13 feb 2001
Persinformatie-logo
Nummer 15 13 februari 2001
Periode 22 t/m 28 februari
Peptidetransport kaasbacterie sleutel tot nieuwe kaassmaken
ONDERZOEK
Peptidetransport kaasbacterie sleutel tot nieuwe kaassmaken
Psychologische hulp in de studententijd
AGENDA
Quantummechanica: de beste theorie die we hebben
Hoe klassiek is het klassiek Latijn
Spiegels in het ijs - Het ecosysteem van de zuidpool
Maak werk van solliciteren
Peptidetransport kaasbacterie sleutel tot nieuwe kaassmaken
Een bacterie baadt meestal in zijn eigen voedsel. Zo ook de
Lactococcus lactis, die graag groeit in een omgeving met
melksuiker (lactose). Vanwege zijn eigenschap om melksuiker om te
zetten in melkzuur, waardoor melk stremt en de eerste stap is gezet
tot kaasvorming, bevindt L. lactis zich, door toedoen van de mens,
vaak in melk. De bioloog Frank Detmers onderzocht de opname door L.
lactis van eiwitbrokstukken (peptiden), die een rol spelen in de
vorming van smaakstoffen in de kaas. Detmers promoveert 23 februari
2001 aan de Rijksuniversiteit Groningen.
L. lactis heeft voor een goede groei niet alleen lactose nodig,
maar ook aminozuren. Dit zijn de bouwstenen van eiwitten. In de
natuur komen twintig verschillende aminozuren voor. De hoeveelheid
en volgorde van de verschillende aminozuren waaruit een eiwit
bestaat, bepaalt de aard van een eiwit. De aminozuren die L. lactis
niet zelf kan aanmaken, moet hij opnemen uit zijn omgeving. Hiertoe
beschikt de bacterie over een arsenaal aan afbraakenzymen. Door een
enzym, proteinase, uit te scheiden worden eiwitten afgebroken in de
omgeving van de bacterie, dus buiten de cel. De brokstukken
(peptiden) kan de bacterie vervolgens opnemen, met een bepaald
poortmechanisme in zijn membraan, het zogenaamde oligopeptiden
permease (Opp) systeem. Eenmaal in de bacterie worden de peptiden
verder afgebroken tot aminozuren en daarna weer geassembleerd tot
de eiwitten die de bacterie nodig heeft. Detmers vroeg zich af
welke brokstukken wel worden opgenomen en welke peptiden de
bacterie links laat liggen. In de praktijk is deze vraag van belang
omdat de getransporteerde peptiden een rol spelen in de
smaakstoffen van kaas. Als het proces van smaakvorming in de kaas
bekend is, kan dit immers wellicht gemanipuleerd worden; zodat er
nieuwe kazen ontstaan. Detmers toonde voor het eerst aan dat het
Opp systeem van L. lactis zelfs peptiden van achttien aminozuren
lang naar binnen kan transporteren. Daarnaast bleek het systeem
weinig kieskeurig: niet de samenstelling van een peptide maar
vooral de grootte bleek bepalend voor toegang door de
membraanpoort. Peptiden van negen aminozuren groot waren favoriet.
Het bindingseiwit aan de buitenkant van de poort - één van de vijf
componenten van het Opp systeem - bepaalt deze voorkeur. Om in de
toekomst het transportsysteem verder te onderzoeken is het
noodzakelijk dat het systeem als geheel geïsoleerd kan worden en
ingebracht in een kunstmatige en daarom neutrale membraan. Tot
dusver zijn pogingen hiertoe nog niet gelukt. /FC
Frank Detmers (Nijmegen, 1968) studeerde biologie aan de Katholieke
Universiteit Nijmegen (KUN). Zijn promotieonderzoek voerde hij uit
aan de Rijksuniversiteit Groningen, bij de basiseenheid Moleculaire
microbiologie, aangesloten bij het Groningen Biomolecular sciences
and Biotechnology institute (GBB). Het onderzoek werd gefinancierd
door de ABON (Associatie van Biotechnologische Onderzoeksscholen
Nederland). Sinds 1 februari 2001 is hij als post-doc werkzaam bij
de vakgroep Celfysiologie van het Universitair Medisch Centrum St.
Radboud in Nijmegen.
Meer informatie over deze promotie
Onderzoek
Promotie
Peptidetransport kaasbacterie sleutel tot nieuwe kaassmaken
Zie voorpagina.
Datum en tijd
vrijdag 23 februari 2001, 16.00 uur
Promovendus
F.J.M. Detmers, tel. (024)361 05 73, e-mail f.detmers@celfys.kun.nl
(werk)
Proefschrift
The oligopeptide transport system of lactococcus lactis
Promotores
prof.dr. W.N. Konings, prof.dr. B. Poolman
Faculteit
wiskunde en natuurwetenschappen
Plaats
Aula Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen
Nieuwe uitgave
Psychologische hulp in de studententijd
'Leren leven en studeren. Psychologische hulp in de studententijd' is
de titel van het boek dat studentenpsycholoog Louis Sommeling schreef.
