaken gaat uit van een basisscenario voor de periode 2001-2005, gebaseerd op een trendmatige ontwikkeling over de periode 1987-1998. Het is voor het eerst dat in een onderzoeksmodel de directe baten en lasten van startende ondernemingen in onderling verband getoond kunnen worden.

Vaak wordt gezegd dat startende ondernemingen snel failliet gaan en daardoor de samenleving erg veel geld kosten. Het onderzoek van het EIM zet de kosten en baten van het startend ondernemerschap in een helder perspectief. De kosten van de faillissementen en opheffingen bedragen slechts 8 % van de bruto opbrengsten van de succesvolle starters.

Ook is het EIM model gebruikt om de effecten van het huidig EZ beleid uit te drukken in cijfers. Het gaat dan bv. om de aanpassing faillissementswet, het afschaffen van de vestigingswet, het terugdringen van de administratieve lasten en het stigma op falen en het stimuleren van het ondernemerschap in het onderwijs. Omgerekend in harde cijfers komt dit erop neer, dat het beleid vanuit EZ in 2005 kan bijdragen aan nog eens extra 67.000 banen en 4,5 miljard gulden aan toegevoegde waarde.

Bovengenoemde uitkomsten van het onderzoek zijn opgenomen in het boekje "Entrepeneurship in the Netherlands, New Economy: new entrepeneurs". Tevens zijn artikelen van professor Elizabeth Garnsey van Cambridge University, onderzoekers van het EIM en medewerkers van het ministerie van EZ gepubliceerd. Staatssecretaris Ybema, van Economische Zaken, presenteert vandaag op een lunchbijeenkomst de belangrijkste resultaten.

De bijdrage van het ministerie van Economische Zaken laat zien dat de contouren van dynamisch ondernemerschap in de 21e eeuw zich beginnen af te tekenen. Serieel ondernemerschap, intrapreneurship, corporate venturing, nieuwe vormen van persoonlijke dienstverlening zijn enkele voorbeelden. Het overheidsbeleid kan hier het beste op inspringen door verder te gaan met het wegnemen van institutionele belemmeringen voor ondernemerschap en het creëren van een stimulerend economisch klimaat. Het belonen van ondernemerschap en het nemen van risico in plaats van het te straffen, dat zou de leidraad voor het overheidsbeleid moeten zijn.