http://www.minbuza.nl/content.asp?Key=410724
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 DEN HAAG Directie Sub Sahara Afrika Afdeling Westelijk Afrika Bezuidenhoutseweg 67 Postbus 20061 2500 EB Den Haag
Datum 1 maart 2001 Behandeld
Kenmerk 110/01 Telefoon (070) 348 5198
Blad /1 Fax (070) 348 6607
Bijlage(n) 2 E-mail gh.smaling@minbuza.nl
Betreft Beantwoording vragen van het lid Koenders
2000106500
Onder verwijzing naar de brief van de Griffier Uwer Kamer d.d. 16 februari
2001, kenmerk 20001106500, waarbij gevoegd waren de door het lid Koenders
overeenkomstig artikel 134 van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer
bij U ingediende vragen, heb ik de eer U als bijlage dezes, mede namens de
Minister voor Ontwikkelingssamenwerking, het antwoord op de gestelde vragen
te doen toekomen.
De Minister van Buitenlandse Zaken
Antwoord van de heer Van Aartsen, Minister van Buitenlandse Zaken, op vragen
van het lid Koenders over de bescherming van vluchtelingen in Guinee
Vraag 1:
Op welke wijze zal Nederland bilateraal in het kader van de EU en de VN
diplomatieke druk uitoefenen ter bescherming van de vluchtelingen in Guinee
en het tot stand komen van een humanitaire corridor?
Antwoord:
Nederland steunt de pogingen van UNHCR Lubbers ten aanzien van het creëren
van veilige verblijfsgebieden voor de vluchtelingen in
Guinee. Dit standpunt wordt uitgedragen binnen
de EU, binnen de VN en ook in de bestaande contacten met ECOWAS. Nederland
is voornemens een financiële bijdrage aan UNHCR te verlenen ten behoeve van
de vluchtelingencrisis.
De Regering is van oordeel dat de vluchtelingencrisis in het grensgebied met
Guinee, naast het geven van humanitaire hulp, alleen dan serieus kan worden
aangepakt indien ook aandacht wordt besteed aan de veiligheidssituatie, de
bescherming van de vluchtelingen en van het personeel van hulporganisaties.
Om die reden steunt Nederland de voornemens van de West-Afrikaanse
organisatie ECOWAS om een vredesmacht (ECOMOG) in het gebied te stationeren.
Vraag 2:
In hoeverre kan het Vredesfonds ingezet worden ter stimulering van een
Afrikaans initiatief terzake? Kan de Nederlandse regering deze zaak aan de
orde stellen op politiek niveau tijdens de volgende Algemene Raad en in
overleg met de VS?
Antwoord:
Indien de ECOWAS- lidstaten het onderling eens kunnen worden over het
mandaat van de troepenmacht, is de regering bereid een bijdrage uit het
Vredesfonds te overwegen. Daarnaast is het denkbaar dat Mali indien het
deelneemt aan deze vredesoperatie, opnieuw begrotingssteun wordt aangeboden.
Overigens kunnen de 100 Daf-trucks, die onlangs ten behoeve van regionale
vredesinspanningen aan Nigeria werden aangeboden, wat Nederland betreft
tevens worden ingezet bij een ECOMOG-operatie in het grensgebied met Guinee.
Ook de EU studeert op steun aan ECOWAS. Nederland schaart zich achter dat
idee. Nederland heeft voor deze kwestie de aandacht gevraagd van het
Politiek en Veiligheidscomité van de EU. Ook met de VS wordt regelmatig
contact onderhouden.
Vraag 3:
Welke internationaalBpolitieke strategie staat de Nederlandse regering met
betrekking tot conflictvoorkoming in West-Afrika voor? Welke druk in welke
vorm wordt uitgeoefend op Liberia?
Antwoord:
Het Nederlandse beleid is gericht op de opbouw
van regionale vredeshandhavingscapaciteit als
aanvulling op de eerste lijnsvoorziening van de
VN. De Regering is van oordeel dat de
regio zelf een bijdrage moet leveren aan de oplossing van de onderliggende
conflicten die, ten grondslag liggen aan de précaire situatie in het
grensgebied met Guinee, te weten het conflict in Sierra Leone, de situatie
in Liberia en de gespannen toestand in Guinee.
Nederland is in principe voorstander van nieuwe sancties tegen Liberia.
Nederland heeft daarbij zowel binnen de VN als in EU-verband gepleit voor
betrokkenheid van ECOWAS bij de besluitvorming. De legitimiteit en
effectiviteit van sancties zijn daarmee
ten zeerste gediend.
Kenmerk VolgKenmerk*
Blad /2
===