Uni-Invest

Nieuwsberichten

Datum: 9 februari 2001
Bron: Beleggings expres

Zelfverzekerd Uni-Invest op eigen kracht verder

Door drs. P. Schutte

Vastgoedmaatschappij Uni-Invest is de laatste maanden veelvuldig in het nieuws geweest inzake de fusie met VastNed O/I. De astronomische afkoopsom van EUR 154 miljoen die VastNed op tafel wilde leggen ter opheffing van de beschermingsconstructies van Uni-Invest heeft Uni-Invest topman Richard Homburg en daarmee geheel Uni-Invest enigszins in een kwaad daglicht gesteld. Wij voerden een gesprek met Richard Stolle, financieel directeur van Uni-Invest, en vroegen hem de zaak toe te lichten. Een nieuw samenwerkingsverband is voorlopig in ieder geval niet aan de orde. Stolle geeft verder aan dat het potentieel van de vastgoedportefeuille en de waarde die Uni-Invest daaraan toevoegt volstrekt niet in de beurskoers tot uiting komt. De huidige koers van EUR 12,30 ligt nog ruim onder de intrinsieke waarde per aandeel van EUR 13,60, terwijl er volgens Stolle sprake zou moeten zijn van een behoorlijk agio. De vooruitzichten voor de Nederlandse vastgoedmarkt zijn nog altijd uitstekend en Uni-Invest is capabel genoeg het karwei voorlopig alleen te klaren. Wij adviseren een belang in Uni-Invest te nemen. Naast een aantrekkelijk dividendrendement van meer dan 11% is er voldoende ruimte voor koersstijging.

Uni-Invest is een closed end beleggingsfonds dat sedert haar oprichting in 1924 een beursnotering heeft aan de AEX-Effectenbeurs. Het vastgoedfonds kent een roerige geschiedenis. In september 1991 nam de Canadese Nederlander Richard Homburg het heft in handen om Uni-Invest nieuw leven in te blazen. De eerder 'gekochte ellende' werd verkocht en de overblijvende onderdelen volledig gesaneerd. In het voorjaar van 1993 trok Homburg Stolle aan als financieel directeur. Stolle, afgestudeerd econoom, werkte daarvoor een jaar bij Shell en een drietal jaren als Management Trainee bij ABN AMRO. Het duo Homburg-Stolle blijkt een perfecte combinatie. Het belegd vermogen groeit van f 300 miljoen tot een vastgoedportefeuille van momenteel circa EUR 1,5 miljard. Het gemiddeld rendement over het eigen vermogen bedroeg gedurende die jaren circa 14%, een excellente prestatie. Homburg heeft aangekondigd in december 2002 als directievoorzitter afscheid te nemen, waarna Stolle hem zal opvolgen en er een ander financiële man zal worden gezocht. Homburg zal dan plaatsnemen in de Raad van Commissarissen. Indien de fusie met VastNed was doorgegaan dan zouden zowel Homburg als Stolle zijn vertrokken en de heer Streefkerk van VastNed de topman van de combinatie zijn geworden. Stolle en Homburg waren evenwel de onderhandelingen ingegaan met het idee dat zij konden aanblijven. Gegeven de afkoop van de beschermingsconstructies van Homburg is later toch besloten dat het beter was dat Homburg en ook Stolle zouden terugtreden.

De geringe belangstelling van beleggers voor vastgoedfondsen wekt nog altijd de verbazing van Stolle. "Een vastgoedfonds geeft beleggers een relatief hoog en stabiel inkomen, precies hetgeen beleggers wensen". Daarbij zorgt het nieuwe belastingstelsel er natuurlijk voor dat de extra dividenduitkering boven de forfaitair vastgestelde 4% onbelast is. De financieel topman wijst vervolgens ook met een beschuldigde vinger naar de banken die op het nieuwe belastingstelsel reageren door zelf beleggingsfondsen te creëren die bestaan uit aandelen met een hoog dividendrendement. Vastgoed maakt daar dan slechts een klein deel van uit.

