Iets meer tienermoeders
In 1999 kregen tieners ruim 2 300 kinderen. Meer dan de helft van deze tienermoeders was op het moment van de geboorte 19 jaar oud. Eén op de vijf was jonger dan 18 jaar.
In het begin van de jaren zeventig kregen vrouwen jonger dan 20 jaar jaarlijks meer dan 9 000 kinderen. Halverwege de jaren negentig was dat aantal gedaald tot 1 900. Na 1996 is het aantal tienermoeders weer iets toegenomen.
Naar verhouding zijn er minder tienermoeders dan vroeger. Had een kwart eeuw geleden één op de vijfentwintig pasgeboren kinderen in Nederland een tienermoeder, momenteel geldt dit voor één op de honderd.
Levendgeborenen uit vrouwen jonger dan 20 jaar
Vooral onder Turkse meisjes is halverwege de jaren negentig het aantal tienermoeders flink gedaald. Turkse vrouwen trouwen relatief jong. Naar verhouding zijn er daardoor meer tienermoeders onder de in Turkije geboren vrouwen dan bij andere allochtone groepen. Ook onder Marokkaanse tieners is het aantal geboorten in die periode afgenomen.
Levendgeborenen per 1000 vrouwen 15-19 jaar
Van de tieners die in 1999 een kind kregen was 60% allochtoon. Bijna 40% behoorde tot de eerste generatie allochtonen. De tweede generatie allochtone teenagers wordt veel minder vaak op jonge leeftijd moeder dan de eerste generatie. Zo zijn er onder Turkse meisjes van de eerste generatie vijf keer zoveel tienermoeders als onder meisjes van de tweede generatie. De jongste Surinaamse meisjes vormen echter een uitzondering.
Joop Garssen en Arno Sprangers