Het wordt gepresenteerd bij zijn afscheid van het BSS (Bureau
Studentenpsychologen en Studie Ondersteuning) van de Rijksuniversiteit
Groningen, waar Sommeling vijfentwintig jaar studentenpsycholoog is
geweest.
Hoe leeft en denkt de jongere generatie? Zijn studenten anders dan
vroeger, wat vinden zij van belang, welke moeilijkheden komen zij
tegen en hoe proberen zij deze op te lossen? De emotionele en
psychologische ontwikkeling van studerende jonge volwassenen (17-25
jaar), is het onderwerp van Sommelings boek. Over deze leeftijdsfase
bestaat tot nu toe weinig literatuur, terwijl er toch vrij definitieve
beslissingen worden vastgelegd op belangrijke levensgebieden zoals
levensvisie, partnerkeuze en zelfbeeld.
Het boek, geschreven rond geanonimiseerde gespreksfragmenten, is
geschikt voor verschillende doelgroepen: docenten, studieadviseurs en
decanen; studentenpsychologen; psychotherapeuten die niet in het
onderwijs werken; ouders; studenten; en ook bestuurders van
hogescholen en universiteiten. Voor studenten is er een aparte
uitgave, die in het kader van een behandeling kan worden meegegeven.
Volgens de auteur moeten studenten bij problemen idealiter kunnen
kiezen tussen twee duidelijk te onderscheiden maar samenwerkende
afdelingen binnen een onderwijsinstelling: enerzijds een die
studeerproblemen behandelt en anderzijds een waar de aandacht op de
psychologische achtergrond daarvan en op persoonlijke problemen
gericht is. Sommeling vindt dat er voldoende argumenten zijn die
pleiten voor psychologische hulpverlening aan studenten binnen een
Universiteit en HBO- of andersoortige onderwijsinstelling. Steeds meer
onderzoek bevestigt dat een niet behandelde neurose nadelige invloed
blijft uitoefenen in het latere leven en dat jonge mensen de weg naar
hulpverlening vaak niet vinden. Problemen kunnen echter in een
onderwijsinstelling gesignaleerd worden. Bovendien is het een klassiek
ideaal om binnen het onderwijs aandacht te hebben voor ontwikkeling
van de persoonlijkheid.
Datum en tijd
vrijdag 23 februari 2001, 16.30 uur
Plaats
Receptiezaal Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen
Titel
Leren leven en studeren. Psychologische hulp in de studententijd
Auteur
L.J.M. Sommeling
Uitgave
Uitgeverij Van Gorcum, Assen (2001). ISBN 90-232-3611-4. Prijs f 35.-
Bestellen
Verkrijgbaar in de boekhandel of rechtstreeks bij de uitgever
Informatie
Louis Sommeling, tel. (050)363 55 44, e-mail
l.j.m.sommeling@bureau.rug.nl (werk)
Agenda
Lezing
Quantummechanica: de beste theorie die we hebben
In de jaren 1925-1930 slaagde men er uiteindelijk in een theorie te
ontwikkelen die op een geheel nieuwe manier golf- en deeltjesaspecten
combineerde. Deze theorie, de quantummechanica, is in essentie de nog
steeds geldende, succesvolle theorie voor de beschrijving van de
atomaire en sub-atomaire wereld. De theorie geeft een verklaring voor,
en een uiterst precieze kwantitatieve beschrijving van een groot
aantal voorheen onbegrepen verschijnselen: de stabiliteit van atomen
en moleculen (en daarmee ook van de biologische soorten!), het
periodiek systeem van de elementen, de chemische binding, de
radioactiviteit, het geleidingsvermogen van metalen, het magnetisme
van ijzer, de supergeleiding, de superfluïditeit. De fysica van de
vaste stof, de kernfysica en de astrofysica zijn er op gebaseerd. De
quantummechanica is de meest centrale, meest omvattende en best
getoetste theorie die we hebben. Maar het beeld van de werkelijkheid
dat de quantummechanica ons voorschotelt, is bijzonder vreemd en van
het begin af aan is er hevig gediscussieerd over de juiste
interpretatie van de theorie. In onze tijd beleeft deze discussie een
nieuw hoogtepunt, onder andere door nieuwe experimenten die specifiek
gericht zijn op het interpretatieprobleem.
Prof.dr. Jan Hilgevoord studeerde theoretische natuurkunde aan de
Universiteit van Amsterdam. Hij promoveerde op een proefschrift over
causaliteit in de relativistische quantumveldentheorie.
Datum en tijd
donderdag 22 februari 2001, 20.00 uur
Spreker
prof.dr. Jan Hilgevoord
Titel
Serie
De quantummechanica
Quantummechanica - Van Aristoteles tot de schildpad
Plaats
Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen
Informatie
Studium Generale Groningen, tel. (050)363 54 63, www.rug.nl/studium
Oratie
Hoe klassiek is het klassiek Latijn
Informatie over de tekst van de oratie is te verkrijgen bij het
secretariaat van de afdeling Interne en Externe Betrekkingen, tel.