Stolle geeft voorts aan dat veel collegafondsen in tijden dat het economisch goed gaat hun portefeuille herwaarderen, waardoor de intrinsieke waarde stijgt en mogelijk ook de beurskoers. Gaat het daarna echter weer minder dan dient er wel weer extra te worden afgeschreven. Uni-Invest onderscheidt zich hierdoor veel meer te werken met een gemiddelde waardering en niet continue aan de intrinsieke waarde te 'sleutelen' zodra bijvoorbeeld de rente daalt of dat er op een bepaald moment veel vraag naar kantoorruimte is en de marktprijzen van panden oplopen. Huurverhogingen zijn uiteraard wel een gegronde reden om te herwaarderen.

Vanwege de fusie met VastNed heeft Uni-Invest haar portefeuille volledig geherwaardeerd. Een actuele waardering van circa 11 maal de bruto jaarhuur blijft niettemin conservatief. De gemiddelde waardering ligt rond de 12,5 à 13 maal de bruto jaarhuur. "Gaan wij op de taxatiewaarde zitten dan moet maar worden afgewacht of dat realiseerbaar is bij verkoop. Wij weten dat bij alles wat we verkopen er winst wordt gemaakt", zo stelt Stolle. De te realiseren indirecte beleggingsresultaten (gerealiseerde waardeveranderingen) worden deels aan de aandeelhouders uitgekeerd. Door de conservatieve waardering van de vastgoedportefeuille zit er natuurlijk ook een aanzienlijk potentieel in. Stolle vraagt zich dan ook af waarom beleggers vastgoedfondsen in het algemeen en Uni-Invest in het bijzonder waarderen op basis van de intrinsieke waarde en niet, zoals bij ander concerns, op basis van koers-winstverhouding, waarbij het potentieel van de activa meer tot zijn recht komt in de beurskoers. Stolle benadrukt dat Uni-Invest haar portefeuille actief beheert. "Wij doen zelf het beheer, hebben een eigen technische en commerciële dienst alsmede een eigen administratie. Dit zorgt ervoor dat de gehele portefeuille in uitstekende staat verkeert. Deze werkwijze garandeert een constante huurinkomensstroom, dat exploitatie- en beheerskosten in de hand worden gehouden en de panden goed verhandelbaar blijven. Dit alles heeft uiteraard waarde. Door ons te waarderen op basis van de gehanteerde conservatieve intrinsieke waarde, is het alsof wij de panden laten verslonzen", aldus Stolle.

Vastgoedportefeuille
Uni-Invest investeert uitsluitend in Nederlands onroerend goed. Gegeven de uitstekend draaiende Nederlandse economie is er natuurlijk ook geen reden om het verder van huis te zoeken. De totale portefeuille kent een boekwaarde van ruim EUR 1,5 miljard. Hiervan heeft tweederde betrekking op kantoorruimten, 20% bestaat uit winkelpanden, 13% uit bedrijfsruimten en slechts 1% uit woningen. Deze samenstelling is zo tot stand gekomen omdat Uni-Invest in het verleden de beste kansen zag in de kantorenmarkt. De groei in dit segment stabiliseert nu wat. Neemt niet weg dat huurstijgingen die in de markt hebben plaatsgevonden bij veel contractverlengingen nog doorberekend moeten worden. Op de Amsterdamse Zuid-as worden momenteel huurprijzen betaald van f 1.000,- per vierkante meter, waar dat drie tot vier jaar terug nog f 450-f 500 was. Dit betekent dat de waarde van bestaande panden nog kan stijgen. De aanvangsrendementen bij aankopen zullen volgens Stolle waarschijnlijk niet verder dalen.

