European Commission

IP/01/193

Brussels, 12 Februari 2001

Structuurfondsen - Commissie keurt voor bijna 200 miljoen euro steun voor stedelijke gebieden in Nederland goed

De Europese Commissie heeft een ontwikkelingsprogramma voor stedelijke gebieden in Nederland voor de periode 2000-2006 goedgekeurd. Het programma voorziet in financiële steun van de Europese Unie voor een bedrag van 199,67 miljoen euro. Het is gericht op stedelijke probleemgebieden en valt derhalve onder doelstelling 2 van de Structuurfondsen. Met de Europese financiële steun wordt nog eens 348 miljoen euro aan investeringen van de Nederlandse openbare sector en 41 miljoen euro van de particuliere sector gemobiliseerd, waarmee het totaal van de bestedingen op 588 miljoen euro komt. Het doel van dit programma is ongeveer 6500 nieuwe banen te scheppen, bedrijfslocaties nieuw leven in te blazen en 500 MKB-bedrijven te steunen.

Het besluit maakt deel uit van een reeks besluiten die momenteel door de Commissie worden goedgekeurd voor de start van de nieuwe programmeringsperiode.

Bij de bekendmaking van het besluit zei de heer Barnier, lid van de Europese Commissie en belast met het regionaal beleid: "Dit programma, waarbij alle grote Nederlandse steden betrokken zijn, bewijst dat er behoefte is aan een Europees stedelijk beleid. Het is uniek dat zoveel verschillende stedelijke gebieden in één enkel programma voor een periode van zeven jaar verenigd zijn. Het programma is het resultaat van een uitstekende samenwerking tussen de Commissie en de Nederlandse autoriteiten en toont aan hoeveel belang beide partijen aan de stedelijke probleemgebieden hechten".

Onder doelstelling 2 van de Europese Structuurfondsen vallen gebieden waar economische omschakeling plaatsvindt, achtergebleven plattelandsgebieden, van de visserij afhankelijke crisisgebieden en in moeilijkheden verkerende stedelijke gebieden. Het huidige programma weerspiegelt het feit dat in Nederland prioriteit wordt gegeven aan stedelijke gebieden. De Nederlandse autoriteiten hebben de Commissie één enkel programma voorgesteld waarin delen van verschillende steden aan bod komen. Het Nederlandse ministerie van Binnenlandse Zaken heeft bij de selectie van de voor steun in aanmerking komende gebieden twee belangrijke criteria gehanteerd: een "hoog armoedeniveau" en "langdurige werkloosheid".

Het programma bestrijkt 11 stedelijke gebieden in de grootste steden van Nederland en deze gebieden tellen in totaal 658.000 inwoners:

Steden: Gebieden:

Amsterdam Bijlmer & Amstel

Groot-Oost

Rotterdam Delfshaven

Feijenoord

Den Haag Centrum-Zuid

Utrecht Westflank

Enschede Stedelijk hart

Arnhem Kern

Nijmegen Kanaalgebied

Eindhoven St Ew

Maastricht Noord

Het programma is opgebouwd rond de volgende drie prioriteiten:
* De eerste prioriteit, de "stedelijke economische omgeving", beoogt het realiseren en verbeteren van de fysieke bedrijfsomgeving. De stedelijke gebieden hebben behoefte aan kwalitatief en kwantitatief goede industriële en bedrijfslocaties. In het kader van deze prioriteit zal ook aandacht worden besteed aan de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit van het gebied door herinrichting van de openbare ruimte in de directe werkomgeving en het creëren van een groenstructuur. Ook projecten die bijdragen aan de ontwikkeling van het toerisme en aan het behoud van het cultuur-historisch erfgoed komen voor steun in aanmerking.
* De tweede prioriteit, het "bevorderen van de bedrijvigheid", moet de economische activiteiten zelf ondersteunen door gunstige randvoorwaarden te creëren en door middel van directe steun, bijvoorbeeld begeleiding en advies. Er zal bijzondere aandacht worden besteed aan steun voor startende ondernemingen. Het gebrek aan voldoende gekwalificeerd personeel wordt beschouwd als een van de belangrijkste zwakke punten van de voor steun in aanmerking komende gebieden. Om dit probleem te verhelpen zullen maatregelen worden getroffen om de samenwerking tussen het bedrijfsleven en opleidingscentra te verbeteren.

* De derde prioriteit, de "versterking van het sociaal-economisch potentieel", is vooral gericht op aspecten zoals een schone omgeving en veiligheid. Deze acties zijn van algemeen belang, maar moeten het programmagebied ook aantrekkelijker maken voor nieuwe economische activiteiten. Voorbeelden zijn acties om de milieukwaliteit in de steden te verbeteren en met name om vervuiling te bestrijden.

Op verzoek van de Commissie lopen door het hele programma op ieder niveau drie horizontale thema's:

* gelijke kansen voor vrouwen en mannen;

* duurzame ontwikkeling - om ervoor te zorgen dat de verplichtingen uit hoofde van de NATURA 2000-richtlijnen worden nageleefd;
* steun voor de ontwikkeling van de informatiemaatschappij.
Voorwaarden voor het welslagen van de geplande acties zijn de betrokkenheid van bepaalde doelgroepen bij de projecten en, meer in het algemeen, een nauwe samenwerking tussen de plaatselijke autoriteiten, plaatselijke organisaties en de bewoners van de betrokken stedelijke gebieden.

De impact van dit programma zal worden gemeten aan de hand van algemene economische indicatoren, zoals het aantal nieuwe bedrijven dat zich in de gebieden heeft gevestigd en het werkloosheidscijfer. Voor het programma zijn ook indicatoren vastgesteld die verband houden met bepaalde vraagstukken in het stedelijk beleid, zoals leefbaarheid en criminaliteit. Voorbeelden van concrete programmadoelstellingen zijn het aantal gecreëerde arbeidsplaatsen (streefwaarde: 6500 banen), aantal hectare gerevitaliseerd bedrijfsterrein (120 ha), aantal MKB-bedrijven die financiële bijstand hebben ontvangen (500) en aantal milieuprojecten (27).

Het bedrag van 199,67 miljoen euro aan steun van de Gemeenschap komt uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling (EFRO), dat onder de bevoegdheid van de heer Michel Barnier valt.