Persbericht
13 februari 2001
Bestuurders Utrecht maken afspraken over aanpak bij calamiteit
chloortrein
De betrokken bestuurders in de provincie Utrecht hebben concrete
afspraken gemaakt over de aanpak bij een eventuele calamiteit met
een chloortrein in de provincie Utrecht. Zodra er maar sprake is
van meer dan een lekkende afsluiter worden via de
gemeenschappelijke meldkamer Utrecht alle maatregelen genomen die
passen bij een (dreigende) ramp: brandweer, politie, ggd's en
bestuurders worden onmiddellijk in de hoogste staat van paraatheid
gebracht.
Normaal verloopt de alarmering na een incident altijd via een
aantal treden, maar de gevolgen van een calamiteit met een
chloortrein worden zodanig ingeschat dat er onmiddellijk een
rampscenario in werking moet treden. Aldus een gezamenlijke
verklaring van de commissaris van de Koningin in de provincie
Utrecht mr. B.Staal en de burgemeesters van de Utrechtse gemeenten
Abcoude, Amersfoort, Baarn, Breukelen, Loenen, Oudewater, Soest,
Utrecht en Woerden en de Gelderse gemeente Nijkerk.
Naar aanleiding van de vuurwerkramp in Enschede heeft bestuurlijk
Nederland zich opnieuw beraden op de vraag of de overheid meer kan
doen aan de preventieve rampenbestrijding. De betrokken
operationele diensten (politie, brandweer, ggd's) hebben de laatste
jaren steeds meer tijd en energie gestoken in risico-analyse,
aanvalsscenario's, opleiding en training. Ook op bestuurlijk niveau
was nog een verbeterslag te slaan, zo concludeerden de
burgemeesters vorig jaar. Zij bespraken toen het initiatief van de
commissaris van de Koningin in Utrecht, mr. B. Staal om in
samenwerking met alle betrokken organisaties en overheden een
inventarisatie te maken van alle risico's in de provincie Utrecht.
Een van de onderdelen waarvoor extra aandacht gevraagd werd was de
optimalisering van de bestuurlijke afstemming bij de
rampbestrijding van de chloortreinen die door de provincie lopen.
Daarover zijn nu concrete afspraken gemaakt.
In december 2000 publiceerden bestuurders in de regio Groningen al
een raamplan voor de bestrijding van een eventueel incident met de
chloortrein in Groningen. Daarbij werd de kans op het totaal aantal
dodelijke slachtoffers ingeschat op 5000. De bestuurders in Utrecht
hebben gebruik gemaakt van deze gegevens en komen tot een
vergelijkbare inschatting van de risico's.
Risico bestrijkt een gebied van 5 bij 1 kilometer
Chloor is een uiterst giftige stof. Het werkt bijtend op ogen, huid
en luchtwegen. Blootstelling aan grotere hoeveelheid kan de dood
tot gevolg hebben. De gevolgen van een groot chloorincident zijn
merkbaar binnen een gebied van globaal 5 bij 1 kilometer. De
weersgesteldheid bepaalt in welke richting de wolk chloorgas zich
verspreidt. Gebeurt een eventuele ernstige calamiteit in een
plattelandsgebied, dan moet er rekening gehouden worden met 500
doden en 1780 gewonden. Bij een ramp in een stedelijk gebied kunnen
er 5000 doden en 18.000 gewonden vallen. Een aanzienlijk aantal van
de gewonden zal door gebrek aan medische verzorging alsnog
overlijden. Voor rampen met een dergelijke aard en omvang is het
niet mogelijk in een rampbestrijdingsplan bestuurlijke maatregelen
op te nemen die de gevolgen ook maar enigszins kunnen opvangen.
Rampbestrijdingsplan
Het bestuurlijke scenario dat nu is afgesproken zal toch een
vervolg krijgen in een rampbestrijdingsplan waarmee de betrokken
overheden en operationele diensten zich zo maximaal mogelijk kunnen
voorbereiden op calamiteiten. Het opstellen van zo'n
rampbestrijdingsplan dient onder de coördinatie van de Regionale
Commissie Hulpverlening plaats te vinden. Die commissie is nu bezig
met het ontwikkelen van een rampbestrijdingsplan
Amsterdam-Rijnkanaal. Dat plan zal tevens als model voor andere
rampbestrijdingsplannen dienst kunnen doen, dus ook bijvoorbeeld
voor een plan vervoer gevaarlijke stoffen, waaronder het vervoer
van chloor per trein.
Hoorzitting Tweede Kamer
De maatschappelijke discussie over nut en noodzaak van het
chloorvervoer wordt al langer gevoerd. Zo zijn in de loop der jaren
al diverse maatregelen genomen om de risico's te beperken
(hoeveelheid chloor teruggebracht, traject gewijzigd, snelheid
trein beperkt enz.). Bestuurders uit de provincie Utrecht hebben
eerder al laten weten dat de risico's -gezien de
veiligheidsmaatregelen van zowel de producent (Akzo) als de
transporteur (NS)- wel heel klein zijn, maar het effect van een
eventuele calamiteit onhanteerbaar groot. Het chloortransport van
Delfzijl en Hengelo per trein naar de Botlek (drie a vier maal per
week) voert over een belangrijk deel van het grondgebied van de
provincie Utrecht. Het provinciebestuur van Utrecht eiste dan ook
stopzetting van dit vervoer. De burgemeesters van de gemeenten
waardoor de chloortreinen voeren sluiten zich hierbij aan. Namens
hen zal de burgemeester van Amersfoort, mevrouw A. van Vliet-Kuiper
hierover het woord voeren tijdens de hoorzitting van de vaste
Kamercommissie morgen, woensdag 14 februari 2001. Namens de
provincie voert gedeputeerde Rombouts het woord.
Voor nadere informatie: Marjolein Copier, 030 - 258 2460 of
marjolein.copier@provincie-utrecht.nl of
Bas Thomas, 030 - 258 2480 of bas.thomas@provincie-utrecht.nl
Terug