Het huidige prijsniveau typeert hij als bijzonder fraai. Stolle is van mening dat de Nederlandse economie zich blijft ontwikkelen en de vraag naar kantoorruimten derhalve hoog zal blijven. Hoewel er meer kantoren worden gebouwd blijft er daarmee sprake van krapte. "De kantorenmarkt zit waarschijnlijk op haar top, maar zal daar nog wel enige jaren op blijven". De lage aanvangsrendementen vormen uiteraard een bottleneck om te acquireren. Het betreft hier echter nieuwe panden. Stolle geeft aan dat Uni-Invest het vooral moet hebben van bestaand onroerend goed waaraan zijn zelf waarde kan toevoegen door het goed te managen. Dat houdt in de panden van geavanceerde technieken te voorzien en een goede relatie met de huurder op te bouwen. Het huurniveau ligt dan weliswaar lager dan bij nieuwe panden, maar er is wel spreke van een stabiele inkomensstroom. Stolle: "Ik zou het niet aandurven een pand te kopen op basis van een huurprijs van f 1.000,- per vierkante meter met het risico dat bijvoorbeeld ABN AMRO even later besluit zoveel mensen te ontslaan, waardoor er leegstand ontstaat. Hierbij zij aangetekend dat Nederland qua huurprijzen nog altijd relatief goedkoop is ten opzichte van bijvoorbeeld steden als Londen en Parijs". Stolle merkt voorts op dat een mogelijk verder oplopen van de inflatie in Nederland gunstig is voor vastgoedfondsen daar de huurprijzen geïndexeerd worden voor het inflatieniveau en een belangrijk deel (circa 75%) van het vreemd vermogen lang is gefinancierd, waardoor de rentelasten derhalve vastliggen. De economie moet natuurlijk wel blijven meegroeien.

Binnen de bestaande portefeuille is volgens Stolle ook nog ruimte voor verbetering. Exclusief 2% huurgarantie is de bezettingsgraad van de panden circa 95%, wat nog kan worden opgeschroefd richting 98%. Voorts wordt uiteraard de financieringsstructuur actief beheerd. Het feit dat Uni-Invest het afgelopen jaar delen van de portefeuille heeft afgestoten en vrijwel niets heeft aangekocht, heeft ervoor gezorgd dat zij in ruime mate over liquiditeiten beschikt. Deze kunnen bijvoorbeeld worden aangewend om schulden af te bouwen, eigen aandelen in te kopen of aantrekkelijke portefeuilles te kopen. Uni-Invest is gefinancierd met 55% vreemd vermogen en 45% eigen vermogen. Stolle vindt dit een gezonde verhouding. Het streven is een 50/50 verhouding. Aangaande de kwaliteit van de panden stelt Stolle dat door de jaren heen de portefeuille kwalitatief steeds beter is geworden. Panden met een minder sexy uitstraling hebben echter vaak ook meer potentieel waardoor afstoten niet per definitie noodzakelijk is. Een hoog rendement is en blijft het streven. "Het onlangs aangekochte winkelcentrum Magna Plaza is weliswaar een 'eye catcher' maar het rendement is niet goed". Een goede mix in de portefeuille is van groot belang. De vraag naar mindere kwaliteit is nog altijd het grootst, omdat dat nog betaalbaar is. Dit vergroot de flexibiliteit van Uni-Invest", zo stelt de financiële topman.