(050)363 54 46.
Datum en tijd
dinsdag 27 februari 2001, 16.30 uur
Spreker
prof.dr. R.R. Nauta
Titel
Hoe klassiek is het klassiek Latijn
Plaats
Aula Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen
Lezing
Spiegels in het ijs - Het ecosysteem van de zuidpool
In de serie 'Jonge doctors' vertellen recent gepromoveerde onderzoekers over het hoe en waarom van hun onderzoek.
Alterra-onderzoeker Jan Andries van Franeker werkt sinds 1984 in het
zuidpoolgebied. Hij is vooral geïnteresseerd in zeevogels en
zeezoogdieren, te land en ter zee. Tijdens onderzoekstochten op de
ijsbreker Polarstern richtte Van Franekers aandacht zich op de hele
gemeenschap van warmbloedige toppredatoren. Wat zijn voor hen de
belangrijke gebieden en hoe ziet het ecosysteem er precies uit? Wat is
er waar van de 'beschuldiging' dat deze dieren via hun ademhaling
zoveel kooldioxide in de atmosfeer zouden brengen dat ze daarmee een
bijdrage zouden leveren aan het broeikaseffect? Op land keek Van
Franeker voornamelijk naar de ecologie van de zogenaamde
'stinkmeeuw-stormvogels'. Deze stormvogels - familie van de in
Nederland voorkomende Noordse Stormvogel - hebben zich uitstekend
aangepast aan de extreme eisen van het zuidpoolklimaat. Zijn de
effecten van visserij, klimaatsverandering en milieuvervuiling
zichtbaar aan deze vogels?
Van Franeker bundelde zijn onderzoeksresultaten in het proefschrift
Mirrors in ice: fulmarine petrels en antarctic ecosystems dat hij op
12 januari jl. aan de RUG verdedigde. Met deze titel benadrukt hij dat
onderzoek aan vogels en andere toppredatoren niet alleen iets zegt
over deze diersoorten zelf, maar dat ze een spiegel vormen van het
hele onderliggende ecosysteem en van de gevolgen daarin van al dan
niet door de mens veroorzaakte milieuverandering.
In de lezing zal Van Franeker een aantal van de conclusies uit zijn
onderzoek naar antarctische toppredatoren - zoals het enorme belang
van zeeijs voor de voedselketen, de complexiteit van de voedselketens,
de rol van krill in het systeem, en de mogelijke en daadwerkelijke
consequenties van klimaatsverandering - mede aan de hand van dia's
voor het voetlicht brengen.
Dr. Jan Andries van Franeker studeerde in de jaren '70 biologie aan de
Universiteit van Amsterdam en deed daar zijn passie voor stormvogels
en de polaire milieus op. Na zijn studie organiseerde hij op eigen
kracht een aantal onderzoeksexpedities naar noord- en zuidpool. In
1986 trad hij in dienst van het toenmalige Rijksinstituut voor
Natuurbeheer (RIN, nu Alterra) dat de opdracht kreeg om antarctisch
onderzoek te doen. Van Franeker woont en werkt op Texel, waar de
zoutwaterpoot (Marine and Coastal Zone Research) van Alterra is
gevestigd.
Datum en tijd
woensdag 28 februari 2001, 16.30 uur
Spreker
dr. Jan Andries van Franeker
Titel
Serie
Spiegels in het ijs - Het ecosysteem van de Zuidpool
Jonge Doctors
Plaats
Zernikezaal, Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen
Informatie
Studium Generale Groningen, tel. (050)363 54 63, www.rug.nl/studium
Symposium
Maak werk van solliciteren
Voor alle doctorandi in spé en net afgestudeerden organiseert de
Rijksuniversiteit Groningen in samenwerking met Mount Everest en het
Loopbaan Advies Centrum het symposium 'Maak werk van solliciteren'.
Alle aspecten van het solliciteren komen aan bod. Gerenommeerde trainers leren de deelnemers in verschillende workshops alle aspecten van het schrijven van een sollicitatiebrief, het sollicitatiegesprek, psychologische tests en assessmentcenters. Om succesvol te solliciteren is het een noodzaak om over voldoende zelfkennis te beschikken. Daarnaast is er een uitgebreide lezing over zelfanalyse. Ook het internationaal solliciteren en online solliciteren komen aan bod tijdens het symposium. Daarnaast geven verschillende vertegenwoordigers van het bedrijfsleven workshops waarin alle ins en outs van het solliciteren in de praktijk aan de orde komen. De lezing en workshops worden meerdere keren en verspreid over de dag gehouden. Het symposium wordt afgesloten met een sollicitatiedebat.
Datum
woensdag 28 februari 2001
Titel
Maak werk van solliciteren
Plaats
De Nieuwe Academie, Radesingel 50, Groningen
Organisatie
Symposiumorganisatie 'Maak werk van solliciteren', Postbus 7080, 9701
JB Groningen
Informatie
Jeroen Rodenstein, 06-289 49 407 of Nienke Betlem 06-181 13 402, of
e-mail symposium@mounteverest.nl
Begin pagina