Statement MSD naar aanleiding van de uitspraak van de kantonrechter d.d. 13 februari 2001

MSD vindt dat zij ten onrechte is veroordeeld door de kantonrechter. Deze uitspraak heeft MSD verrast. De normen van het Reclamebesluit zijn weliswaar vaag, maar MSD meent duidelijk binnen die normen te zijn gebleven.

MSD stelt dat het in dit proefproces om een zeer principiële zaak gaat, waarbij elke bij de nascholing van huisartsen betrokken partij - artsen, wetenschappers, overheid en patiënten - een eigen verantwoordelijkheid heeft. Uit de eerste resultaten van een nog te publiceren NIPO-enquête blijkt dat het merendeel van de artsen de nascholingsactiviteiten van MSD bijzonder waardeert en zeer wel in staat is voldoende objectief de beste farmacotherapie voor hun patiënten te kiezen. MSD voelt zich hierdoor gesterkt in haar opvatting dat zij met kwalitatief goede nascholing een buitengewoon belangrijke bijdrage levert aan het welbevinden van zeer veel patiënten.

Volgens MSD zijn de regels op het gebied van marketing van geneesmiddelen onvoldoende duidelijk. Het is daarom zaak dat zo spoedig mogelijk een nieuw Reclamebesluit tot stand komt. Het beleid om door de rechter te laten bepalen wat wel en niet mag, biedt voor de korte termijn zeker geen oplossing. Voorkomen moet worden dat de beoogde aanscherping van het Reclamebesluit tot een onuitvoerbaar, oncontroleerbaar en niet te handhaven gedrocht verwordt. Kortom, MSD stelt voor een ander scenario te volgen dan het kwader trouw scenario van de Inspectie voor de Volksgezondheid.

Bovendien is MSD benieuwd hoe de uitspraak zich verhoudt tot de Europese wetgeving op dit gebied.

MSD overweegt hoger beroep in te stellen.


- - -

Perscontacten:
Voor meer informatie kunt u zich wenden tot de woordvoerder van MSD, mr. S.D.R. Berkelbach van der Sprenkel, telefoon 023-5153127