Fusie met VastNed
Na het afketsen van de fusie met VastNed stelt Stolle dat Uni-Invest zelfstandig verder gaat. "Wij zijn niet erg hongerig om nu een fusie aan te gaan met een andere partij. Een fusieproces is heel zwaar daar het veel tijd en geld kost. Dat vreet aan jezelf en aan de eigen organisatie". In de markt zijn voldoende mogelijkheden om portefeuilles van bestaand vastgoed over te nemen met aanvangsrendementen van netto 8-9%. Deze portefeuilles financiert Uni-Invest met 60% vreemd vermogen tegen een rentevoet van circa 5,5%. Dat geeft een hefboomwerking, waardoor het feitelijke rendement op of zelfs boven de 10% uitkomt. Stolle erkent wel dat schaalgrootte c.q. marktkapitalisatie noodzakelijk is om liquiditeit in het aandeel te houden op Euronext. De fusie met VastNed was wat dat betreft een uitstekend initiatief. Daar staat tegenover dat Uni-Invest door haar focus op de Nederlandse vastgoedmarkt een sterke nichespeler is en er uit dat oogpunt altijd wel belangstelling voor het aandeel zal bestaan. De fusie met VastNed zou uiteraard ook de nodige kostenbesparingen hebben opgeleverd, die nu dus vervallen. Stolle heeft het voor Uni-Invest stand-alone echter goede verwachtingen voor de toekomst. Dit jaar zal de winst per aandeel beperkt groeien (2-4%) vanwege belastingtechnische effecten. Met name door de hogere huren zal de groei dit jaar worden voorgezet. Zoals bekend is de fusie tussen Uni-Invest en VastNed gestrand op het feit dat de aandeelhouders van VastNed zich niet konden vinden in het astronomische bedrag van EUR 154 miljoen dat Homburg zou opstrijken voor het afbreken van de beschermingsconstructies van Uni-Invest. Stolle stelt verrast te zijn geweest dat de aandeelhouders van VastNed tegen de fusie stemden. Hij benadrukt echter dat de opkomst bij de aandeelhouders van VastNed slechts 14% was. Stolle onderstreept de kritiek die Homburg uitte richting VastNed dat laatstgenoemde zijn aandeelhouders niet goed heeft voorgelicht over de merites van de fusie met Uni-Invest. "Als je vooraf merkt niet de feeling te hebben met je aandeelhouders en je wordt op de aandeelhoudersvergadering zo afgestraft dan heb je volgens mij slecht werk verricht. Intussen is ook onze kostenmeter doorgelopen", aldus Stolle over het falen van VastNed om haar aandeelhouders over de streep te trekken. Na deze vergadering zijn er tussen Uni-Invest en VastNed geen contacten meer geweest.

Afkoop beschermingsconstructies
Het bedrag van EUR 154 miljoen dat tussen VastNed en Uni-Invest overeen was gekomen inzake het ontmantelen van de beschermingsconstructies van Uni-Invest betrof een vergoeding voor de 50 prioriteitsaandelen van Homburg, de poisson pill en de golden parachute. Mocht Uni-Invest worden overgenomen dan verschaft de golden parachute Homburg het recht om 10% van het uitstaande aantal aandelen te kopen tegen de nominale waarde van EUR 7,26. De VEB bekritiseerde één en ander door te stellen dat er hier feitelijk geen sprake was van een overname, daar VastNed slechts 40% van de nieuwe combinatie zou vertegenwoordigen. Volgens de VEB had Homburg de parachute nooit mogen opentrekken. Dit is volgens Stolle onjuist. "De golden parachute gaat open als de zeggenschap over Uni-Invest uit handen van Homburg verdwijnt, lees de prioriteit. De poisson pillconstructie mag alleen worden toegepast bij een vijandige overname. De poisson pill verschaft Uni-Invest het recht om 20% van de uitstaande aandelen te emitteren tegen het hoogste bedrag van de gemiddelde beurskoers of de intrinsieke waarde over de afgelopen 90 dagen. De poisson pill dient dus duidelijk ter bescherming van de vennootschap tegen een te laag bod. De belangrijkste kritiek van de VEB is evenwel dat bijna 85% van de afkoopsom van EUR 154 miljoen een vergoeding betreft voor het intrekken van de prioriteitsaandelen van Homburg.

Stolle weerlegt de kritiek door te benadrukken dat de afkoopsom niet direct in de zak van Homburg zou verdwijnen, maar terecht zou komen bij de Homburg Groep, bestaande uit allerlei BV's en NV's. Stolle: "De afkoopsom is in feite een kwestie van vraag en aanbod. Homburg is een zakenman en wil uiteraard het maximale uit de deal slepen. Wij kwamen met VastNed al snel tot overeenstemming. Streefkerk heeft de afkoopsom gerechtvaardigd door aan te geven dat wanneer VastNed door middel van afzonderlijke acquisities een dergelijke schaalgrootte zou willen bereiken VastNed veel meer geld kwijt zou zijn".

