Hoogleraar Regionaal Bestuur in Internationaal Perspectief in oratie: Toevoeging nationale, lokale en regionale vertegenwoordigers aan Europees Parlement moet democratisch gehalte EU bevorderen
Integratie in het Europees Parlement (EP) van verschillende niveaus van volksvertegenwoordiging komt de democratische besluitvorming van de Europese Unie ten goede. Dit zegt professor Hoetjes in zijn inaugurele rede die hij vandaag, 9 februari, uitspreekt ter gelegenheid van zijn benoeming tot Bijzonder hoogleraar Regionaal Bestuur in Internationaal Perspectief, aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Universiteit Maastricht (UM).
Hoetjes stelt voor leden gekozen door de lokale, regionale en nationale
volksvertegenwoordigingen toe te voegen aan het Europees Parlement. Dit
houdt in dat het EP gereorganiseerd wordt in in drie kamers. Allereerst de
direct gekozen Eerste Kamer, bestaande uit leden van Europese politieke
groeperingen (de huidige Euro-parlementariërs) welke zich uitdrukkelijk
inzetten voor het Europees belang. De leden van de Tweede Kamer van het
Europees Parlement worden gekozen door de nationale parlementen. De Derde
Kamer bestaat uit leden gekozen door de regionale en lokale
volksvertegenwoordiging. Voordelen van deze constructie zijn volgens Hoetjes
meer transparantie en overzichtelijkheid en een toename van het democratisch
gehalte van het Europees Parlement door de inschakeling van de verschillende
niveaus van volksvertegenwoordiging. Bijkomend voordeel is de koppeling
tussen de bestuurslagen binnen één instelling.
Binnen de Europese besluitvorming zijn de nationale overheden in feite nog
altijd doorslaggevend waardoor de Europese belangen soms ondergesneeuwd
raken. Wanneer de decentrale en de nationale volksvertegenwoordiging
geïntegreerd zijn in het Europees Parlement staat deze laatste sterker in de
strijd om meer macht en bevoegdheden. Macht vereist tegenmacht, aldus
Hoetjes.
Het Comité der Regio's, waarvan de leden afkomstig zijn van de regionale en
lokale overheden van de lidstaten, is in 1992 bij het Verdrag van Maastricht
opgericht om het lokale en regionale bestuur formele toegang tot de
EU-besluitvorming te geven. Het doel was Europa dichter bij de burger te
brengen, maar ook om de overheersende rol van de nationale overheden in de
Brusselse besluitvorming te compenseren. Het Comité heeft in de afgelopen
jaren echter moeite gehad het hoofd boven water te houden. Toevoeging van
het Comité der Regio's aan het Europees Parlement (EP) zou zowel de
bevoegdheden van het Comité als die van het Parlement moeten versterken.
Naast bovenstaande ideeën ziet Hoetjes het in zijn nieuwe functie als zijn taak om binnen het binnenlands bestuur Europa meer bekend te maken en te laten zien wat de (meer)waarde van de EU is voor het Nederlandse overheidsbeleid. Bovendien de Nederlandse ambtenaar zou meer naar buiten gericht moeten zijn, en meer begrip moeten hebben voor de situatie in andere landen. Dit zou het overheidsbeleid ten goede komen. Tot slot wil Hoetjes kunnen inspelen op de praktische problemen en behoeften die spelen in het grensoverschrijdende werk van het Nederlandse binnenlands bestuur.