Krijtlijnen voor debat kerntaken bestuursniveaus
Op voorstel van Vlaams minister van Binnenlandse Aange- legenheden Johan SAUWENS heeft de Vlaamse regering van- daag de basisprincipes goedgekeurd die zij wil hanteren bij het verdelen van de taken en bevoegdheden van de Vlaamse overheid, de gemeenten en provincies. Deze uit- gangspunten zullen aan de basis liggen van de toekomstige Vlaamse decreten op de gemeenten en de provincies. De principes zijn ook van belang bij de reorganisatie van de Vlaamse administratie, waarover de Vlaamse regering op 19 januari een beslissing nam.
De vraag naar een duidelijke taakverdeling en samenwerk- ing tussen Vlaanderen, de gemeenten en de provincies is reeds geruime tijd het voorwerp van discussie. Het Pact tussen de Vlaamse regering en de gemeenten en OCMW's was eerste stap naar betere bestuursverhoudingen. De Vlaamse regering wil nu verder gaan en een echt bestuursakkoord tussen de drie bestuursniveaus sluiten dat in de eerste plaats de burger ten goede moet komen. Met haar beslis- sing volgt de Vlaamse regering in grote lijnen ook het advies van de Commissie Bestuurlijke Organisatie.
Kwaliteit voor de burger
Met de kerntakendiscussie wil de Vlaamse regering een kwaliteitsvol binnenlands bestuur organiseren. De burger staat daarbij centraal. Die ervaart de overheid als nodeloos complex en ondoorzichtig. Overheden mogen ech- ter niet langer als concurrenten optreden, maar moeten samenwerken om de dienstverlening te organiseren op het niveau dat het meest efficiënt is en tegen de laagste kosten.
Kerntaken
Bij de kerntakendiscussie zal het principe van subsidia- riteit als uitgangspunt genomen worden: taken die doelma- tig door een lager bestuursniveau verricht kunnen worden, behoren niet door een hoger niveau opgenomen te worden.
De gemeenten zijn het basisniveau, het eerstelijns- bestuur. Zij krijgen maximale eigen bevoegdheden. Door hun directe betrokkenheid en nabijheid met de bevolking zijn zij ook het uitgelezen niveau om loketfuncties uit te oefenen. Dit gebeurt vandaag reeds vaak. Ze worden ook onmiddellijk betrokken bij het project e-government van de Vlaamse regering.
Voor taken die Vlaanderen of de provincies uitoefenen, moet de meerwaarde telkens uitdrukkelijk aangetoond en gemotiveerd worden. Zij moeten zich beperken tot hun echte kerntaken en een maximale beleidsruimte geven aan de lokale besturen.
De Vlaamse overheid is bevoegd voor de wetgeving en voor de democratische controle op de naleving via een uniform toezicht. Voor infrastructuur en instellingen zorgt Vlaanderen enkel als die niet van lokaal of streekgebon- den belang is (bijv. autowegen, grote verbindingsassen, toegangspoorten zoals havens en luchthavens).
Vlaanderen wil samenwerken met de provincies, die worden gepositioneerd als intermediair bestuur. De werking van de provincies sluit in de praktijk vrij dicht aan bij de gemeenten. Daarom wil de Vlaamse regering in het toekom- stige Provinciedecreet de opdrachten en de actieradius van de provincies duidelijk omschrijven. Daarbij zal ook aandacht worden besteed aan het democratisch profiel van de provincies (dat versterkt moeten worden) en aan de zware voogdij waarmee de provincies geconfronteerd wor- den.
De provincies krijgen een duidelijk politiek profiel: zij moeten als democratisch verkozen bestuur weergeven wat op kleinere schaal leeft en kunnen streekeigen accenten leg- gen. De Vlaamse regering wil hen expliciet inschakelen in haar besluitvorming. Zij krijgen een algemene bevoegdheid om streekgerichte adviezen te verlenen over alle aspecten van het centrale beleid. Die komen in de plaats van de vele adviezen uit het niet democratisch gelegitimeerde middenveld waarop zich een wirwar aan organisaties beweegt.
Financiële verantwoordelijkheid
Wie taken uitoefent moet er ook financieel en fiscaal verantwoordelijk voor zijn. Elke gemeente moet echter over voldoende financiële mogelijkheden kunnen beschikken om aan de inwoners kwaliteitsvolle diensten te bieden. Daarom wil de regering haar inspanningen en middelen maximaal richten op de gemeenten.
Vlaanderen wil zoveel mogelijk middelen toewijzen aan het gemeentefonds. Het Vlaams Regeerakkoord bepaalt dat dit wordt hervormd. De Vlaamse regering zal daarbij vooral rekening houden met de eigen draagkracht van gemeenten. Hun mogelijkheden inzake vooral personenbelasting en onroerende voorheffing verschillen erg door een verschil in inkomen van de bevolking en de waarde van de kadas- trale inkomens. Het Gemeentefonds moet deze ongelijkheid maximaal corrigeren. Andere hoofdlijnen voor de verde- ling zijn de centrumfunctie van de steden en de beperkte mogelijkheden van de kleinere, landelijke gemeenten.
Toepassing van de principes
De Vlaamse ministers willen nu snel deze principes toe- passen in de verschillende beleidsdomeinen. In een vol- gende fase zullen gesprekken gevoerd worden met de func- tioneel bevoegde ministers om de principes in de praktijk te brengen.
Enkele voorbeelden.
De gemeenten zouden bevoegd worden voor culturele infra- structuur, sport, zwembaden, biblio-theken. Beperkte uitzonderingen daarop vormen infrastructuur met een over- tuigend gespecialiseerd karakter van bovenlokaal of alge- meen Vlaams belang, zoals de huidige provinciale recrea- tiecentra met uitgestrekte functie.
Om reden van efficiëntie en mobiliteitsbeheer kan de regering ook het wegbeheer herzien. De provinciale schaal lijkt daarin niet meer relevant. Grote verbin- dingswegen en snelwegen zouden bijv. onder Vlaams beheer komen, de andere onder gemeentelijk beheer.
Subsidies en koppelsubsidies
Ook inzake subsidies komen er afspraken. Er komt een einde aan de regel dat de provincies en gemeenten bij voorbeeld automatisch moeten tussenkomen als Vlaanderen beslist tot restauratie van monumenten, erkenningen van bibliotheken en dergelijke. Als provincies en gemeenten aan private personen en bedrijven op vrijwillige basis subsidies geven bovenop de Vlaamse, dan wil de Vlaamse regering dat de burger slechts één aanvraag moet indienen en dat de overheden onderling de uitbetaling regelen. De bouwpremies zijn daar een voorbeeld van.
persinfo : Koen Jongbloet, woordvoerder van minister Sauwens - tel. (02) 553 23 11 e-mail: persdienst.sauwens@vlaanderen.be