Ook de kritiek van de VEB dat de afkoopsom ten koste zou gaan van de aandeelhouders van Uni-Invest weerspreekt Stolle. "De ruilverhouding zou anders precies hetzelfde zijn geweest. De kosten van de prioriteitsaandelen kun je niet los zien, het betreft een totaalpakket. De afkoopsom van de beschermingsconstructies zit feitelijk in de ruilverhouding verwerkt, waardoor er voor de aandeelhouders van Uni-Invest sprake was van een optimale oplossing". Stolle geeft wel aan dat de beschermingsconstructies een belemmering vormen voor fusies en overnames in de toekomst alsmede de beurskoers van het aandeel drukt en er derhalve een oplossing voor gevonden moet worden. Vraag is volgens Stolle of Uni-Invest dit zelf moet oplossen of een derde hierover moet beslissen, bijvoorbeeld een partij die een bod doet op Uni-Invest en separaat de Homburg Groep betaalt. Ten slotte is het volgens Stolle natuurlijk ook mogelijk dat iemand bereid is de positie van Homburg over te nemen en een bepaald bedrag voor de prioriteitsaandelen wil neertellen.

Om niet de indruk te wekken zelf met een oplossing te komen en deze er vervolgens bij de AvA door te drukken, heeft Uni-Invest besloten een commissie in het leven te roepen waarin ook institutionele aandeelhouders plaats zullen nemen. "Blijkt dat wij de beschermingsconstructies kunnen ontmantelen voor een lager bedrag dan de EUR 154 miljoen waarover in het geval van de VastNed fusie werd gesproken, dan zou dat theoretisch in een hogere beurskoers van het aandeel Uni-Invest tot uiting moeten komen", zo stelt Stolle die derhalve van mening is dat beleggers het bedrag van EUR 154 miljoen, zijnde EUR 2,52 per aandeel, reeds volledig in de koers verwerkt hebben. Homburg zelf heeft al aangegeven de constructies te willen ontmantelen voor een bedrag dat slecht 60% is van de genoemde EUR 154 miljoen.

Stolle betreurt de houding van VEB-directeur Peter Paul de Vries inzake het initiatief van de door Uni-Invest voorgestelde commissie niet onafhankelijk en wenst daarom hier zelf geen deel van uit te maken. In de commissie zullen waarschijnlijk de heer Israëls, lid van de Raad van Commissarissen van Uni-Invest en de heer Stolle zitting hebben. Stolle: "In de ogen van De Vries kunnen wij geen goed meer doen".

Conclusie
Gegeven de gezonde vooruitzichten voor de Nederlandse vastgoedmarkt zijn wij van mening dat Uni-Invest zelfstandig een goede toekomst wacht. De conservatieve strategie en waardering van de portefeuille geeft het concern een hoge mate van flexibiliteit en veel potentieel. Uni-Invest streeft daarnaast naar een goede band met haar huurders, teneinde de bezettingsgraad verder te optimaliseren. Hierbij kan gedacht worden aan additionele diensten als de voorfinanciering van interieur en het aanbieden van ICT-infrastructuur. Uni-Invest erkent dat de beschermingsconstructies een belemmering vormen in haar expansiestrategie en daarmee op den duur de creatie van aandeelhouderswaarde in gevaar kan brengen. Bij een volgende fusie- of overnamemogelijkheid zal de afkoopsom ons inziens dan ook aanmerkelijk lager uitvallen dan EUR 154 miljoen. Daar komt bij dat beleggers de koers van het aandeel al aardig gedrukt hebben. Het aantrekkelijke dividendrendement (11%+) en de aanwezige ruimte voor opwaartse herwaarderingen van de bestaande portefeuille, maken een belegging in Uni-Invest rendabel. Wij adviseren dan ook een belang in het fonds te nemen.